
ln hot hart van lu>t kruis op da ka. vertoont isioh aono latter, wiutrsohijnlijk
eene Iv Hat omschrift is door onduidelijkheid gehsei onvei'khutrbanr.
Van het omschrift rondotn hat wapensohild op N“ 58 is alleen loosbaar:
lo^Tcnnes o .........
Van dat op de ks, s
. onsiM! s nov • o s • brogi.
MUNT VAN RIECH T.
Bicht, 00k wel eens Biecht gespeld, was de naam eener zeer kleine heerlijk-
beid , zaanigesteld uit een kasteel, dat te Obickt, gewoonlijk Obbicht geheeten,
gelegen was, alsmede uit het regtsgebied over de dorpen Bicht, Papenhoven en
Overbroek. Zij lag op den regter Maasoever, ten westen van Born en Lim-
bricht, ter plaatse waar de Hertogdommen Gelre, Gulik en bet land van Luik
eäkaader nadeiden; ten gevolge daarvan maakte ieder der Vorsten van gemelde
landen aaasjaaak op de heerlijkheid Bicht,
Tijdeos de overwinningen der Franschen, ten gevolge der omwenteling van
het batst dar i S' eeuw, werd Bicht als eene vrije streek grönds beschouwd,
doch die ondergeschikt was aan het Leenhof van Roermond; thans is de plaats
in het Kanton Sittard, anondissement Maastricht gelegen.
Gerard van der Mark, leenman van Hertog Jan III van Braband, komt bij
BCTKtvs (Tropi. de Brab., I, 453, en II, 165) voor als Heer van Redichem
ea Biecht. Hij was soon van Engelbert, Graaf van der Mark (f 1277), die
sedert 1268 met Isabella van Valkenbnrg gehawd was.
Later twain Iliccht aan het geslacht van Dunck of van der Donck. Jan van
tier Donck verinef. omtrent het jaar 1444, een WIkrader leen bij het hof van
Valkenbmg (' Wikrader Leewregister te Valbenburg, M. S.)
.Anna van Donck, erfvTonw tot Biecht, huwde Willem van Vlodorp, die in
1356 als verhefier zijner Geldersehe leenen voorkomt. Anna van Donck had
under andere hinderen eene doehter Alverta, welke de heerlijkheid Biecht erfde,
en 1“ met Karel van .Bronkhorst, 2° met Filips van Bentinck huwde. Bedert
dion tijd bleef de heerlijkheid Iliccht cn Papenhoven aan het edele huís Bentinck,
Do oudste bezitters dezer heerlijkheid, die de Heer no® heeit knnnen op-
sporen (1), is de famille van der Donck, tot welke misschien ook behoord heeft
Jan van der Donek, Amman van Grave en het land van Kuik, die op de jaren
1405 en 1467 voorkomt (2).
Het is den Heer p io t niet gelukt zieh te vergewissen of deze Jan van der
Donck de zelfde is, die ten jare 1475 verklaarde het leen van Bicht te be*
zitten (8). •
P io t vond het volgende :
Jan I van der Done, Heer van Biecht, huwde N. N., f na 1475.
Jan II van der Donc, Heer van Biecht, huwde N. N.
Anna van der Donc, Vrouw van Biecht, huwde omstreeks 1542 Willem I van
I Vlodorp, f 1561.
Willem II van Vlodorp, Heer van Biecht, huwde N. N., f omstreeks 1564, enz.
want de verdere opgaven van piot gaan bniten de ons gestelde grenzen, te
weten de Paciflcatie van Gend.
De volgende munt is geslagen door Jan I van der Done, die omstreeks de
helft der 15“ eeuw leefde.
Vz. een vierveldig wapenschild. Tn 1 en 4 een gedeeld schild van Loon en
Chiny; in 2 en 3 een leenw, misschien die nit het wapen van Heinsberg; ab
surtout een schildje, waarvan de figuren hoogst onduidelijk zijn (4). Omschrift :
* lo a n s ' V2ÎI2 DOB • DOSIj
Op de kz. binnen een parelrand een gevoet krais, in welks hart eene onzekere
figuur, die wel iets van de hoomen van een hert heeft. Omschrift:
fBOBSHKZS : HOVE BICiV.
(1) Zie Revue de la Numismatique Belge, 11 le Serie, T. I , 1857, p. 299-
(2) Zie NIJHOFi?, Gedenkwaardigheden, IV, bl. 362 en 410. In Ded I I , M. 209,
komt een Jan van der Done voor, die in 1366 Drossaard van het land van Loon wes.
(8) Zie vooral de noot op bk 300 van bovengemeld Deel der Reme.
(4) Van der Donck tot Biecht wordt gedeeld en chef van hermelijn, en punte van
silver. Een stamboom van bet geslacht van Donek bernst in het openbaar Archief te laut.
13*