
»Dans le champ une croix. Cette pièce est une plaquette; elle se trouve
dans la collection de Mr v an d e r m eer.»
De vertaling zal dan moeten luiden: Nieuwe munt, gemaakt te Sint Pieter.
Onder N° 3 deelen wij een klein biljoenen muntje (obool P) mede, ons eerst
in den laatsten tijd bekend geworden. Het is zonder omschriften en bevat op
de vz. alleen het wapen van Heinsberg. Op de kz. ziet men eene ster (Maastricht?)
in het hart van een breed gevoet, vierbeenig kruis.
Weegt 0,35 w. in de Verzameling van den Heer dum oulin te Sittard, die
meent, omdat het van even siecht silver is als de overige munten, te St. Pieter
geslagen, alsmede omdat het in den omtrek van Maastricht is gevonden, dat
het te St. Pieter vervaardigd kan zijn.
M UNTEN VAN ST E IN .
De heerlijkheid Stein, waarvan de hoofdplaats het dorp Stein was, dat op een
afstand van 2’/2 uur ten noorden van Maastricht ligt, maa|kte, volgens den Heer
w o lte r s , die eene afzonderlijke beschrijving daarvan uitgaf (1 ), naar de hoogste
waarschijnlijkheid een deel uit der leenen van het Graafschap Loon, doch niet
alleen het dorp Stein behoorde daartoe, maar ook een aantal plaatsen op den
regteroever van de Maas.
De oudste vermelding tot haar betrekkelijk, door den Heer w o lte rs opge-
spoord, is, dat Sophia, eene dochter uit het huis van Stein, omstreeks de 12e
eeuw huwde met Heer Jan van Loon, zoon van Graaf Aarnoud en Aleid van
Diest, die van 1092 tot 1107 regeerde.
ln 1220 schijnt Stein in bezit der Heeren van Heinsberg geweest te zijn (2 ),
maar de Heer w o lte rs verklaart, dat de oudste geschiedenis der Heeren van
Stein hem bij al zijhe nasporingen hoogst duister gebleven is.
(1) Notice historique sur les anciens Seigneurs de Steyn et de Pietersheim, Gand 1854.
(2 ) W olters t. a. p. bl. 1 6 .
In een Charter van het Graafschap Loon van het jaar 1248 komt onder de
getuigen voor nobilis mr B. dominus de Steine.
Bij brief van 12 November 1255 droeg Aarnoud, Heer van Stein, aan Graaf
Willem van Gulik zekeren bof op, dien bij daarbij weder van dezen in leen ontving.
Id de geslaehtlijst der Heeren van Valkenburg komt voor, dat Aarnoud van
Loon, Heer van Stein, Maria, dochter van Walram, Heer van Montjoie, Valkenburg
en Sittard, huwde, die omstreeks 1249 overleed.
In 1260 was Herman, Ridder van Stein, tegenwoordig bij het bezegelen van
een brief-door Willem van Bronekhorst, Heer van Reckheim.
Zekere Aarnoud van Stein komt onder den titel van mr nobilis op de jaren
1255 en 1268 voor. In het laatste jaar in een Charter van Otto, Graaf van Gelre.
Willem, Heer van Hoorne en Altena, stelde in 1271 aan Jan I, Hertog van
Braband, als zijne borgen in zekere zaak voor Aarnoud, Heer van Stein, Hendrik
, Heer van Bautersem, Willem, Heer van Kranendonk, en zijn breeder
Dirk van Hoqrne. J ,
Wederom was Aarnoud van Stein in 1285 tegenwoordig bij zekere schenking,
en in den niet lang daama gevolgden ;zoo beroemden veldslag van Woeringen
werd hij tot Ridder verheven, te .gelijk met Heer Hendrik van Kuik, Willem
van Hoorne, enz (1).
IJolante van Stein was in 1295 Abdis van Nyvel. Zij beweerde, in een
grooten twist met Heutig Jan van Braband, dat hare abdij onmiddellijk van
het Rijk lafhing; iets wat haar bij een Charter van Keizer Adolf van dat jaar
toegestaan werd. Arnold, Graaf van Loon, die bij de bezegeling tegenwoordig
was, wordt door' haar haar bloedverwant genoemd.
In 1296 ibezegelde Aarnoud., Heer van Stein, den brief van Walram, Heer
van ’Valkenburg en Montjoie, waarin deze eene jaarlijksche rente, te ontvangen
uit de 'opbrengsten der heerlijkheid Stein, aan de abdij van Munsterbilsen schonk.
Aarnoud komt voor onder de edele leenmannan van Jan I , Hertog van Braband,
die- in 1294 overleed.
Aan hem moet, volgens fle type, welke die der Nederlandsche munten uit
(1 ) ,Zie de R ijm kronijk van JAN v a n h e e l u ', riitgegeven door w il l e h s .
2 2 *