
hij in 1378 genoodzaakt was de wijk te nemen, toen zijne onderdanen te Luik
tegen hem in opstand waren geraakt. Eerst in 1376 keerde hij naar de stad
Luik terug.
-Aarnoud van Hoorne, de opvolger van Jan van Arkel, heefthok te St. Pieter
gemunt. — Hoewel Jan van Beijeren in 1406 de wijk naar Maastricht nam en
daar tot in 1408 vertoefde, schijnt hij er geene munt geslagen te hebben; al-
thans is er tot dus verre geene ontdekt.
Zijn opvolger op den Bisschoppelijken zetei, Jan van Heinsberg, veranderde
dikwerf van verblijfplaats. Hij kwam ook niet zelden te Maastricht. Gedu-
rende een dezer verblijven hervormde hij de muntinrigting te St. Pieter. Bij
eene Ordonnantie van 8 kebruarij 1450 beval hij de vervaardiging aldaar van
kleine zilveren muntstukken van goed gehalte, en droeg aan zijnen Hoog-Sehout
te Maastricht het toezigt op over de vervaardiging en de juistheid van gehalte,
gewigt en de uit te geven waarde der muntstukken (1).
Hoewel de Bisschoppen Lodewijk van Bourbon en Jan van Hoorne dikwerf,
gedurende de onlusten in het Luiksche, de wijk naar St. Pieter genomen hebben,
blijkt het niet dat er onder hunne regering gemunt is. He siechte werking der
Munt schijnt ten gevolge gehad te hebben dat zij opgeheven werd.
De Bisschop Cornelis van Bergen beproefde in 1542 om eene Munt te Maastricht
daar te stellen, maar de Landvoogdes Maria van Oostenrijk was niet zoo-
dra daarvan onderrigt, of zij liet. den ambtenaren des Bisschops gestrenge-
lijk, zoo op den 9 December 1542 als op den 10 Januarij 1543, het geldslaan
verbieden, terwijl zij zieh grondde op de Oude Caerte van 1283 , die, gelijk
wij boven reeds zagen, den Bisschop ontzeide om zonder medewerking van den
Brabandschen Hertog te Maastricht te munten.
Wij laten hier volgen de door den Heer p e rre a u in de Heme t. a. p. bl.
64—66 medegedeelde lijst der door hem ontdekte, te St. Pieter geslagene,
munten, aangevuld met de later door ons ontdekte:
Engelbert van der Mark (1345—1364).
Vz. Ben arend, die het wapenschild van Van der Mark in de klaauwen
(1) Het oorspronkelijke stuk bevindt zieh nog in het Archief der stad. Maastricht.
houdt, binnen een compartiment van negen bogen, en verder omringd door een
parelcirkel. Omschrift:
»f. ancaijBTOvs • n a i 0 0 g r t j - n a o o a p s
Kz. Een Karolingisch kruis, omringd door twee rijen omschriften; het bin-
nenste luidt:
>£ MOREW2S i S' . PEWRI o rp
Deze laatste letter beteekent waarschijnlijk Trajectensis..
In den buitenrand Staat :
>£. BfiDicrov • sro • n o m a • d p i • n m ■ ii^v • ttpr
Z. weegt 3,6 w. Bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet te ’s Hage, en is
daarnaar afgebeeld öp onze Supplementplaat XXX, N° 2. Is mede voorhanden
bij den Heer v. d. m eer te Tongeren.
Twee exemplaren, bij de Heeren van d e r m eer en p e rre a u te Tongeren
voorhanden, hebben op de vz.: LaO • 3 P S ; terwijl op de kz. zal staan:
S : PaTR l TW' (Jiectcrms, voor trajectensis?).
Een ander exemplaar bij den Heer van d e r m eer heeft: IiO'D aP .
Op onze Supplementplaat XXXI deelen wij onder N° 4 en 5 gemelde munten
mede, ons in cliches (die echter zeer onduidelijk waren door het afgesletene
der munten) welwillend door de HH. v. d. m eer en p e rre a u medegedeeld.
Men ziet dus welk eene groote verscheidenheid van Stempels er van deze
muntsoort te vinden is.
Verder bestaat er [wij werden niet in de gelegenheid gesteld ze af te beeiden]
een kdlve groot.
Vz. Een ärend zonder schiid. Omschrift:
% an caiiB • o a i ■ g r k • a p v s • uo ■
Kz. Een gevoet kruis. Omschrift:
raonaTP2i • s paTpRi
Ook nog een sterling:
Vz. Een arend, die het schiid van Van der Mark vasthoudt. Omschrift:
>£ an caitB aR — a p s ■ n ao .
Kz. Een gevoet kruis dat tusschen de beenen twaalf bolletjes heeft en het
omschrift in vier gelijke deelen scheidt.-