Keerzijde: n° 33.
1 7 |3 1 .
Warmoezemers en Tuinlieden.
In de verzameling van den kolonel P rosper Malliet
te Brussel bevindt zieh een penningje (groot 21), dat hij
in zijnen MSS. Catalogue n° 40 aanduidt: „Classé à Bois
„le duc d’après un Catalogue de vente.“ Hoe onzeker
dergelijke aandnidingen ook zijn, zoo behoort dit penningje
zeker in Nederland te huis bij een Tuinlieden gild.
Voorzijde: Een boom ‘ tusschen het jaartal 15—99,
omsloten door een geparelden achthoek.
Keerzijde : Onder een bloemkrul ; P eeter | T hoemmas |
L at. (Zie ’s Hertogenbosch pl. 10, of X C III (42).
Warmoezeniers. Indien de ondere Schippers gildepenningen
boven omschreven vóór 1683 in ’sPIertogenbosch goed
te huis zijn gebracht, dan behoort daar ook de volgende
gegraveerde, geel koperen, ovale (32/34) penning, voorhanden
in het penningkabinet der Leidsche Akademie. En
metaal en vorm, en gravure, maar vooral de mede met
vier hloemen gesloten hladerenhrans, wijzen op denzelfden
graveur en dezelfde stad van oorsprong.
Vooi'zijde: Een radijs of raap, beslotenin een door vier
bloemen gesloten bladerenkroon.
Keerzijde : Sakr iias (Zacharias) Ians | Br eeckpot. Zie
’s Hertogenbosch pl. 10, of XCIII i43).
‘ Het boompje op de munteti van ’s Bosch van 1601 draagt een wapon-
Bchild. Zie V a n L o o n , Ned. historiep. I , blz. 561.
Bijna ieder der opgenoemde gilden had zijn eigen altaar
in St. Jan ‘ , zoodat van de 53 aldaar vóór de beide beeld-
stormingen van 1566 en de ontruiming in 1629 aanwe-
zigen, 25 door de gilden gesticht waren. Als derde lid
hadden hunne Dekens zitting in de regeering, en waren
daar veelal in de oppositie h Bij de bewegingen in 1566
waren drie Dekens aan het hoofd er van. Inzonderheid
deed dat het gild der Geivantsnijders, waaronder de Lahen-
en LijnwaadJwopers en B er eider s , de Wolfahrielmnten en
Snijders enz. toen behoorden.
In de eerste vergadering (Juli 1566) van het Consisto-
rie ' zaten twee Dekens en negen leden er van. Claes
De L eeitw (de penvoerder) was een Lakenkooper, zoo ook
P ieter L e e n ä e r t s, en de dienaar F rans V an Menten
was een Snijder. Een Deken der Speldenmakers was ook lid.
In 1566 hadden verscheidene gilden, onder anderen die
der Wevers en Metselaars, gezworen, dat nooit eene mis
meer in ’s Bosch zou opgedragen worden A Het Metselaars
‘ H ez en m a n s t. a. p ., blz. 180.
^ Aid. blz. 275. Zij droegcn toen hunne altaren, sieradeu; beeiden en ba-
meren huiswaarts en bewaarden ze, sommigen tot op lieden, in hunne gilde-
kamers.
« B. V . den 16 Novb. 1562 tcgen de komst van den bisschop, waartegen
zij eene akto van protcst opstelden. H e z e n m a n s blz. 201. Vorgelijk ald.
blz. 211 en blz. 238 (Mei 1567), toen zij de terugkomst van den Bisschop
wenscliten, maar onder liandhaving van hun protest van 1562.
" H e z enm a n s blz. 199.
Aid. blz. 233.