
Op onze Supplementplaat XXXI geven wij onder N° 5 de afbeelding, yan
den hoogst zeldzamen vierde Daalder of hahen Gulden. Aan de eene zij de ziel
men den Rijksarend met den wereldbol, waarop het getal 63; alzoo geslagen
in 1563. Het omsohrift is:
y EERDIN * D * G * IMPBRA.
Op de kz. vertoont zieh weder het wapenschild met de.vier leeuwen binnen
een parelcirkel. Na een granaatappel leest men in den rand:
MARGA * D . BREDROD * AB * THORE.
Eigendom van het Xoninklijk Kabinet en weegt aldaar 12,5 w.
N° 24, een dusgenaamde Sprenger, hoedanige muntsoort ons reeds onder die
der Graven van Hoome voorgekomen is, wier type aan de Luiksche van Bisschop
Robbert van Bergen (r e n e s s e , PI. 32, N° 4) ontleend was.
Op de vz. ziet men het wapenschild met de vier leeuwen met heim en bij-
zonder sierlijke lambrekijns. Het omsohrift is:
MARGA * D * BREDROD * AB * EVN * SE * THOREN
De kz. bevat het door sieraden geheel onherkenbare kruis der munten van
vroegere tijden, met een roosvormig sieraad in het hart en vier arendjes tusschen
de beenen. Omsohrift:
MONET | A * NOVA | ARGEN | THOREN.
Z. weegt 7,4 w. in het Xoninklijk Kabinet.
N° 25, een twaalfstuiverspenning van zoo groote zeldzaamheid, dat het ons
nog niet gelukt is haar in het oorspronkelijke terug te vinden, heeft op de vz.
Maria als Koningin des hemels gekroond, met den nimbus, den schepter in .de
regterhand en het kind Jezus op den linkerarm, en omringd door twee rijen
omschriften. De binnenste rij luidt:
XII * STVVER * PENNING
de buitenste:
PERDI * ROMA * IMPE * SEM * AVGVS.
De kz. verschilf niet van die der N° 24, en aangezien beide munten van de
zelfde grootte zijn, is het waarschijnlijk dat ook de Sprenger een twaalfstuivers-
penning zal geweest zijn.
N° 26, weder eene munt die ons tot heden toe niet in het oorspronkelijke is.
voorgekomen ¡heeft op de vz. mede Maria als Koningin des hemels,. met het
kind Jezusy doch; thans in de.zon goplaatst. Omsohrift:
NA • LVTIC ■ BETZL SCHROT V - KOR.
om aan te duiden dat deze munt het gehalte en gewigt bezat van de -Luiksche
munt, die zij navolgde. Welke munt' (waarschijnlijk van Bisschop Gérard van
Groesbeek,. 1563__1580) hier bedoeld zij, wordt aangewezen,:te weten Luiksche
zoogenaamde Bedelaarsdaalders.
Op de kz. ziet men den leeuw uit het geslachfaswapen van Brederode,, terwijl
het omsohrift luidt: .
* m a r . I) * BR * AB .* D * WER * ERI4 S * THORE, »
d. i. Ahdis des wereldlijleen frien stifts Thoren,
N° 27, waarvan wij het geluk hadden. twee exemplaren in.het oorspronke-
lijke te ontdekken, heeft op de vz. den dubbelen gekroonden Rijksarend.
Omsohrift: , .
EERD1NANDVS ■ ROM - IMP • SE • AV.
Op de kz. bevindt zieh de leeuw der Brederode’s, terwijl de barensteel zieh
in den rand voor het omschrift vertoont. Dat omsohrift luidt :
MONETA ■ NOVA • THORENSIS
Z. Het exemplaar van het Kon. Kabinet weegt 5,75 w.; dat in de Verza-
meling van den Heer s t r i c k e r 7,2 w.
N° 28, door ons ontleend aan het Münzhuch van s t u r m e r , heeft op de vz. .
het vierleeuwig wapenschild met heim en helmteekens. Omschrift: :
MARGA • D • BREDROD • AB • EVN - SE - THOREN.
Op de kz. ziet men den strijdenden AartSengel Michael met schild en zwaard
en het verslagen monster aan. zijne voeten. Het omschrift is:
PENIG - VA • XH • STVFER
Ons nimmer in het oorspronkelijke voorgekomen,
N° 29, eene dito munt als de N° 27, heeft tot omschrift, rondbm den dub- •
belen arend, op de vz. -.
NA * LVTIC * BET3L * SCHROT * VN * KORN
Op de kz. ziet men thans den barensteel boven den leeuw in het veld der
munt geplaatst en luidt het omschrift: