()4. p . 45. Vz. In een vlak veld, zegt M i n a r d , een reddings-
hoot met liooge voor- en achtersteven. Kz. : R D I-(>., volgens
hem aanduidende Reddingscompagnk. Is dit niet een Waterscimits-
peimmgje vau de ondernemiiig tot levering van gezuiverd water
te Amsterdam? R d(e) J{ong) en Compagnie. 7Ae Cat. E s d r e
(1828) n" 225. Gest. Gr. (18).
65. p. 46. Sleepers met 1679, als pl. IX (103). Dl. I, blz.
116. Deze met Jan Simonse.
66. p. 46. Sleeper, maar de sleeper staat op de siede, waarop
een vat ligt. Zijn zweepje steekt uit zijn zijzak; liij ment toch
met beide handen. H et compartimentje voor het gildenumrner staat
ook hooger en meer in het midden. Kz. ± =r 65 , met; Antoni
Wijnberg in het Jaar 1741. Gr. (21). (Gest.?) en ingesneden.
67. p. 47. Korendragers (de nieuwe penning). Vgi. pl. XIII,
n° 138 — 140. Gegr. Gr. (21). Variant. De schuit ligt achter den
korendrager, zonder meer. Kz. : A. C. Hegligenbeecker ’t fonds
Gekogt 23 Aug” 1802.
68. p. 47. Korendrager en fa ce, omgeven door eeu iiederda-
lenden krans van korenaren. Kz. : Jan Hreyk 't fonds Gekogt
8 Aug” 1817. Gegr. Gr. (22).
69. p. 47 Korendrager en Zakkennaaister. Hetzelfde penningje
als het onze van pl. CXXIX (1). Dl. I , blz. 451 met K.^’j.
blj den drager en A. J. bij de zakkennaaister. Het schijnt, dat
M i n a r d dit echtpaar speoiaal gekend heeft, althans hij viilde in:
Klaas Jurriaans en Alida Jans. Vgl. G{raaf) V{an) R(echteren)
zegge G{ustavus) R{ex) S{iieciae) van n" 267.
70. p. 48. Korendrager. Gegr. Gr. (18). De man en face vóór
de met een vlag getooide zolderschuit, tusschen 18-03. Kz.: .Johan
H k C>‘ Kaller 't fonds Gekogt 17 Maart 1803.
71. p. 48. Koren meeters en setersgilt, zoo leest men boven
eeu gekroonde korenm aat, waarin een afstrijkstok, op een gegr.
penning, groot (24). Kz.: H endrik Manye eygeman geworde Den
8 Agus 1785. (Vergelijk pl. IV en XIII.)
71. p. 49. (Moest zijn 71 Us.) Waagdragers. Als pl. XVI
(172). Dl. I , blz. 131. Deze met 38.
72. p. 50. Vz. — 71 bis. K z.: Dh L e y t s k V e e m 9. Zie Dl. 1,
blz. 130 (9).
73. p. 50. Als Waagdragerspenning getiteld, is, blijkens het merk
op deii zak, een Amsterdamsche Korendragersp. (gegr. groot (23).
Zie pl. IV (45). Dl. I, blz. 61. Kz. m et: Gerrit Gerritsz Mout-
haan Den 7 maart A» 1715.
74. p. 51. Overinanspenning der Turfdragers. Geheel als pl. X
(111) van Klaas Klaasse Mooy.
75. p. 51. Turfhever n" 363. Overigens als pl. XV (161).
Dl. I, blz. 119.
76. p. 51. Met T u r f d ra g e r n” 363. Overigens als pl. XV (161).
77. p. 52. Turfdragersp. Als pl. IX (104), doch met ii" 7.
(Dl. I , blz. 122.)
78. p. 52. T u e f d r a g e r s g i l t 1639. Als pl. IX (107). Dl. I,
hlz. 123.
79—82. p. 52. Id. id. Als pl. IX (110). Dl. I , blz. 123.
83. p. 54. Boekdrukkers 1687. Als pl. H I (25). Dl. I blz.
33. Deze met Willem van Lainsvelt 1687.
84. p. 55. Betiteld: Toegangspenning tot de Beurs (n") 304,
is de Makelaars gildepennig van pl. VI (66) met 369. Zie Dl. I,
blz. 85—86.
88. p. 59. Toegangsp. tot den kruidtuin (voor de Med. Doc-
tores), als pl. I (11). Dl. I , blz. 46. Deze ten name: Dr. .Michael
Ruts van Brugge 1745.
89. p. 59. Als pl. I (6). DL I, blz. 40, met L. D. R auw e
1783, geeft M in ard aan de Geneesheeren lees: Chirurgijns.
90. p. 60. Heelmeesters. Als pl. I (5). Dl. I, blz. 3 9 , ten
name: A. Laar 1775.
91. p. 60. Gest. ovaal. (30, 25) Eenzijdig. Vz.: Een ornement
met bloemen. Omschrift; T iie a tk v k Academicvm, sluitende met
roosjes. Omgeven door een bloeiiieiikrans en een bandje.