
Wij lièten deze mtlnt afbeëldëü naar de Revue de la Numismatique Belge van
18 56, Pl. V , N° 82.
De H eer w o lte rs vermeldt op bi. 210 zijner Notice eene dergelijke munt met
K R ß lO D ö ß S R2SD
die zieh in de Verzameling van den H eer w esterm an (te Bielefeld in Westpba-
len) moet bevinden.
Een afwijkend exemplaar wordt door ons onder N° 2 afgebeeld. Daarop staat :
R iS ft in plaats van ft55
terwijl er ook een klein verschil is in het buitenste omschrift. Zie Revue Belge,
V IE D éel, Pl. X , N° 5.
Vblgèns Wh- Chàrter van 1838 was Lodewijk toëta zijn vàdèr Aàrnoüd als
H eèr vàn RaûdenrOdè bpgèVolgd. Behàfve in nog vêle andere Charters, komt
hij bök àls gëtttige voor ih den Brief, waàtbij Hertog Reinoud I I van Gelre,
op den 29 October 1 3 4 4 , dè vrijhêdtin der stad Venlo bèVéS'tigt (1). '
In het völgtende jàaf bèwëèS hij de «el’fdb dienst, tbën Herfögih Eleonora aan
de sthd Amhein harën Vrijdöm van bccijhsen bévestigde (2). -
Van deSen Hfeei Lodetfijk is waàrschijnlijk de TbbrSbhe greift uitgégaan, die
wij op de Supptemfentpîaat X X X inededëèién.
V z., àls van dé mbèStè TOursche groOteft, 'het chaSêl, oiüringd dbor eënen
ràïra ibet twhâlf schildjès. In dêze Zîet men (bans leliëü.
Kz. Om frët krüis twéè rijên bntschrifteh. H et binnetistê omïchrift is ;
4« l *o d g ;v i c v s d r v s
Men ziet het dusgenaamde point ÿèd-ël achter de eërstè fetter. H et buitêtiSte
omschrift luidt: fr BHDlGftV, en!z.
Z. weegt 2,3 w. Eigendom van het Koninklijk Kabinet te ’s Cravenhage.
Volgens de type zal mede waôsblrijnlijk aan ohzen Lodewijk behooren de
Toursehe groot door ons onder N° 3 âfgebeetd. Behalve het gefrone ofiaschrift
(1) Wolters t. a. p., volgens nijhovf, Gedenkwaardigheden vit de Geschiedenis van
.Gelâerlmd, II, 76.
(2) Tîijhofi1, II, 20.
op den bnitenrand der Jjz,, BWPißWV enz., Jeeet men jn den biobenrpiid :
4« p a s DE ft? s a P E a §¿uv
Wij ontleenen onze afbeelding aan de Revue Belge, D, V II, Pl. 3L, N° 6,
Eindelijk gevçn wij onder 4 de afbeelding van eene m unt, dfe nnssclffeB
geslagen zal zijn door den zoon van Heer Lodewijk, even als zijn grootvaefer
Aarnond geheeten, en die waersehijnlijk het eerst.vgprkpm t, te gelijk met zijn’
vader, in een stuk van het jaar 1357 (1). Zijne echtgënoot schijnt géwepst.fce
zijn Margaretha van Leefdael, die met hem voorkomt in 1347 en 1353. Daarna
vindt men Aarnpud nog in Charters van 1367 en 1384.
Op de.vz. der bewuste munt ziet men een dubbelen arend met een eirkoltje
boven de twee koppen. In den buitenrand staat:
fr MOftETTÏ ® L IH G eH 75 '
De naam Lingena hebben wij in de ons ten dienstp staande A a ni r ij k s k n n d i g e
Woordenboeken niet aangetrpffen. Ongetwijfeld is .hier echter als mnntplaats
aangewezen hot dorp Lingen of L ingben, dat voorksmt in een stuk van }iet jaar
1,307, waarin Aarnpud (dien wij Ie zullen noemen) van Randenrode aan God-
fried, Heer van Heinsberg, eenige regten op dit dorp, dat afhapkelijk was van
Randenrode, afstaat (2). Wij meenen daarom , dat deze munt wel aan Aar-
noud I zoude kunnen bphporen.
Op de keer- (eigenjijk vopr-) zijde gtaat een kruis ip welka hgrt zieh pen yer-
siersel bevindt, dat als uit vier çirkeltjes bestaat.
Buiten den parelrand leest men:
f r TSRHOID • DÏ2S ftTSKDSII?.
Z. weegt 0,9 w. Verzameling yap Sohrijver. dfizes.
De Heer w o lte rs meent dat H eer Aarnoud geene zonen naliet, nademaal
zijne doehter Maria de heerlijkheid Randenrode erfde, Deze huwde met Willem
van H oorne, Heer van Duffel, Gheel, Oosterloo, Waelhem en Hcrlaer. Deze
laatste heerlijkheid werd door hem in 1392 aan Willem I I , H ertog van Gplik
en Gelder, verkocht.
(1) Zie w o l t e r s t. a, p. page 186.
m ) hie kremer, Akademische Beiträge, I, 21, aangehaald bij wolters.