
Heer c h a l o n te regt in de Bernte opmerkte, niet te denken dat Johanna van
Wezemaal in die zelfde plaats munt zoude hebben laten slaan, welke het niet
blijkt dat zij immer bezeten heeft, en de nabootsing van welker munten geens-
zins in haar belang zoude geweest zijn.
De Heer w o l t e r s meent dat wij hier te doen hebben met Ordingen bij St.
Truyen (1); dat Ordingen werd omstreeks de helft der 17“ eeuw door de familie
van Horion aan de Duitsche Orde verkocht. W o l t e r s meldt ten slotte te
moeten aannemen, dat er in de heerlijkheid Rummen (wier beginletter, de B,
toch in het hart van het kruis voorkomt) eene zekere plaats zal gelegen geweest
zijn, waardoor die naam op de munt gekomen is.
Op N° 19 Staat in den rand der kz.:
SRORSmTi SROV2S S D© S GGRDH
terwijl de R in het kruis of bij het stempelen niet gevat heeft of weggesleten is.
N° 20 heeft op de vz. een wapenschild met vier dubbelstaartige leeuwen. De
Heer p i o t geeft niet aan van waar deze ontleend zouden zijn, want waarschijn-
lijk is het eene nabjootsing, misschien wel van eene vroeger weinig talrijke Bra-
bandsch-Lunburgsche munt, hoedanige ons echter bij onze veeljarige nasporingen
nimmer voorgekomen is. Omschrift:
>£ IOfjKRRTS S OS VVSiKZS.
Kz. eene lelie binnen een breed gevoet kruis. Omschrift :
»j. ixioxisnnK ■ rovts : rvsr.
N° 21, eene dito munt, wat de vz. betreft, doch met zeer schuinsche plaat-
sing van de leeuwtjes in het l e en 4C veld, terwijl die in het 2e ten onderste
boven Staat, heeft tot omschrift:
.. OfjTSßXITS s D® S WSSS.
en op de kz. een gevoet kruis met twee leüen tusschen de beenen binnen een
cirkel. Omschrift: MO_ ... 2i • KOVK j OS : RV.
N° 22, zeer flaaüw afgestempeld, heeft, doch zeer onduidelijk, weder op de
vz. het wapenschild, van 14., 16, 17, 18, 19, enz. Van het omschrift is
alleen zigtbaar:
(1) Notice historique, boven vermeld, peg. 177.
IO . . n n 7Î D IR (P)
i Op. de kz. ziet men de letter R binnen het gewone breedgevoete kruis. In
den rand vertoonen' zieh alleen eenige verwarde letters.
N 28 , die wij even als de vorige aan de Plaat van l e l e w e l ontleenen, is
in het porsprenkelijk misschien eene overgestempelde munt, en wel op eene
mpnt van Hoorne. Ook de Heer p i o t (lievue t. a, p. pag. 438) beschouwt de
mnnt als zoodanig. Op de kz. ziet men:
IOfyK S OS S.........
Rondom het wapen : - ... RS V2S SI . ... .■
Op onze Supplementplaat XXXI1 deelen wij aan. het einde nog eene kleine
koperen munt mede, waaraan wij kennis kregen door de Bevue de la Nrnnima-
tique Française van 1846 , Pl. X, N° 17.
Op de vz. ziet men eene groote lelie in een compartiment, omringd door een
parelcirkel. Pmschrift :#
IOljHRRTÏ S O© S WS2SSR2S.
Op de kz., bevindt zieh een Karolingisch kruis, weder binnen een comparti-
ment, en omringd door* een parelcirkel. Het omschrift is:
# JROR© S ROV2S S RVfRS.
Het gewigt wordt niet opgegeven.
MUIVTEIV VAIV REKHEISI.
Men meent dat ter plaatse, waar op de kaaft van Peutinger Feresne gevon-
den wordt, aan den linkeroever van de Maas, op ongeveer twee uren ten noorden
van Maastricht, het latere Reckheim of Bekheim gesticht is. Alzoo zöude de
plaats reeds ,ten tijde der Romeinen bewoond geweest zijn. In de middeleeuwen
verrees er allengskens een trotsch kasteel, dat lang tot woonplaats der Heeren,
later RijksgraVen, van Reckheim gediend heeft, en dat omringd werd door en
tot bescherming verstrekte van een klein stadje van dien naam, waarbij zieh
vroeger twee kloosters bevonden.