GEONDT I HIT AVILLEN AL MYN SEAMEN A^ADERS. AnNO 1664.
Kuipers. De Catalogue du libraire F. H eussner (Bruxelles
23 Novembre 1857) vermeldt hun gildepenning van
1570 (?). (Collection de F rancois de W ijs de Bois le
due!) n° 2826 en b(ronze). Het hoogopklimmende jaartal,
liet metaal en het niet voorkomen der Kuipers hetzij
in 1399, 1496 of 1649 als gild, doen ons tAvijfelen of
deze penning (die ons nimmer is voorgekomen) wel te
’s Hertogenbosch te huis behoort.
Evenwel teekende Jhr. M. A. Snoeck aan, dat wijlen
M. P alier een penning van dat gild van 1502 bezat,en
dat op den Catalogus der verkooping van Vrouwe A. J.
L ontebman te ’s Hertogenbosch, in 1854, door den Xo-
taris B ijv oet gehouden, onder n° 509, mede een gildepenning
van het Kuipersgilde van 1502 voorkwam, maar
met de toevoeging „Blok VischmarJd K(oper)“
Kruiersgild. Het had een altaar in de St. Jans kerk,
aan St. Quirinus en St. Odilia gewijd. H ezenmans blz.
333, Schutjes IV, blz. 205.
De Lakenbereiders en Lakenverkoopers (gelijk wij reeds
zeiden) behoorden in 1649 onder het Kleermakers gild.
Stukken van hen van 1512 {Bevue 1874, p. 153) zijn
nog voorhanden.
Van Oüdenhoven maakt nog (1649) gewag als van
een afzonderlijk gild van de
> Van 1704 is zulk een blokpenning afgebeeld door Jhr. M. A. SuOECK in
De 's Hertogenbossche Bloclcpenningen, 1874, pl. I (1).
Wollenlakenivevers met 2 Dekens en 8 gezworenen,
terAvijl hij van Linnenwevers niet geAvaagt en de Chewant-
snijders niet bij de Droogscheerders of Lakenwevers, Berei-
ders, Verkoopers of Kleermakers, maar (onder n° 14) bij
en tusschen de Scheepmakers en Kistenmakers en aankleve
van dien voegt!
Toen er vele kloosters in ’s Hertogenbosch waren, werd
daar veel laken en linnen geweven. Een paar voorbeel-
den: „Zeven hondert susteren“ , zegt de meermalen aan-
gehaalde Kronijk (Verz. I , blz. 54), „woonden (1427) te
„zamen in een klooster te Orten, die daer si seer groote
„neringe hadden met linnen laken te weven en te vercoo-
„pen so wert hier (door den naijver van het Weversgild in
„’s Hertogenbosch) ‘ die handtering van weven verboden.“
Xog in 1649 meldt Van Oüdenhoven (blz. 58—59)
het volgende:
„Hier wordt, onder anderen veel laken " gemaeckt ende
‘ Linnenwevers aldaar komen ook voor in 1473. Dekenen,
en alle gemeene knapen van dat ambacht maakten toen, den 11 Novb.,
eenige bepalingen door de leden in acht te nemen, Sa s s e n , n“ 560. Over
eene overtreding er van in 1514, ald. n» 692. Over geschillen in 1641, n»
791. Overtreding in 1550, n” 826. Toevoeging aan de Charte in 1550, n» 827
en mede in 1594, n“ 924.
^ Het gewant of lakenhuis bestoud al in 1287, S a s s e n n» 12. Over tra-
penieren: A» 1329/30. Vgl. Sa s s e n n» 551, n" 1131 en 1141. Het oudste
bericht vinden wij in den Kronijk (Verz. I , blz. 31); „In dese tijden (11««,
„12«« eeuw) werd oerst begrepen dat Clooster van den Begaerden in die Ver-
„worsstraet dat stoen (toen) noch al buten die stat was ende het waren al
2*