en zijn nu 1877/78 overgegaan in die van den heer
Mr. A. L oox.ma Y pf.y te Rijperkerk. ‘
a) Zilver, gegrav. (groot 20).
Voorzijde: Wapenschild, gedeeld; waarin links de halve
dubbele Friesche arend; rechts een zespuntige ster. Uit
den helm rijzen twee Bakkers schooten omhoog.
Keerzijde: Hendr ic \ Ates \ Welssma \ 1682.
De naam is doorgekrast. Harlingen, pl. 1, of GXX (1).
b) Zilver, gegrav. (groot 24).
1 oorzijde: Onder een kroon, twee kruislings geplaatste
schooten, twee Bakkers uithalers en een spade om het be-
slag te roeren.
Keerzijde: Een gekroond en gecantonneerd wapenschild
slaafs gecopieerd naar een zegel: gedeeld; rechts: de halve
dubbele arend; links gedeeld, boven: een beslagpot, en
beneden: een bloem ; ter zijden: 17—52. Daaronder op een
lint: Adam ■ Lentz '■ Harlingen, pl. 1, of GXX (2).
Chirurcjynsrjild. Acteboek van 1745—1792. Rekenboek
van 1745— 1798 en van 1746—1798, alsmede copie octrooi
van de Staten van Friesland van 17 Febr. 1745 en
de notulen der vergaderingen.
Kleermaker sgild. Rekenboek van 1740—1814 en van
' He heer Sa n t e e verzamelde alleen wat hem in Friesland te koep word
aangeboden.
9 J o h . L e n t z komt in 1754 (18 Dec.) in het Bakkersboek van Leeuwarden
voor. L o u r e n s L e n t z , geboortig van Leeuwarden, den 6 Nov. 1743.
1 7 4 9 1798'. Reeds in de Reme 1859, p. 108, wordt
onder n° 11 9 een zeer merkwaardige, zilveren , gegraveerde
(overmans) gildepenning van dit gild te Harlingen (groot
35) beschreven. Thans in het bezit van den heer S. P o p t a ,
te Zwolle. Zie Harlingen, pl. 1, of GXX (3).
Voorzijde: Het gehelmde en op een deken van loof
rüstende wapen van de Harlinger familie P o p t a ; gedeeld
horizontaal; links de halve Friesche adelaar van sabel (?)
op een veld van goud (?), rechts twee sterren van zilver
en een lelie van zilver op een veld van lazuur (?). Een
geopende schaar is op den gesloten helm geplaatst. De helmdeken
is zeer groot.
Omschrift: 1704 Den 14 May: Heb ik J. Sjkkes?)
Popta Het Kleermakers Gild Gewonnen in Harlingen.
Keerzijde: Op den achtergrond, zoo het schijnt, de
havenpoort van Harlingen; rechts daarvan de spitse toren
van de Westerkerk. Eene vrouw {de Hoovaardij), met den
gebroken spiegel {der Waarheid) in de opgeheven linker
hand, zit op den wereldbol; in het midden eene vronw
met Uvee kleine kinderen {iveezen) naast haar. Zij houdt eene
wedmven-mois op hare rechter hand omhoog. Achter haar
een man, die nit zijn hoed geldstukken strooit op het
' He jaartallen 1749—1798 staan in verband met vernieuwing, overeenkomstig
de réglementaire reformatie der Staten van Friesland van 21 December
1748 Art. 52 , 53. (Begister der Staatsresolutiën op Gildens blz. 280) en
do vernietiging der gilden in 1798.