
heerlijkheid in betrekking stonden, iets waarvan ons tot op heden nog niets ge-
bleken is. Het omschrift luidt:
fr KHjßBSS S OS § BVHD© 8 DB.
Op de kz. ziet men de letter S
en in den rand het omschrift:
sBOBsmzs: hovts § ©dsl
iets wat ons, in verband met zoo even gemelde letter ©, het denkbeeid inboezemt,
dat de Heer p io t zieh zeer vergist* wanneer hij meent, dat met elsl Hulsberg
bedoeld zal zijn; geen twijfel, onzes bedunkens, of het is elslo, waar de munt
vervaardigd is, en dat, waarschijnlijk door een huwelijk, in het bezit moet ge-
weest zijn der Heeren van Bunde-Schoonvorst (1).
N° 40, een veel kleiner muntje dan de tot dus verre beschrevene, heeft op
de vz. een onduidelijk wapenschild. Van de legende is zigtbaar:
•fr IOIj2E BVB
Op de kz. vertoonen zieh vier roosjes tusschen de beenen van een klein gevoet
Karolingisch krnis. Omschrift:
OV2S ...........
N° 41 is siecht, en wel slechts gedeeltelijk, afgestempeld. Het wapenschild
schijnt het zelfde te zijn als op N° 34 en 36. Omschrift:
BDV .. * ¡3© ■
Dat op de kz., die met een kort gevoet kruis voorzien is:
SBOBSWK * H O . . . .............
(1 ) Zie hier wat de Heer h a b e t s te Bande ons daaromtrent mededeelt:
«De heerlijkheid Elslo, in de wandeling Blaen, ligt in de nabijheid van Bunde In den
tijd van Jan van Bnnde, Heer te Bocholt, onderging-het geslacht van Schoonvorst, be-
zitter van Elslo, een zware krisis. Koenraad H stierf zonder mannelijke erven, en zijne
tweede dochter, Maria, bragt Elslo nit het huis haars vaders in dat van hären man Jan
van Gavere over. Edoch met de ouderlijke en znsterlijke goederen erfde zij schulden, die
-haar in-1460 noopten de heerlijkheden Eindhoven en Cranendonk te verkoopen.
Uit dit weinige zij ons de volgende gissing toegestaan: Jan van Bunde kon zeer .gevoe-
gelijk bf als erfgenaam der Schoonvorsten, wier wapen hij op vele munten van Blaat VI
en Vli met het zijne verbindt, bf als pandhouder der heerlijkheid Elslo zijne aanspraak
op de Elslosche munten doen gehlen.»
Op het wapenschild van N° 42 zijn de leeuwen in de 2e en 3® kwartieren
met een dwarsstreep voorzien. Het omschrift luidt:
IOfjS' • D' • BVBD I DBS' • D' • BO'
Op de kz. ziet men weder in het körte gevoete kruis de letter
© |
terwijl het woord elslo in het omschrift de aspiratie vertoont, zijnde:
•fr HOBST® : BOV' • DS i JjSIiS.
N° 43 is, wat het wapenschild betreft, geheel gelijk aan N° 42, maar het
omschrift luidt aan het einder
DBS' • D© S BR'
en op de kz., waar men in het hart des kruises weder de letter © aantreft:
. fr HOB©ffl2E : BOV' • DS : ©BSIi'
N° 44 heeft in het hart op de kz. de letter R. Van het omschrift op.de vz.
is alleen half leesbaar het woord
. BVIBD
Van dat op de kz. weten wij niets te maken.
N° 45 heeft in het wapenschild, en wel in de 3® en 4e kwartieren, die gedeeld
zijn, in het regterdeel (volgens het oog van den aanschouwer), het wapen
van Schoonvorst. Het omschrift luidt:
•fr IOfjffiBS S DS S BVIBD© S DBS
Op de kz. ziet men in het hart van het kortbeenige kruis eene omgekeerde
letter B,-die op Breugel als muntplaats zal moeten doelen. Het omschrift is:
fr iBOBSWT? • BOV2C : BROSGB.
Op de vz. van N° 46 leest men rondom het wapenschild:
fr IOIj2SBS % DS o BVB____ S DHS.
Op de kz. bevindt zieh, naar het schijnt, de letter F in het hart van het
kruis, terwijl het omschrift is:
fr fROBSlUK S BOV2S 8 BROSGIj
N° 47 vertoont ons, terwijl op de vz. geen- schijnbaar verschil met die van
N° 46 bestaat, tusschen twee der beenen van het Karolingische kruis op de kz.
twee wapehschildjes, ieder met drie kepers, die ons reeds zoo dikwerf zijn voor-
gekomen. Van het omschrift is alleen zigtbaar: