DTEÉCHT.
i; It""
per) en het jaartal 1664. Daar onder: Olim Meminisse ]
luvABiT. (Vrij vertaald): K ennis geeft kracht.
Keerzijde: Glad, of een gegraveerde naam: Iac : lOH : 1
H orn 1 22 September \ 1795 of
^ Antonie ^
Van :>
K rieken
D : 25 Fehr :
1761
(Verz. P. H. V an Gelder) in een gegraveerden rand.
Zilver, geslagen ', groot 28 (van ongelijke dikte).
Revue 1859, p. 126, n° 181. Zie Utrechtsche Volks Alm.
1869 , blz. 170, 171, n° 8 *. Utrecht pl. 1 of GI (5). Aldaar,
pl. 1 of CI (6), is ook nog het fraaie zegel der Pharma-
copoea Traiectina afgebeeld. In het schild, bestraald door
een zon (die aan de Akademiespreuk: Sol Jvstitiae illvs-
tra nos doet denken), ziet men twee spatels, een klisteerspuit
en Aesculapius-slang, tot een groep vereenigd, omgeven
door twee salieboomtakjes. Daar onder een vijzel. Het
wapen van Utrecht, door leeuwen vastgehouden, er boven.
Het schild ligt op een deken.
Een eenzijdig, looden, klein penningje (20), met het
wapentje van Utrecht, en het opschrift Anato i mia | vl-
‘ De Stempel is nog in het Stads Archief voorhanden. Volgens de aanteekeningen
aldaar komen reeds in 1391 en 1423 Apothekers in Utrecht voor
en werd in 1419 door den raad verboden taverne open te houden ofte apo~
thelce na den Xden ure des avons.
traiec I TINA (Verzameling F. H. Maschhaupt) was een
toegangspenning tot de Utrechtsche Anatomie.
Een groote (35), dikke, geel koperen, gegoten penning
van 1776, overeenkomende met den Amsterdamschen,
was de toegangspenning tot den hortus medicus. Men vindt
dien beschreven, opgehelderd en afgebeeld in het Vervolg
op V an L oon’s Beschrijving der Nederl. Hist, penmngen
V II, blz. 102 , pl. X L V II, n “ 514 en Utrecht pl. 1 of CI (7),
waamaarwij verwijzen. Zie ook Bevue 1858, p. 4 2 9 ,4 3 0 ,
V an Or d e n , Bijdr. blz. 13.
De oude brandspuitpenning van Utrecht {Bevue 1859,
p. 127, n° 182) heeft den gewonen vorm.
De Kuipers hadden (zie Utr. Volks Alm. 1869, blz.
166, 167, n° 3) een penning.
Voorzijde: Een Kuipers hamer, tusschen het jaartal
16 — 78.
Keerzijde: Een naam: Ian j de K ibves ] den 20 I uny j
1754 of H ermanus 1 de L iefd e | den 18 a pr il j 1793. Geel
koper, gegr., groot 28. ' Utrecht pl. 2 of CII (8—9).
1 Het Omjpers Ghildeboek (1582-1663) was op de Tent, te Utrecht 1857,
Cat. hlz. 51 n« 30. Zie Tb AVa t e k III, hlz. 759-760 de resolntien van
1667-1675. Hun gildebord geeft het Tijdschrift 1836 II, blz. 262. Het was
van 1634, toen Dekens waren J a n J a k se V an B omm el en G e e r it J a o o b se
C l u v e r . In 1674 werden de twee volgende laatste regels op order van den
kerkeraad overgeverfd:
Och teas het cuijpen nu soo goet
Als het tvel bij veele doet.