AVij vermoeden dat de stad deze penningen had doen
maken tot voortdurend gebruik voor den Olderman en de
Gildemeesters, als doorloopend bewijsteeken hunner waardigheden.
Dit vermoeden werd bevestigd, toen op de Hist.
Tent. vanFriesland (1877) in de 109 Friesche gildepenningen
bevattende Vitrine (48) {Gids, blz. 99 (97), een zilveren,
gegraveerde penning (groot 31) prijkte.
Voorzijde: Een gekroonde hand uit Avolken komende en
voorzien van een pen, een blad papier beschrijvende.
Keerzijde: In een bladerenkrans, ook op de Voorzijde
te vinden: Dit is | Henlinga E y \ gen Penningh \ als Secretaris
I van het SchiP | Pers gild. A° | 1706. ‘
In 1727 treedt de Olderman van het Schippersgild met
een personeelen penning te voorschijn. Deze vrij goed gegraveerde
zilveren penning (groot 33) (Verz. van den
heer F. H. M a s c h h a u p t ) vertoont: (Bolsward pl. 2 , of
CXXIV (6).
Voorzijde: In een dubbelen, met Ornamenten versierden
rand: een driemaster; vier vlaggen, een wimpel en 10
stukken gesehnt voerende en rechts zeilende. Op den aoh-
tergrond een stad of haven.
Keerzijde: Een gekwarteleerd kleurloos wapen; 1 en 4
een naar de linker zijde klimmende bok, en 2 . 3 een
rechts ziende ednkoppige adelaar. Het wapenschild is omgeven
door krullen als helmdeken en gedekt met hals-
Hct was zijn particulier eigendom, niet dat van de stad.
stukken en geopende heim, hierboven een kroon, waaruit
een links gewende bok oprijst.
Omschrift : Franciskus Elgersma ‘ . Ouderman . van . het
Schippers Gildt 1721. Zie Revue 1874 p. 29 n . 63,
hier verbeterd overeenkomstig den Cat. F . D e H a a n 1873
blz. 41 n° 950, die niet onjuist was. Bolsward, pl. 1,
of CXXIV (6).
Het archief van BolsAvard bevat nog origineele stukken
van het Schippersgild Yan 1762, 1765; ook eene aanstel-
ling van O t t e H e l l e s (1777) en A g e A n d b ie s (1779)
als Veerschippers op Amsterdam. Verzoekschriften der
Schippers van 1777—1779 enz.
Een met het stadswapen bestempelde quartijn bevat den
op perkament keurig geschreven octrooi- en gildebrief der
Medicyns, Chirurgyns en Apothekers, ver vat in 22 Artikelen
van den 29 September 1662, en de ampliaties en veranderingen
van 1665, 1675, de handteekeningen tot 1731.
Hun Overmans gildepenning van zilver (groot 32) vertoont:
Voorzijde : Een Apotheker in zijn winkel met zijn knecht
aan den arbeid, terwijl een meisje binnentreedt ; het geheel
omgeven door een fraaien rand.
* F r a n c . E l g e r s m a , Notaris en Burgemeester te BolsAvard, overleed, naar
wij meenen, in 1776. Bij testament maakten hij en zijne vrouw, P i e t j e
A l g r a , een legaat van f 12000.— aan de St. Martinikerk,' om daaruit een orgel
in dit merkwaardig gebonw te stickten. Voltooid, werd het den 28 Juni 1781
ingcwijd. Zie Teg. Staat van Friesland, III blz. 193—194 en de Navorscher
1870, blz. 454.