
 
        
         
		opperschildje  of  surtout  op  rust,  hetwelk  uit  drie  kepers  schijnt  te  bestaan.  
 Op  de kz. ziet men  eene B  in het hart van een gevoet kruis.  Het omschrift is :  
 •i«  ÍROR(SW2í) BOV25 • OS • BROSG' 
 Nieuwe  munt  van  Brengel  (?). 
 N°  16,  slechts  gedeeltelijk  gestempeld,  heeft  weder  eene kleine verandering  
 in  het  wapenschild,  en  vertoont  de  letter  B  in  het  hart  des kruises  op  de  kz. 
 Het  overgeblevene  OIG  in  het  omschrift  der  kz.  schijnt  op  sit nomen dom.  
 benedic,  te  wijzen. 
 Omtrent  N°  17  hebben  wij  alleen  aan  te  merken,  dat  op  de  vz.  staat: 
   BOG. 
 iets  dat  op  Dominus  de  betrekking  schijnt  te  hebben. 
 Op de kz. vindt men weder de letter B in het hart van het kruis.  Het omschrift is :  
 <í>  JBOBG25  BOV2S  D  BRO. 
 N°  18  heeft  in  den  xand  op  de  vz. : 
 IOljTSS 5 ...........OS  DBS 
 En  op  de  kz. : 
 ■f.  SBO.............. BROGGGB 
 terwijl  zich  de  letter  B  weder  in  het  hart  van  het  kruis  vertoont. 
 N°  19  heeft  tôt  omschrift  op  de  vz. : 
 IOIjTî B ... S 2 OS 2 BVIBOS . OS  
 Op  de  kz.  (die  eene  D  in  het  kruis  heeft)  staat: 
 «ï<  ÎBOBSWTS S BOV25 2 OS 2 BROGGG  
 N°  20  heeft  op  de vz. : 
   S BVIBDS 2 O' » OS • BRO. 
 De  kz.  vertoont  in het  hart  van  het  kruis  eene  S   en  in  den  rand: 
 hobgtoe: ___ OSGS. 
 N°  21  heeft  op  de  vz.  het  omschrift: 
 q*  1 0 .............2 BVIBOS 2 DI. 
 Op  de  kz.  ziet  men  tusschen  twee  der  vier  beenen  van  een  eenvoudig  ge-  
 voet-  kruis  vijfbladerige  bloempjes.  Omschrift: 
 . .  |  ..  | W2S  |  BR'» 
 N°  22  heeft  in  den  rand  der  vz. : 
 . . 25BBGS i OS 2 BVIB  
 Op  de  kz.  vindt  men  de  bloempjes,  als van N°  21, thans tusschen  de vier  
 beenen  van  het  kruis.  Omschrift: 
 I .  |  . mv  |  VIB  j ___ 
 voor  ons  onverklaarbaar. 
 N,°  23  geeft  in  het  omschrift  te  lezen: 
     BSS  OS  BVBD. 
 Van  het  omschrift  op  de kz.,  op  welke zijde  men  een  lang  vierbêenig kruis,  
 zonder  eenig  sieraad  tusschen  de  beenen,  ziet;  weten  wij  niets  te  maken. 
 N°  24  heeft  weder  een  surtout  op  het  groote ronde wapenschild.  Van  het  
 omschrift  zijn  slechts  ènkele  letters  zigtbaar. 
 Ben  eenvoudig gevoet kruis  op de kz.  deelt het omschrift  der munt als volgt :  
 ÎBÔH  |  GBITS  |  HÛV  ]  25 : BR  
 N°  25  en  26  hebben  beide  de zelfde voorzijde,  die weder,  wat het  wapenschild  
 betreff,  zeer  weinig  verschilf  van  die  van  N°  24.  Het  omschrift  is:  
 IOïïS • DBS • OS • BROSGfjli  
 Zoodat deze munten missohien beter onder een afzonderlijk hoofd, die der Heeren  
 van Breugel, hadden moeten worden gebragt.  De zaak is ons nog duister, gelijk  
 er trouwens nog  veel  op te helderen zoude zijn in de muntgeschiedenis der kléine  
 Dynasten  längs  de  Maas. 
 Op  de kz.  van  N°  25  en  26  ziet men  een  kôrt, in breede einden uitloopend,  
 gevoet kruis.  Op N°  25  met  eene schuins  geplaatsté letter V in  het hart,  terwijl  
 op  N°  26  eenig  verward  teeken  in  dat  hart  te  zien  is. 
 Het  omschrift  van  N°  25  luidt: 
 HOBST25 : BOV25 : P2SQ;rB25 • B i 
 en  op  N°  26 : 
 «î<  HOBSmK : BOV25 : F25GOT2Ï BIi  
 doch  de  laatste  figuur  is  onduidelijk. 
 N°  27,  weder  met  versehil  in  het  wapenschild,  heeft  tot  omschrift: 
 IO^B • V25H • BVIH : H (?) ISI  
 Op  de  kz.  schijnt  eene  S   in  het  hart  des  kruises te  stàan.  Het omschrift  
 bevat  eenige  voor  ons  onbegrijpelijke  deelen  Van  woorden.