
 
        
         
		huis  van  Herstal,  kwam  zijne  heerlijkheid  aan  het  spinrokken  of  in  de  vrouwe-  
 lijke  linie,  te  weten  aan  zijne  zuster  Beatrix,  doch  daar  deze  den geestelijken  
 stand  omhelsde,  hebben  wij  daaraan  de  groot  te  danken,  die  Hertog Jan  III  
 van  Braband  liet  slaan,  nadat  de  heerlijkheid of het leen  van  Herstal  weder tot  
 zijne  landsdomeinen  was  teruggekeerd. 
 Op  de  vz.  ziet  men  eenen  gekroonden  Vorst  staande,  met  den schepter in  de  
 regter-  en  den  rijksappel  in  de  linkerhand.  Het  omschrift  is :  
 lO ij.. . RKBTÎIOTIS  DVX. 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  een  versierd,  als  in  bloemsieraden  eindigend,  kruis.  
 Omschrift : 
 . . KSTOS 1 D© : XaERSTOEHO. 
 Deze groot bevindt zieh in het Kabinet van den Hoogleeraar s e r r tjr e   te  Gënd.  
 Waarschijnlijk  sluit  deze  munt  de  reeks  der geldstukken  van  het  Brabandsche  
 leen  Herstal.  Zij  is,  volgens  de  meening  van  den  Heer  p e r r e a u ,  geslagen  na  
 den  dood  .van  de  zoo  straks  vermelde Beatrix,  die  in  1339  plaats  had.  .Hare  
 allodiale goederen  gingen  over  aan  hären  neef Willem  V,  Heer  van  Hoorne  en  
 Altena,  die  een  zoon  was  van  Johanna  van  Leuven,  moei  van  Beatrix  (1). 
 Hoewel wij  hier  zouden  kunneü  eindigen,  willen  wij  nog met enkele woorden  
 mededeelen  wat  de Heer p e r r e a u   t.  a.  p.  over de  verdere  lotgevallen van  Herstal  
 heeft  geboekt. 
 De  heerlijkheid  Herstal bleef langen  tijd in  het  bezit  der Heeren van Hoorne.  
 Zij  verkochten  haar  eindelijk aan  Lambert,  Heer  van Oupeye  (2),  wiens nako-  
 melingen  haar  tot in  1436  bezaten.  Toen  werd  Herstal  verkocht  aan  den Heer  
 van  Croy,  die  het  landje  reeds  in  1444  overdeed  aan  Maria  yan  Heinsberg,  
 echtgenoot  van  Jan,  Graaf  van  Nassau  (3). 
 Het  geslacht  van  Nassau-Oranje  behield  den  eigendom  dezer  heerlijkheid  tot  
 aan  den  dood  van Prins Willem III, Koning van Engeland.  Door de verdeeling  
 van  diens  nalatenschap  kwam  Herstal  aan  Frederik Willem,  Koning  van  Pruis- 
 (1)  De  Heer  p e r r e a u   verwijst  naar  b u t k e n s   en  v il l e n f a g n e . 
 (2)  H em ricourt,  Miroir,  enz.,  I e  druk,  p.  44. 
 (3)  Delvaux,  Tome II,  p.  118. 
 sen,  wiens  zoon  en  opvolger  haar  in  1740  voor  de  som  van  150,000  kroonen  
 aan  het  Prins-Bisdom  van  Luik  verkocht. 
 Door  dezen  aankoop  maakte  de  Luiksche  Bisschop  George  van  Bergen  zijn  
 Vorstendom  bepaalde  eigenaar  van  de  baronnie van Herstal,  waarop de kerk van  
 Luik  in  verschillende  tijden  hare  aanspraken  had  willen  doen  gelden,  welke  
 daarop  steunden,  dat  het  dominium  utile van  Herstal ten jare  1171  aan de kerk  
 van  Luik  geschonken  was  geworden,  en  dat  het opperbestuur  daarover  met  een  
 deél  van  het  grondgebied  ten  jare  1550  door  Keizer  Kare! V,  in  ruil  voor het  
 stuk  gronds  waarop  de  stad Marienburg  gebouwd  was,  afgestaan-was  geworden. 
 Wie  aan  de  Heeren  van  Herstal uit het  huis  van  Leuven  het  muntregt  geschonken  
 hebbe,  gelijk de meeste Baronnen  van  hunnen  tijd het (dikwerf per fas  
 et nefas)  uitoefenden',  is  even  onbekend,  als  waar  hun  munthuis gestaan  heeft.  
 De  meeste  van  hunne  geldstukken  komen  zeer  weinig  voor;  de  tweede  der  
 beschrevene  nog  het  meest. 
 M U N T E N   VAN  H E U S D E N . 
 Heusden  is  eene  zeer  oude  plaats  in  Nederland.  Het  was  oudtijds  in  de  
 Gouw  Testrebenti  of Teisterband gelegen.  Van  d en   b e rg h   zegt  in  zijn  Hand-  
 boeh  der  Middelnederlandsche  Geographie  (Leiden  1852),  bl.  204, dat Heusden  
 in  772  voorkomt  onder  den  naam  van  Hunsetti,  ook  onder  dien  van  Hunsete  
 of  Hunsate  super  Mosa. 
 Wij  vonden  aangeteekend  dat  de  plaats  in  839  door  de  Noormannen  geplun-  
 derd  en  verwoest  is  geworden  [v a n   d e r   a a  ,  Aardrijksbmdig  Woordenboek  der  
 Ne der l.  op  dit  woordj. 
 Beurtelings  behoorde Heusden,  dat  als  op  de  grenzen  van  Braband,  Gelderland  
 en  Holland  ligt,  weder'opgebouwd  zijnde,  tot Braband  en  Holland,  en  
 maakte  met  de  omliggende  streek  (het  land van Heusden geheeten)  een  leen uit,  
 dat het  Kleefsche huis in  bezit  had  van  de Hertogen  van  Braband,  en  dat  het  
 weder in  achterleen  uitgaf aan  een  zijner  takken,  waarvan de leden alzoo Heeren  
 van  Heusden  werden.