
ÎPOP I SWK [ fi! P S | 1TRI.
Eerst in September 1861 werden wij in de gelegenheid gesteld deze munt
te laten afbeelden op onze Pl. XXXIII,
Verder geven wij nog een groot op onze Pl. XXX, N°'l.
Vz. Het gemijterde borstbeeld van den Bisschop van voren te ziea, binnen
eenen parelcirkel, omgeven door twaalf bloemschildjes. Omschrift:
♦SPG' SPS' BSOQ'
Kz. Een gevoet kruis met twee rijen omschriften. Het binnenste luidt :
MOP | ETE25 | S'PE | WRl
Het bujtenste:
BPDIGTV, enz.
Z. weegt 2,1 w. en bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet, terwijl de munt
niet voorkomt op de lijst van den Heer p e r r e a u .
Eindelijk nog een sterling, het. eerst in de llevue Beige van 1861 uitgegeven
en door ons overgenomen op onze Supplementplaat XXXIV onder N° 1.
Op de vz. ziet men een arend, die het sehuins geplaatste wapenschild van
Van der Mark onder de pooten heeft. Omschrift:
►£< EPGEliBTR • | EPS : XiEO.
De kz. vertoont de gewone type der Sterlingen : een tot aan de einden der
munt reikend gevoet vierbeenig kruis; tusschen die beenen de twaalf bolletjes.
Omschrift :
MOP | ET2S 1 S' » PE | ftlRI
Weegt 1,02 w . in de Verzameling van den Heer u . c a p i t a i n e te Luik.
Een groot. Jan van Arkel (1364—1378).
Vz. ’s Bisschops gemijterd borstbeeld van voren te zien, hebbende zijn fami-
liewapen voor zieh op de hörst, terwijl dat wapen mede op een rond schiid in
den geborduurden rand gezien wordt, die het borstbeeld omgeeft K in welken
rand verder elf schildjes, die bloemen bevatten, gezien worden.
Rondom het borstbeeld Staat:
IOty ■ SP — S • LSOD
Kz. Een lang, gelijkbeenig kruis, dat aan de einden als gespleten is, aan
welke spleten een punt gezien wordt. Het kruis doorsnijdt het binnenste omschrift
, dat luidt :
MOP Í EW2Î I S' • PE I IMM
Het buitenste omschrift is :
BPDIGWV, enz.
Deze munt, die zieh in het Kabinet van den Heer van d e r m eer te Tongeren
bevindt, is ruw afgebeeld in ren esse b re id b a c h , Hkt. Num. de Liège,
PI. 8 , N° 1 .
In de zelfde Verzameling van den Heer van dRr Meer bevindt zieh een ander
exemplaar dezer muntsoort, waarin het Arkelsche wapenschild in den rand
zieh niet rond, maar driehoekig vertoont. Beide munten worden door den Heer
ren esse Gros Bourgeois genoemd.
De helft der voorlaatste mûrit, dus een enkele groot (door ons afgebeeld op
onze Supplementplaat XXX, onder N° 3) , van zeer siecht gehalte en ook niet
best bewaard, heeft geen onderscheid in - type en omschriften (voor zoo verre
zigtbaar), doch weegt slechts 1,6 w.
Een andere groot, zilveren Peter geheeten, heeft op de vz. het borstbeeld van
den Heiligen Petrus met een sleutel in de hand en het wapenschild van Arkel
vóór zieh. De Heilige bevindt zieh binnen een, compartiment van vijf dubbele
bogen. In den rand staat het omschrift:
MOPS1>7T % S7Ï = . PGOTÍ % P6ÎTRI
Op de kz. ziet men een zeer versierd kruis en :
^ IÔfjTïPPeS I SPS Î LSODISPSIS.
De munt bevindt zieh in de Verzamelingen der Heeren v. d. m eer en s e r ru re .
De bähe zilveren Peter versehilt alleen van den vorigen daarin, dat Petrus
een Bisschopsstaf in de eene en een sleutel in de andere hand houdt. Omschrift :
•i« MOPST2S : S2Î ■ : PGTI : PSTRI.
Kz. als van den geheelen.
Voorhanden in de Verzameling van den Heer v. d. m eer en door ons op
Pl. XXXI, onder N° 7, volgens een welwillend overgezonden cliche afgebeeld (1).
(1) Na de gravure onzer Plaat verseheen in de Revue Beige van 1861 eene betere