Omschrift: {De Ster met vijf punten * als wapen* van
Maastricht) S e g e l 2 d e r s c h o e n m a c k e r s i n M a e s t r i c h t .
Keerzijde: I o a n n e s v a n ]| b r o c k . * (Yerz. M a s c h h a h p t ,
hetzelfde exemplaar als R e n e s s e n° 35310. Geel koper,
gegoten, groot 22 en doorboord. Zie Maastricht plaat 1,
of XCV (2).
4. Metselaars en Schilders. Dit gild bevatte de Metselaars,
Steenhouwers, Steenbakkers, Kalk- en Steenverkoo-
pers, Leidekkers, Huisververs, Schrijnwerkers, Beeldhou-
wers en Schilders. Het bad St. Lucas tot patroon. Men
stortte jaarlijks 5 stuivers in de gildekas. Hun gilde-
huis was tot 1739 in de Groote straat, naast het huis
van Arenberg, maar werd in dat jaar verkocht. Hun
koperen gildepenning, groot (30), geeft te aanschouwen:
Voorzijde : St. Lucas aan den arbeid, vóór een
Schilders ezel gezeten; achter hem, de os, als zijn zinne-
beeld.
Keei'zijde : Een wapenschild (waarin een Leidekkers hamer
tusschen twee granaatappels) rüstende op twee palm-
* Van keel met een Tijfpuntige ster van zilver.
3 Zegel. Wij zuUen later meer Maastriclitsclie gildepenningen ontmoeteu,
gegoten in den zegelstempel.
3 Een ander exemplaar bij den heer D ü m o ü l in heeft
PE ^ N CC
NI I N(G)
Op deze wijze Werd h et se
van R . K l a s s e n z .
veranderd in een penning.
takken. Daarboven: een kroon, en ter zijden: 17 65.
Boven en beneden : I o s e p h j d e S t r u v e . Afgebeeld bij
P e r r e a u , Bevue 1847, pl. XIY n° 1. Bij ons Maastricht
pl. I, of XCV (3). Deze zegt 1. 1. p. 340 (1) dat J o s e p h
D e s t e u w e Schilder te Maastricht was en dat nog verscheidene
stukken van hem daar aanwezig zijn. Zie ook Revue
1858, p. 414.
5. Cremers, Kramers, oudtijds als „Goed cremers ambacht"
aangeduid. Het was een der belangrijkste gilden in
Maastricht, als bevattende niet minder dan zestien bedrijven,
te weten :
Hoedenmakers, Tingieters, Lint- en Passementiverkers,
Haammakers en Zadelmakers, Koperslagers, Stijfselma-
kers, Zoutzieders, Zeepstokers, Seyldrayers of Touwsla-
gers, Kantwerkers, Pruikenmakers, Branders, Kousenstrik-
kers, Kruideniers en, sedert 1753, de Oudekleerkoopers.
St. Nicolaas was hun patroon. Men moest een pond was
hem aanbieden, alvorens tot het gild te worden toegelaten.
Hunne leube {laube, hal) was op den hoek van den
Staat en der St. Jorisstraat en had tot uithangbord of
teeken een gouden keten. Hun eenzijdige geel koperen
gegoten penning, groot (26), was geheel gelijk aan hun
zegel, dat nog bij den heer D u m o h lin te Maastricht berust.
Het stelt voor:
St. Nicolaas, en face, gemijterd en met een bisschops
staf, drie hinderen, die in een kuip zitten, zegenende.
De keerzijde was of glad of bevatte den naam van