
voor het geheel die van een muntje van Elizabeth van Goerlitz, Hertogin van
Luxemburg; heeft op de vz. bet schuins geplaatste gekwarteleerde wapensehild,
door een helm met zijne lambrekijns gedekt. Omschrift:
mmh$ % d q % soMBSRap.
Op de kz., welke overigena aan die van N° 13 gelijk is, leest men thans
duidelijk in den rand:
MOH | 0125 HO; | V25 DS | RSIjeC.
Z. B. Verzameling van Professor s e e r u r e , en daaruit afgebeeld in w o l t e r s ,
Notice sur Reckheim, onder N° 23.
N° IB heeft op de vz. het eenvoudige wapensehild van Sombref, staande binnen
een parelcirkel. Omschrift:
►j, w i r o a soM ^am (sic)
Ontleend aan de Plaat van w o l t e r s , N" 23. Een exemplaar bij den Heer
dumoclin heeft op de vz. WIRI)R; boven en teT zijde van het wapen drie
roosjes. Op de kz. MOBa | 1ME.B | OV25 | Rai*.
Op de kz. rust een arend (?) op een gevoet kruis. Omschrift:
MOB | ... | BOV | R a ii
Dit muntje bevindt zieh in het Kabinet van den Staat te Brussel (waarvan
ons een cliche werd medegedeeld) en in dat van den Heer v a n b o k k e l te Leuven.
Afgebeeld op de Plaat van l e i .e w e l , N 27.
N° 16 heeft op de vz. het gevierendcelde, schuins geplaatste wapensehild van
Sombreffe met eenige bloempjes daar boven. Omschrift:
GVIRRM .. . I (E?) SORB.
Op de kz. tüsschen twee der beepen van een Karolingisch kruis even zoo vele
kleine wapenschildjes. Omschrift:
>£ MOBam25: BOV25 • o a : Rai$a.
K. Verzamelingen der Heeren s e r r u r e en v a n b o k k e l . Door ons ontleend
aan de Plaat van l e l e w e l , N° 5.
N° 17, gevolgd naar de type der Akensche muntjes uit den aanvang der
15e eeuw, heeft op de vz. twee torentjes boven een arend en het omschrift:
Wild) : D | a : SOMB.
Op de kz. Staat een Karolingisch kruis binnen een parelcirkel, omringd door:
*i< MOBam25: o a : RaisaM.
K. B. weegt 2,3 w. in de Verzämeling der Leidsche Hoogeschool.
N° 18, ’type als voren, heeft op de vz.:
GII'. SOiRB'
en op de kz.:
MonaniTs: b o v . . . . o s a
K. B. Door ohs ontleend aan de Revue Beige, T. IX, PI. XIX, N° 2.
Op onze Supplementplaat XXXIII geveh wij nog twee muntjes van Rekheim.
N° 1 heeft de type der torentjes met den arend daarvoor. Omschrift:
Wild) : D a : SOMR.
Kz. rondom een Karolingisch kruis:
*J« MOBadt75 : D a : R a ija.
N° 2, met de zelfde type als het vorige muntje, heeft thans tot omschrift
op de vz.:
S. PSW : GIIiM : DS° SOM.
De Heilige Petrus is nog heden de Beschermheilige van het stadje Rekheim.
Wij ontleenden beide muntjes aan de Revue Beige van 1856, PL VIII,
N° 28 en 29.
A 19, een klein muntje, heeft op de vz. een gedeeld wapenschild, waarvan
wij de beteekenis niet kennen. Omschrift.
•Ji GVHdjSIiiBVS : DS : SO.
Op de kz. vertoonen zieh vijfpuntige sterren tüsschen de beenen van een een-
voudig gevoet kruis. Omschrift:
■SROB |:GW25 | BOV | RGIJ.
K. B. Ontleend aan de Revue als voren, N° 3.'
N° 20, een dito muntje, heeft op de vz.:
>en op de kz.: i< WIIdjGIdR: DG : SOB
SBO | HG | rE25 f RG.
K. B. Afgebeeld als voren, N° 4.
N 21, een dito muntje, heeft rondom het wapenschild, dat de kleuren thans
öp de beide velden verwisseld heeft: