in drie al of niet gekartelde kringen. Geel koper, gegrav.,
doorboord (groot 32). Bevue 1874, p. 66 n° 191. Wor-
kuni, plaat 1, of CXXVII (4).
Klein Schippersgild.
Voorzijde: Een naar de linker zijde varende tjalk.
Keerzijde : E G L E
M E E L E S
1692.
Geel koper, gegrav., doorboord (groot 32). Eevue 1814,
p. 66 n° 192. Workum, pl. 1, of CXXVII (5).
Een andere, ook uit Workum afkomstige penning (geel
koper, gegrav. (groot 32) heeft:
Voorzijde: E en tAveemastschip in een gekartelden rand.
Keerzijde: H e n d r ik j B onis | 1703.
Zie Workum plaat 1, of CXXVII (6).
Schoenmakers- en Leerlooiersgild.
a) Voorzijde: H et door lofAverk omgeven en gekroond
Avapen van W o rk um , gedeeld; rechts van goud m et den
halven F rieschen dubbelen adelaar van sabel; links van
sabel m et drie lelien van gou d, paalAvijs'. H e t geheel omringd
door een bogenkring.
Keerzijde: Cnder een groote kroon een Leerlooiers uit-
hangteeken (tivee ossehoorns of zoogenaamd front de boeuf)
‘ Mr. L. Ph. C. V an d en B e k g h , Ned. Zegel- en Wapenhunst blz. 39.
In (le Tegenwoordige Staat van Friesland III, hlz. 407, staat: drie lelien,
twee boven en een onder. Op de penningen zijn het bijna klavers.
geflankeerd door een Schoenmakers rond mes, een els en
een schoen.
Rood koper, gegraveerd (groot 32). R evuel8h9, p. 127
n° 186. Workum, plaat 1, of CXXVII (7).
b) Een ander exemplaar van betere bcAverking (Verzameling
Friesch Genootschap van Geschied-, Cudheid- en
Taalkunde) geel koper, gegrav. (groot 33) heeft op de
Voorzijde: het Workumer Avapen, maar smaller, met
kleiner kroon en omgeven met meer lofwerk, en op de
Keerzijde: een gekroond en met lofwerk omringd gevierendeeld
wapenschild, waarin (1) een links gewende
ossekop, (2) het Schoenmakers mes, (3) de els en (4)
de schoen.
Naaisters. In de Bevue 1874, p. 66 (1) n° 194 Avordt
deze penning w el terecht aan de N aaisters toegcAvezen,
m aar de aanvulling der letters S F door Scroor Famen
(naaisters) is abusief. E ene m eer aandachtige beschouAving
van den penning gaf dit resu ltaa t:
Voorzijde: St. Franciscus, patroon van het Kleerma-
kersgild (dien wij reeds als zoodanig in Arnhem aantroffen) ;
hij is kenbaar aan zijn gelaat, kap, gildeboek, dat hij onder
den linker arm draagt, en den paternoster , die van zijn
rechter arm afhangt, terwijl hij met de uitgestoken rechter
hand een geopende schaar vasthoudt. Links en rechts
van hem : S{anctus) F{ranciscus). Hij staat op een getegel-
den vloer in een gekartileerden rand.
Keerzijde : In een gekartileerden rand :