
 
        
         
		de  Luiksche  kerk  haar gebied had  uitgebreid  door de  aanwinst van het  Graaf-  
 schap  Loon  en  sedert  een iid van het  geslaeht  Ho'orne op den  Luikschen  zetel  
 geplaatst  was  geweest.  Het land van  Hoorne  was vroeger  een  geheel vrij land,  
 gelijk het  stuk van Walburga van Hoorne,  boven vermeld,  genoegzaam aanwijst. 
 Waarsohijnlijk  ontving  Heer  Jakob,  bij  gelegenheid  van  zijn huwelijk,  van  
 zijnen  schoonvader,  Frederik  van Meurs,  het land en  de heerlijkheid van Born,  
 die  hij  in  1448  aan  het  kasteel  van  Heinsberg  verhief. 
 Jakob I,  Heer van  Hoorne,  was  voor een gedeelte  Heer van  Montigny.  De  
 Heeren van Hoorne hadden  te .Aken  een  huis,  geheeten:  das Haus Hoorn.  Het  
 was  daarin  dat  Willem  VIII  is  overleden  (1). 
 Als Heer  van Hoorne en  erfgenaam van Willem  van  Hoorne, stichter van het  
 St.  Elizabeth’s-klooster bij  Heythuyzen,  had  Jakob I  zijn  deel  aan  de hervor-  
 mingen  van  dit klooster,  dat  naar aller  wensch  een  deel ging  uitmaken van  de  
 Windesheimsche Vereeniging.  In  1435  toch  nam gemeld klooster den regel aan  
 van  de  reguliere Kanunnikcn  van  St.  Augustinus. 
 In  1450  werd  Jan  van  Hoorne  door  Keizer  Frederik IV  tot Graaf van  het  
 Heilige  Roomsche  Rijk  verheven. 
 Hij  was op  den  13  Julij  1456  tegenwoordig bij de inhuldiging van Lodewijk  
 van Bourbon  als  Prins-Bisschop van  Luik.  Deze gaf hem in October 1461 ver-  
 lof  tot  het,  ingevolge  eene  gelofte  van zijne echtgenoote  Johanna van Meurs,  
 stichten  eens  kloosters  van  Minderbroeders  en  van  eene kerk tot  hun  gebruik  
 op  de plaats  Aldenborg, bij  het  kästeel Weert.  De inwijding had in  Mei  1462  
 plaats  door  Jodocus,  Bisschop  van  Hieropolis,  Wijbisschop  van  David  van  
 Bourgondie,  Bisschop  van  Utrecht. 
 Toen,  in  1465,  het  volk  van Luik zieh weder onder  Eransche bescherming  
 stelde,  ontbood Eilips  de  Goede,  Hertog van Bourgondie,  zijne  beste veldover-  
 sten  en  onder  deze  Eilips  van Hoorne,  Heer  van  Gaasbeek,  en  Jakob,  Graaf  
 van  Hoorne,  Heer  van  Altena.  Maar  weldra  liet  de Eransche  Koning Lode-,  
 wijk XI  de Luikenaars in  den  steek.  De  slag  van  Montenakßn  was  hun nood-  
 lottig.  Jakob,  Graaf  van  Hoorne,  die  zieh te Brussel  bevond,  werd verkocht  
 om ten hunnen behoeve bij den Hertog van Bourgondie tusschen beide te komen. 
 (1 )  Zie  Che,  Q üix,  t.  a.  p.  S.  13. 
 Daarna  werd  hij  met Vincent,  Graaf van Meurs,  in  November  1466 andermaal  
 door  de  Luikenaars  naar  Hertog  Filips  den  Goeden  en  zijn  zoon  Karel  den  
 Stouten,  toen  nog  Graaf  van  Oharolois geheeten, ;te Thienen  gezonden.  Men  
 sloot- eerst  eenen  wapenstilstand,  en  later kwam te  St.  Truyen in het huis,  waar  
 de Graven  van Meurs en Hoorne hunnen intrek hadden  genomen ,  de vrede tot  
 stand  (22  December  1465), 
 Oud geworden,  begaf Jakob,  Graaf van  Hoorne,  zieh in het Minderbfoeders-  
 klooster te Weert,  en  werd  daar  door  den  Vorst-Bisschop  van Luik tot  Priester  
 gewijd.  Hij  överleed  in  gemeld  klooster  op  den  3  Mei  1488.. 
 Jakob  I  was  gehuwd  geweest  met  Johanna  van  Meurs,  overleden  2  April  
 1461,  en  had' bij  haar  zeven  kinderen: 
 l e  Willem,  in  den  ouderdom  van  vier jaren  overleden  in  1453. 
 ■ 2e  Jakob  II,  die  zijn  vader  opvolgde. 
 3e  Jan  van  Hoorne,  in  1484  tot  Prins-Bisschop  van  Luik  gekozen. 
 4e  Maria. 
 5° Walburga,  gehuwd  met  een  Graaf  van  Manderscheid.  Hunne  eenige  
 dochter  Walburga  verbond zieh in  den echt met Willem,  Graaf van  Nuenar of  
 Nieuwenaar. 
 -:  6e  Margaretha,  overleden  15, December, 1518;  zij  was eerst gehuwd met Filips  
 van  Hoorne,  Graaf  van  Houtkerke  en  Baron  van Gaasbeek,  en later.met  
 Jan  van  Montmorency,  Heer  van  Nevele,  f  26  Junij  1477. 
 7e  Frederik,  Graaf  van  Hoorne,  Ridder,  Heer  van Montigny  en  Vmy,  gehuwd  
 met  Philippote  van  Melun.  Hij  f  30  December  1486. 
 Jan  II,  Graaf  van  Hoorne en van  het  Heilige Roomsche  Rijk,  Heer van  Altena, 
   Weert,  Nederweert,  Wessem,  Cortessem,  Kranendonk,  Saffenberg  en  
 Eindhoven ,  onder-Voogd  van  Thöm  en  erfelijk  Opperjagermeester van het Duit-  
 •sche  Rijk,  verloor  reeds  in  1461,  op  den  leeftijd  van  elf  jaren,  zijne  moe-  
 der  Johanna  van  Meurs.  Als  oudste  zoon  werd hij  in  de  beoefening der  oor-  
 logskunst  opgevoed;  maar zijne  vreedzame geaardheid  deed hem  steeds in  een-  
 dragt met zijne naasten  leven.  Hij  was  een  der voornaamste  bewerkers van  het  
 verdrag  van  Tongeren,  dat  den  22  Mei  1484 tot  stand kwam.  Ten gevolge  
 van  dat  verdrag  kon  zijn  broeder  op  zijnen  Bisschopszetel  terugkeeren. 
 17