
tot Bisschop van Luik te doen kiezen. Deze benoemde hem uit dankbaarheid
tot Schepen van Luik en Ma8rschalk van zijn hof.
Toen de Luikenaars in opstand tegen hunnen Bisschop geraakten, staeed
Reinoud aan de zijde van dezen laatsten en wel met gelukkigen uitslag.
Nadat de Heer van Elsloo, gehuwd' met eene dochter uit het geslacht van
Wildenberg en volle nicht van Engelbert van der Mark, gestorven was, haalde
de Bisschop de wedawe over onr hare kand aan Reinoud te geven, die daardoor
Heer werd van Elsloo, dat door deszelfs laatsten bezitter aan zijne weduwe ver-
maakt was.
In 1350 hadden de pogingen van Reinoud het gevolg dat Willem van Gennep
het Aartsbisdom Keulen bekwam, en deze betoonde hem zijne dankbaarheid
door daden.
In 1353 kocht de Heer van Schoonvorst de heerüjkheid Valkenburg vah
Hendrik van Viaanderen. Velen vlamden op die heerlijkheid, maar durfden er
niet aan, wegens het groot getal der mededingende geslachten (1). Reinoud
trachtte haar met voordeel van de hand te zetten, en zulks gelukte hem doör
eene ruiling met den Graaf van Gulik, die er hem de heerlijkheid Caster voor
afstond. Niet lang daarna verruilde hij deze tegen die van Montjoie, en kocht,
in 1358, de heerlijkheid Sichern in Braband van den zelfden Hertog, die ze
geerfd had van zijne moedei Elizabeth van Braband, Vrouw van Vierson, Sichern,
Rode-St. Agatha, enz.; zij was eene dochter van Godfried van Braband,
Graaf van Aarschot, en van Johanna van Vierson, en echtgenoot van Gérard,
Graaf van Gulik. Volgens de Archiven van Sichern, die te Weilburg in het
Hertogdom Nassau bewaard worden (2), betaalde Reinoud voor deze heerlijkheid
70,000 gülden Schilden.
Hij had echter moeite om dezen aankoop door Johanna en Wenceslaus, Her-
(1) Zie boven het dooi oas medegedeelde bij de hehaadeling der munten van Valken-
burg, hi. 212.
(2) Zie het Bulletin .de la Commiseion d'Mstoire de la .Belgigue, T. XIV, page 1Q2 en
volgg., aangehaald1 door perkkai in de Revue de Id Numiem. Beige, T. IV, page 378
noot.
togen van Braband, te doen goedkeuren; want deze gaven aan den Hertog
van Gulik de voorkeur om onder hunne leenmannen opgenomen te worden.
Het blijkt echter dat het Reinoud gelukte; want hij komt in den slag van Bas-
weiler onder de leenmannen van Braband voor.
Nadat de Vrouw van Elsloo, Reinoud’s gemalin, het tijdelijke met het eeu-
wige verwisseld had, begaf deze zieh weder in den echt met de weduwe van
Engelbert van der Mark, Heer van Loverval, en dochter van den Heer van Ha-
mael. Tot op dezen tijd had er eene volmaakte overeenstemming geheerscht
tusschen Reinoud en zijne drie zonen; maar nu veranderde door tusschenko-
mende omstandigheden de liefde in haat, en maakten zij zieh met geweld van
’s vaders heerlijkheden meester. Jan van die van Montjoie, Reinoud van die
van Schoonvorst en Sichern, en Koenraad van die van Elsloo.
Toen de vijanden van Reinoud de tweedragt in diens geslacht zagen, hoop-
ten zij hunnen wrok aan hem te zullen kunnen koelen en tastten hem van alle
kanten aan.
Reinoud, van zijne heerlijkheden beroofd, en door de Heeren van Gennep en
Brederode aangevallen, moest voor den storm wijken. Hij scheidde zieh van
zijne jeugdige echtgenoot, haar een jaargeld latende, waarvan zij te Aken ging
leven; daarna scheepte hij zieh, zijne schatten met zieh voerende, door twee
getrouwe schildknapen vergezeld, in en begaf zieh naar het eiland Rhodus, om
daar, te midden van de Ridders van St. Jan, boete voor zijne zonden te doen.
Hij overleed op het eiland en werd door zijne nieuwe wapenbroeders met luister
ter aarde besteld.
De munten, welke wij van Heer Reinoud hebben kunnen opsporen, zijn
de volgende:
N° 1, egu groot, heeft op de vz. zijn wapenschild, waarop negen bezants,
geplaatst 3, 3, 2 en 1, binnen een compartiment, bestaande uit drie bogen,
door even zoo vele uitspringende punten aan elkander verbonden. Buiten den
parelcirkel, die het een en ander omvat, staat het omschrift:
* RSITARD * OKS % OS SGOVORSW Z SlGij.
De kz. wordt door een lang gevoet kruis in vier deelen gescheiden. Het
binnenste omschrift luidt:
•38*