
 
        
         
		doen  aan  den  Roomsch-Koning  Adolf;  en  vijf jaren  later,  te  weten  in  1298,  
 bleef Willem met  vele  andere Heeren borg  voor den Gelderschen  Graaf Reinoud  
 voor  de rigtige uitvoering van  een  verbond, dat  hij  met  Guy,  Graaf van Vlaan-  
 deren,  gesloten  had. 
 In een  bij  wolters  (Notice,  boven aangehaald, page 217,  218) medegedeeld  
 Nederduitsch  Charter  van  12 Februarij  1299 verklären Heer Willem, diens zoon  
 Diederik van  Hoorne,  Proost van  St.  Salvator te Utrecht,  zijn  oudste zöon Willem  
 van Hoorne,  Ridder,  Gerard van  Hoorne,  zijn jongste zoon, mede Ridder,  
 en  Engelbert  van  Hoorne,  Kanunnik  van  St.  Lambertus  te  Luik,  —  geen  
 deel  gehad  -te  hebben  aan  den  moord  van  Graaf Ploris  V  van  Holland.  Zij  
 beriepen  zieh  daarbij  op  Jan  (II),  Graaf  van  Henegouwen  en  Holland. 
 Uit  dit  Charter kan  men  opmaken,  dat tijdens gemelden moord  de Heer van  
 Hoorne  zieh  met  de  zijnen  in  Holland  en  zelfs  aan  het  hof van' den  Graaf be-  
 vond.  Misschien  was  de  tegen  hem  opgevatte  argwaan  een  gevolg  van  zijne  
 betrekking  op  Jan,  Heer van  Heusden,  die zijn  schoonbroeder  was. — In  het  
 zelfde jaar  1299  maakte Heer Willem  met  de zelfde leden van zijn geslacht, die  
 boven  reeds  vermeld  zijn,  een  verbond  met  gemelden  Graaf Jan  II  (1). 
 Uit  een  stuk  van  1294  blijkt  het, dat  Jan I, Hertog van Braband, bij eenige  
 daarin  vermelde  Lombarden  borg  gebleVen  was  ten  behoeve van  Heer Willem  
 van  Hoorne,  benevens  diens  zonen  Willem  en  Diederik. 
 Men  vindt  verder  vermeld  (2),  dat  Guy,  Graaf van Vlaanderen,  zieh op  den  
 11  April  1296  jegens  Willem,  Heer  van  Hoorne,  verbonden  had  om  dezen  
 jaarlijks  op  Kersdag door den ontvanger van Vlaanderen te doen betalen honderd  
 ponden  Tournoois';  voor  welk  bedrag  de  Heer  van  Hoorne  zieh  in  ’s Graven  
 dienst begaf en hem hulde  beloofde.  De  Graaf verklaart verder in  gemeld stuk  
 aan  Heer Willem  twee  duizend ponden kleine  Tournooisen gegeven  te hebben,  
 voor  welke  hij  beloofd  had  hem  trouw  en  eerlijk  te  zullen  dienen  in  de  oor-  
 logen,  die  de  Graaf met  den  Koning van  Engeland zoude moeten voeren tegen  
 den  Konin.g van Prankrijk en  den  Graaf van Henegouwen, hij met dertig mannen 
 (1)  Zie  dit  Nederduitsche  stnk  bij  w o l t e e s   t.  a.  p.  bl.  219  en  220. 
 (2)  Baron  d e   s t .  g é n o is ,  Monuments  anciens,  X,  860. 
 van  wapenen;  ieder  Ridder  voorzien  van  vijf  paarden.  De  Graaf  van  Vlaanderen  
 had  zieh  verbonden  om  hunne  reis-  en  verblijfkosten  te  betalen,  bijal-  
 dien  de Koning van Engeland in Ylaanderen  kwam,  of  bijaldien  hij  den  Giaaf  
 hulp  tegen  den  Koning  van  Frankrijk  zond,  en  dat,  wanneer  hij  gemelden  
 Heer  Willem  opontbood  om  hem  te  komen  dienen,  hij  zulks  zoude  kunnen  
 doen  zonder  zieh  jegens  Graaf  Guy  te  vergrijpen. 
 Willem  sneuvelde  met  zijn  zoon  Engelbert  in  den slag  van  Zierikzee,  die in  
 1304  tusschen  Guy  van  Dampierre,  Graaf van  Vlaanderen,  en  Jan  II,  Graaf  
 van  Henegouwen  en  Holland,  over het  bezit  van  Zeeland geleverd  werd.  Zijn  
 lijk  werd-in  den  grafkelder  van  Keizerbosch  bijgezet.  Zijn  opvolger  was,  na  
 den- vroegtijdigen  dood van  zijnen  oudsten  zoon Willem  van Hoorne,  Heer  van  
 Saffenberg, reeds in of omtrent het jaar 1283 overleden, zijn tweede zoon Gerard. 
 Deze nu  was  Heer van  Hoorne,  Altena,  Perweis,  Weert,  Nederweert, Wes-  
 sem,  Hees,  Leende.  en  Loen,  eigenlijk  geheeten  Venloen.  Hij  was  in  1294  
 .gehuwd  met Johanna van Braband,  eigenlijk van  Leuven,  dochter van Hendrik  
 van  Braband,  Heer  van Gaasbeek,  en kleindochter van  Godfried  van  Braband,  
 Graaf van. Leuven. 
 Bij  een  Charter  van  Aarnoud,  Graaf  van  Loon,  van het jaar  1302,'had  hij  
 verlof gekregen  om alle bezittingen,  die hij  van  hem Graaf in  leen  had,  bij  de  
 bruidschat  zijner  echtgenoote  te  mögen, voegen,  met  uitzondering  van  het kas-  
 teel  van  Hoorne. 
 Nadat Johanna van Leuven in 1319 overleden was,  ging Gerard vier jaren later  
 een tweede huwelijk aan met Ermengard, dochter  van Diederik, Graaf van  Kleef. 
 Terwijl  Gerard  zieh  in  het  bezit  had  gesteld  van  Woudrichem  en  het  
 geheele  land  van  Altena,  gelijk ook  van  andere leenen,  die zijn  vader  en  zijn  
 bi;oeder  van  den  Graaf van  Kleef in  bezit  hadden  gehad,  mishaagde zulks. aan  
 den  Graaf,  die  geene  opvolging  in  de  zijlinie. bij  die  leenen  wilde erkennen.  
 Hij  verklaarde ze weder aan het Graafschap vervallen.  De twist hierover duurde  
 tot den  7 April  1306,  wanneer hij  werd  bijgelegd —  onder  waarborg van  ver-  
 scheidene Heeren  -f—  door  de beleening,  welke aan  Heer  Gerard werd  verleend  
 door  Otto,  Graaf van  Kleef;  Gerard  verbond  zieh  de  pligten van  een leenman  
 getrouw  te  zullen  vervullen,  en  den  Graaf  peisoonlijk  te  zullen  dienen  met 
 16