
 
        
         
		van  Herkenrode begraven.  —  Jan, jongere zoon  yan Aarnoud VH,  erfde zijpe  
 bezittingen.  Deze was tweemalen gehuwd,  eerst  met eene  doebter des  Hertogen  
 yan  Gulik  en  ten  twaedenmale  met  Isabelle  yan  Coude.  Graaf  Jan  nam  
 weinig  denl  aan  de  bewerten,  die bet vorstendom Luik in beweging  Meiden,  
 en  genoot  gedurende  het  grootste  deel  van  zijn  leven  de wgldaden  des vredes.  
 Hij  was bijzonder gezet op bet verbbjf te Ouringen  en  verhief dat doip tot  den  
 rang  van  stad. 
 In  1279 moest bij ..echter de wapenen  opvatten om  wraak te  ncmen over den  
 dood  van zijnen acboonbroeder Graaf Willem  van  Gulik,  die  het jasr  te  vpren  
 in eenen aanval op  die stad gedood was geworden.  —  Bij  voegde zijne benden  
 bij  die  van  Walraven,  Hertog  van  Limburg,  en  rukte  op  Keulen  aan.  Het  
 gelukte  den  Aartsbisschop  aldaar  de  vijandelijkheden  voor  to  komen  door  bet  
 sluiten  van eene  Qvereenkomst,  waarMj  de kinderen van  den  Hertog van  Gulik  
 eene  sehadeloosatelbug  ontvingen.  Ten jsre  1280  overleed  Jan,  die  bij  zijne,  
 twee  eehtgenooten  onderscbeidene  kinderen.  verwekt  had, 
 'Met  veel  grond  worden  door  den  Heer  s e e r u e e   aan  dezen  Graaf de beide  
 zilveren  penningep  cd  dsniers  toegekend,  die  gebeel  op hunne kz.  de.type der  
 Brahandscbe  deniers van de tweede helft  der  13® eenw vertoonen,  te weten het  
 dusgenaamde  lirabandscbc  kruis  met  op  onze  N°  1  de  lotters: 
 B  25  8  Ü 
 (waarscbijnlijk  Bastmus,  den  naam van  den Muntmeester, moetende aandniden,  
 welke  type, wij. afbeeldden  in  onze  Munten  der  voormalige  Hertagdommen  Braband  
 en Limhurg (Haarlem 1861), Pb I en II.)  Op de N°  2 ziet men  de  letters 
 L O S   (H?)  
 die  het  woord  Looz  of Loon  zullen  moeten  Vooratellen. 
 Op  de  vz.  van  beide  muntjes. vertoont .zieh  bet  wapensehild  vaa, bet  land,  
 vier roode balken op een geud veld.  Het pmschrift is naar alle waarsehjjnlijkheid; 
 HO  IOV75I • 
 verkorting  van  Mo(neta)  Zowa(n)i(ensisj  of Lovaniae,  om  deze  muntjes,  ge-  
 lijk  de  Heer  pekreaü  meent  (die  ze  het  eerst  in  zijne  verdienstehjke  Ver-  
 handeling  over  de  Munten  van  het  Graafschap  Loon  in  T.  II  der  Revue  
 de  la  Nmmmatiqw  Beige  heeft  uitgegeven) ,  koers  in  Braband  te  geven. 
 Minder jüist,  gelijk wij  van öordeel zijn,  want het  Volk zag in  die dagen meer  
 naar  de  type  dan  naar de  omsehriften  der  munten.  —  Doch  hoe  dit  zij,  het  
 zijn zeer merkwaardige, muntjes,  v6or ons: afgebeeld. in  gemelde Revue,  PI. IV,  
 N”  2  en  8.  Het  zoögenaamde muntje van Graaf Lodewijk II, hetwelk de Heer  
 p Er r e a ü   onder  N°  1  heeft  medegedeeld,  kan,  zdö  het  eeht is,  niet  dan  aan  
 eenen lateren  Lodewijk toegeschreten Wörden ;  zie miß Munten van Mailand en  
 Zeeland,  enz. ,  bl.  5.55  en  556. 
 In de  Revue de la Numism.  Beige, T.  VIII  (1852), wordt op bladz,  27  vermeld  
 een  sterling  van  den  Graaf  van  Loon, 
 Nadat Graaf Jan, ten jare  1280, overleden was, volgde:hem zijn oudste zoon  
 onder den titel van Aarnoud VIII op.  DeZe  was  gehuwd met  Margaretha van  
 Vianden.  Geheei  beherrscht  door  lust voor den krijg,  nam  hij  deel aan  bijna  
 alle worstelingen,  welke  in  die  dagen in  zijn  omtrek plaats  hadden.  Ten jare  
 1288 voegde^ hij  zijne benden bij  die  van Hertog Jan I van Braband , toen deze  
 tegen  den  Bissohop  van  Keulen en  dieös aanhangers  optrok,  orb  door  de  wapenen  
 uit te maken df Braband of Gelte  de  opengevaMene  nalatensehap van het  
 Hertogdom Limburg zoude tot zieh nemen.  Aarnoud  voerde in  den immer ge-  
 denkwaardigen  slag  van  Woeringen  het bevel over het tweede  groote deel van  
 het Brabandsche leger,  en bragt cfoor zijne däpperheid en ervaring in het krijgs-  
 wezen veel toe tot de zegepraal des Hertogen van  Braband.  Ook aan de twisten  
 in  het Bisdom Luik,  die later  plaats  hadden,  en eerst in  1316  eindigden, nam  
 onze Graaf een werkzaam deel.  -—  Hoe krijgszuohtig ook, zOrgde Aarnoud toch  
 voor het welzijn  zijner onderdanen.  In  1282 omringde  hij  Hasselt  met  muren  
 en bouwde er in 1291  een  munthuis.  Toen  hij  ten jare  1328  overleed,  werd  
 hij in  de abdij  van  Averbode begraven. 
 Nog bij  zijn leven verdeelde Aarnoud  zijne  heerlijkheden onder  zijne talrijke  
 kinderen.  Mechteld  ontving  de  leenen  van  Vogelsanck ,  Zolre  en  Stapelen;  
 Johanna  die  va»  Rummen,  en Margaretha dat van Duras,  terwijl zijn oudste  
 zoon,  Lodewijk  V,  de  Graafschappen  Loon en.  Chiny  bekwam. 
 Zeer  talrijk  zijn  de  munten,  door  onzen  Graaf  gedurende  zijne  langdurige  
 (48jarige)  regering  geslagen.  Onzes  bedunkens  verdeelt  de  Heer  s e e S u e e   ze  
 zeer juist  in drie klassen:  de grootere munt,  de kleinere,  en  de kleinste, welke 
 29*