
borst en het omschrift der munt) als krijgsman met een zwaard in de hand naar
de regterzijde. In de afsnede van N° 3 staat:
GBO
in die van N° 4: GBB
Het omschrift van N° 3 is:
SKHCmVS * GSOBGIVS * JI2IRS
terwijl het iaatste woord op N° 4 voluit gespeld is: flQIJüSS.
Op de kz. van beide munten rust het wapenschild van Bronkhorst-Gronsveld
op een zeer versierd, tot aan den rand der munt reikend, kruis, dat in deszelfs
uiteinden ornamentjes heeft, waarin zieh leeuwtjes vertoonen. Omschrift:
sini * ß | o m sß * d | osram * b | s p s d i
Wij vonden N° 3 beschreven in ap p ei/s Repertorium, III, 586, alsmede bij
w ellen h eim , II, 2, N 8891, teil blijke dat zij oorspronkeiijke stukken voor
zieh hadden. Wij hebben echter onze afbeelding moeten laten vervaardigen
volgens de naauwkeurige beschrijving die wij aantroffen.
Onze modellen waren de Snaphanen van Hertog Karel van Egmond, afge-
beeld in onze Munten der Graven en Hertogen van Gelderland, PI. XVIII,
N 38, 39, 42, 43 en 45, en in -onze Munten der Heeren en Steden van
Gelderland, PI. XVII, de Snaphaan van Heer Willem III van den Berg.
N° 3 wordt ook beschreven door leitzm an n onder N° 16; __ N° 4 komt
bij hem onder N" 15 voor, gelijk ook op fol. 45 der Thäler, Güldene, etc.
N° 5, een peerdeke of derde Snaphaan (?) , kennen wij alleen uit berg’s
Münzbuch, fol. 6 6 , 6 , waar geene omschriften bij de afbeelding gevonden
worden. Wij bespeuren thans dat wij onopgemerkt lieten, dat er bij beb«,
die dit stuk Halber Schnapphan noemt, een hazewind onder het paard gevonden
wordt. L eitzm ann schrijft de munt toe aan Heer Willem, en w ellen h eim
aan Heer Jan.
Dergelijke peerdekens deelden wij mede van Hertog Karel van Egmond. Zie
onze Munten der Graven en Hertogen van Gelderland, Pl. XVIII, N° 40 en
41; van Roermond in onze Munten der Heeren en Steden van Gelderland,
1*1* VI> V 0> alsmede op Pl. VII; van Willem IV, Heer van den Berg;
zie aldaar Pl. XXII, N° 35 en 36,
%
Op de kz. der tegenwoordige munt ziet men het .gedeelde wapenschild van
Bronkhorst-Gronsveld,. liggende op een vrij eenvoudig gevoet kruis.
Bij den spoed die er bestond öm de teekeningen en munten voor de X© en
XIe Platen aan den lithograaph te geven, terwijl wij verdiept waren in den
tekst onzer Munten der Hisschoppen, van de Heerlijkheid en de Stad TJtrecht,
hebben wij niet bespeurd, dat Heer Jan II van Bronkhorst na het tijdvak heeft
geleefd, dat wij ter onzer bewerking hadden genomen." Wij geven alzoo in de
beide Iaatste munten op Pl. X en de beide eerste op Pl. XI stukken, die lang
na de Pacificatie -van Gend geslagen zijn geworden.
N 1, een koperen oord, naar het sohijnt, wordt door ons ontleend aan eene'
medegedeelde Plaat van den Heer le le w e l..
Vz. Het gekroonde, zaamgestelde wapenschild van Batenburg-Bronkhorst,
door het opperschild van Gronsveld gedekt, staande tussehen. twee roosjes.
Omschrift:
IOES - COMES (1) • D • BRONCHORST • ET.
Kz. Onder eene kroon de twee en een geplaatste wapenschildjes van Bronkhorst,
Gronsveld en Batenburg. Tussehen de twee bovenste schildjes ziet men
nog een’ lossen ieeuw. Omschrift:
IN • GRONSVELT • BARO • D • BATO • ET ■ R •
Wij meenen dat de Heer le le w e l een zeer onduidelijk exemplaar der munt
vöör zieh gehad zal hebben, want het opschrift komt ons zeer gebrekkig voor.
N° 2 heeft een dito wapenschild op de vz. als op N° 1 voorkomt , doch het
Staat niet tussehen roosjes. Van het omschrift is alleen de. eerste , helft leesbaar.
Op de kz. bestaat het onderscheid in de drie wapenschildjes, die weder onder
eene kroon twee en een geplaatst zijn, alleen daarin, dat pp het benedenste de
leeuw zieh omgekeerd bevindt, en dat er bij hem eenige scharen uit het Baten-
burgsche wapen te zien zijn. Tussehen de beide wapenschildjes onder de kroon
(1) Joost van Bronkhorst, eerste Graaf van Gronsveld, werd tot dien rang verheven bii
diploma van Keizer Endolf II. Hij was gehuwd met Anna, dochter van Jan, Graaf van
Falkenburg, anders van Oostfrjesland. Hij1 sneuvelde, zonder kinderen na te laten, in het
beleg van Wachtendonk ten jare 1588, en Het zijnen Grafeiijken titel na aan zijnen breeder
Jan II van Bronkhorst, wiens munten wij nu behandelen.