Reeds in het jaar 1318 komen zij Amor, ln de Chro-
nijk van A e lb e r t C ü p erin ü s (Verzameling enz. 1, blz.
43—44) leest men in een mandement van Hertog Jan van
Brabant „dat niemant, Avie hij zij, eenich laken vercoopen
„oft wtsnijden (andere lezing vuytmeten) sal, hij en sij in die
„gilde of ambacht van den droecsceerders, en niemant mach
„laken vercoepen dan op een sekere plaets daertoe geordi-
„neert van den hartoghe, ten sij dat hij poor ter Avaer“.
ln 1649 vinden Avij bij Jaco b Y an O u hen hov en, t. a. p.,
blz. 58, de Lakenbereiders en Lakenverkoopers, opgeteld
onder de Kleermakers, Avier penning van 1754 ' Avij later
zullen mededeelen.
Goudsmeden. Zij hadden eene Caerte van 7 Septb. 1445,
bij S assen n° 437 vermeld, en eene nieuwe van 1502/03
(zie boven). Stukken van hen van (1517— 1570) zijn nog
aanwezig. Revue 1874, p. 153. Zij behoorden later onder
het 8t. Elois gilde der Smeden, die den 21 November
1302 reeds eene verordening bekAvamen (Sassen, n° 1132),
vernieuwd en gewijzigd in 1463 {aid. n° 504, 505) ^
Hoedemakers in 1649 met 2 Dekens en 2 gezworenen,
hadden geene penningen ' zoo het schijnt.
in de kapellen ten N. in de S* Jans kerk. Hezenmans blz. 332. Schütjes
IV, blz. 201.
' Een versiersel, bestaande uit een schaar, bangende aan een gedreven
baak van dit gild, was op A rti 1858, Cat. n» 185.
HS. Snoeck, 37. St. GiUis altaar is geerigeerd bij de Goudsmeden.
Zij ricbtten met medewerking van N ic o l a a s D e R o s ij een altaar in St.
Kleermakers,. waaronder in 1649 de Lakenbereiders en
Lakenverkoopers met 2 Dekens en 28 gezworenen.
De Caerte van dat ambagt van den Snijderen (19 bladz.
f", 36 Artikelen bevattende) van 5 Jan. 1503, is bij
Jhr. M. A. Sn o ec k ; desgelijks een rekest van dat gild
betrekkelijk Art. 10 (29 Juli 1699) en het appointe-
ment daarop (4 blz.) ’.
Hun gildepenning, tevens die der Droogscheerders, Ge-
Avantsnijders, Lakenbereiders en Lakenverkoopers, heeft:
Voorzijde: St. Machiel (of St. Michiel) % staande op
een gehoornd monster, en met zijn lans gereed om dit te
doorsteken.
Omschrift: St. j Machiel (ook wel Machil).
Keerzijde: Eene geopende Kleermakers schaar, om Avelke
het jaartal 1—7—5—4 (1754) ^ en een gildenummer, in
Jan op, gewijd aan St. Antonius, abt, en St. Clemens, paus en martelaar.
H e z e n m a n s , blz. 334. S c h u t j e s , IV, blz. 199.
‘ Altaar 26 St. Michaels altaar geerigeerd bij de Lakenkoopers en Snijders.
HS. voornoemd.
" In de Verz. blz. 327 luidt bet; 28 Jan. 1578 dat de compagnie van
Sinte Michiels die int voorleden jaar binnen ’s Bosob waren aangenomen met
de schutters van den ouclen Voetboge voor bet huis tot Heel lagen. Den
11’'™ Septb. 1578 sloegen sommige van Sinte Micbiels gild de stadt poorte
met geweld op; en blz. 33 6—3 3 8: (1 Juli 1579) wordt een mcrkwaardig ge-
vecbt in ’s Boscb medegedeeld „tusscben die van Sinte Micbiels gilde staende
„eensdecls voer den Regenboogbe en eensdeels daer inne wesende eu H e r man
VAN CoELEN en zijne adbirenten.“
- De Droogscheerders gildepenning bij H . P a h e b van 1754 JIS. is deze
Kleermakers penning.