
 
        
         
		zìende  (het  kasteel  Vogelsanck  werd,  onder  anderen,  in  1371  ingenomen  en  
 verbrand),  moest hij  zijne aanspraken  laten  varen.  In  ruil voor  dezen  afstand  
 verkreeg hij  eene jaarrente van  3000  goudguldens.  Aarnoud  overleed  in  1365  
 zonder nakomelingen na te laten, en had tot erfgenaam zijner heeriijkheden zijn’  
 neef  Willem,  Heer  van  Hamael,  zoon  van  Elizabeth  van  Oïey,  en van  Jan,  
 Heer  van  Hamael,  die  de  heeriijkheden  van  Vogelsanck,  Zolder,  Zonhoven,  
 Stapelen  en  Hamael  onder  zijne  magt  vereenigde. 
 Willem van Hamael was  een  der dapperste Bidders van zijn tijd.  Reeds had  
 hij,  gedurende den  oorlog  van  zijn  oom Aarnoud tegen  den Bissehop van Luik,  
 diens zaak met moed en  hartelijke  deelneming voorgestaan.  Daarna  diende hij  
 onder  de  banier  van Wenceslaus,  Hertog  van Braband,  en  vergezelde  hem op  
 alle zijne krijgstogten ;  hij eindigde  zijnên  levensloop in  den  slag van Baesweiler  
 op den  22 Augustus  1371,  toen  hij  bepröefde om zieh door de Geldersche ben-  
 den heen te slaan  en  alzoo de  wápenen van  zijnen. Leenheer te  doen zegevieren. 
 Nadat Willem  van  Hamael zonder  zonen  na  te  laten  overleden  was,  kwam  
 Jan,  Heer van  Eiteren  of Alsteren, Erfinaarscbalk van het Aartsbisdom Keulen,  
 die met Maria van  Hamael, Willem’s oudste dochter,  gehuwd was, in het bezit  
 zijner  heeriijkheden. 
 In zijne hoedanigheid van Heer van Vogelsanck munite Jan van Eiteren te Zol-  
 der.  De Heer p e r r e a ü  ,  aan  wien  wij deze geheele mededeeling ontleenen,  gaf  
 twee munten  van hem in het licht,  die wij onder N° 1 en 2 hebben ovetgenomen. 
 Op  de vz.  der beide munten  ziet men  een  vierveldlg  wapenschild.  .De Heer  
 p e r r e a ü   geeft de beteekenis der verschillende kwartieren, die in I en 4, en weder  
 in 2 en 3 de zelfde zijn, niet op.  Het wapen der van Elteren’s of Alsteren’s is van  
 goud,  viermalen  gebalkt  van  keel,  waarover  een  klimmende  leeuw  van  zilver,  
 gekroond,  geklaauwd en  getongd  van  goud ;  en  dat  der  Hamael’s ,  hetwelk  Zij  
 doorgaans met het hunne kwartileerden,  eene fasce van  vijf roode ruiten  op  een  
 veld  van  zilver.  Het  omschrift  van  N°  1  is : 
 >%>  io ^ s  s o a  s (aiiW a)R aB  « d b s  s (D a) v o g 
 welk  opschrift  op  N°  2  sehijnt  te  eindigen  in  VOGS. 
 N°  1  heeft op de kz. een Karolingisch kruis binnen een pareirand.  Omschrift: 
 rao n arn ffi.  b o v h  * p k g t k ................ 
 N°  2  heeft  op  de  kz.  een  gevoet,  geopend kruis;  in  het  hart daarvan  staat  
 de  letter  I.  Het  omschrift  is: 
 (monam® B)OV75 * svuRaBS. 
 De  eerste  munt  werd  in- teekening  door  den  Heer l e l e w e l   aan  den  Heer  
 pek rea ü   medegedeeld;  de tweede bevindt  zieh  in het  bezit  van  laatstgemelden,  
 die  het  gewigt  niet  opgaf. 
 De Heer  p e r r e a ü   meldt verder,  dat  het  sehijnt  dat  Jan  van  Eiteren  of Alsteren  
 de heeriijkheden  Zolder en  Zonhoven  heeft moeten  afstaan  aan de  nakomelingen  
 zijner  schoonzuster,  die  gehuwd  was  met  Engelbert van der Mark,  
 Heer van Louverval,  wien«  dochter  in  het  huweiijk trad met  Gérard van  Bas-  
 togne,  kastelein  van  Durbuy.  P er r ea ü   deelt  twee munten mede van hunnen  
 zoon  Hendrik  van  Bastogne,  te  Zolder  vervaardigd. 
 11°  1,  een halve griffoen,  geslagen  volgens de type der Luiksche munten  van  
 Bisschop  Jan  van  Beijeren  (1390—1418);  zie  renesse  brerdbach ,  Monnoyes  
 de Liege,  PI.  9, N°  4;  heeft op  de  vz.  den griffoen of grijpvogel, die een vier-  
 veldig  wapenschild  vasthoudt, van  welks kwartieren  de  N’  1  en  4  waarschijn-  
 lijk  dat  van  Zolder  zijn',  en  in  2  en  8  het  geslachtwapen  der  Bastogne’s  zal  
 gevonden  worden.  Buiten  den  pareirand  leest  men  het  opschrift: 
 ■fl  fjSR • D a • B7SSW • DBS SVIiRaßS 
 Op de  kz.  rust  een  Ornament,  dat eenigzins afgesleten  is,  doch  dat,  even als  
 de  bovengenoemde  Luiksche  munt  het  Beijersche  wapensohildje,  ook  wel een  
 wapen  bevat  zal  hebben,  op  een  vierbeenig  gevoet  kruis.  Omschrift: 
 MOBa j üfm • b o   |  V2s • s v  j liR an. 
 Het  gewigt dezer munt,  waarvan  wij  de afbeelding uit het Ve Deel der Hevue  
 overnemen,  is  door  den  Heer  p e r r e a ü   niet  opgegeven. 
 N°  2,  van  de  zelfde type als de vorige munt,  verschiff alleen  door het om-  
 schrift  der  vz.,  dat  thans  luidt: 
 *   ijaR  • o a  • B7ssm ■ d b s  • s o ß v a . 
 d.  i.  Heer  van  Zonhoven. 
 Op  de  kz.  Wordt  gelezen: 
 MOBa  | JP7C ■ BO  |  V3S SV  ]  IiRaB. 
 Ook  van  deze  munt  is  ons  het  gewigt  niet  medegedeeld  geworden.