
 
        
         
		MÜNTEN  VAN  HET  GRAAFSCHAP  HOORNE  (OÜDTIJDS  HORN,  
 HURNE,  HOERNE  EN  HEURNE  OF  HORNES). 
 Het  voormalige  Graafschap  Hoorne  was  gelegen  op  den  linkeroever  van  de  
 Maas,  tegenover  het  dnsgenaamde  Overkwartier,  het kwartier van  Gelderland  
 over de Maas ,  waarvan  Roermond  de  hoofdplaats was,  later door staatkundige  
 redenen  van  Gelderland  vervreemd  geraakt  en  onder Limburg  gekomen.  Het  
 sterke kasteel Horn  of Hoome  (1),  even  als het dorp van dien naam, alleen door  
 de  Maas  van  de  stad  Roermond  gescheiden  en  das daartegen over  liggende,  
 gaf den  naam  aan  het  land,  terwijl  het  kleine  stadje  Weert,  drie uren  verder  
 aan  de  tegenwoordige  Zuid-Willemsvaart  gelegen,  er  de hoofdplaats van  was.  
 Het land van Hoorne was  ten zuiden  en  westen  door  het  grootere  Graafschap  
 van  Lohn  of  Looz,  ten  oosten  door de  Maas,  en  ten  noorden  door het  oude  
 Graafschap  Kessel begrensd.  Men  vond er in  de vrijheden Weert, Nederweert,  
 Leijveroy en Wessem, de dorpen Beegden, Buggenum, Geystingen, Home, Halen,  
 Heithuizen,  Neer,  Nunhem,  Ophoven  en  Roggel;  verder de kloosters Weert,  
 Keizerbosch,  St. Elizabeth  en  Nunhem,  alsmede de heerlijkheden  Goor en  Al-  
 dengoor;  eindelijk  vond  men .er  in  als enclaves,  die regtstreéks  van het Room-  
 sehe  Rijk afhingen, het  vorstelijk  Stift Thorn  met zijne  onderhoorige dorpen  en  
 de heerlijkheid  Kessenich, alsmede  de vrijdorpen  Neeritter,  Heel,  Pol en Pan-  
 heel,  toebehoorende  aan  het  edele Domstift van Luik.  Deze  enclaves stonden  
 met het Graafschap Home  of Hoorne  in  meerdere pf mindere betrekking,  want 
 (1)  Het  kasteel  van  Hoorne,  dat  aan  den. 'Romeinsehen  weg gelegen  was,  die van  het'  
 onde  Adnatuca  Tungrorum  (het  hedendaagsche  Tongeren)  längs  den  regteroever  van  de  
 Maas  naar  Noviomagum  (Nijmegen)  liep,  en  daarbij  de  tegenwoordige plaatsen Rekheim,  
 Heel,  Kessel,  Blerik  en  Knik  aandeed,  is  waarschijnlijk  een  der  vijftig  kasteelen  geweest,  
 welke detjsus , volgens het berigt  van plorüs, aan de’oevers  van  Maas  en  Rijn  stichtte,en  
 van  welke Keizer  juijantjs  er  drie aan  de  oevers  van  eerstgemelde rivier herbonwde.  Knip-  
 peneerg  vermeldt  in  zijne  Hist.  JEccles.  Hue.  Geldriue,  op  bl.  21,  eenen  Romeinscben  
 grafsteenf te  Hoome  gevonden. 
 d e   G raa f  van  H c o rn e   w as  O n d erv o o g d   van   T h o rn   e n   V o o g d   d e r  g em eld e   L u ik -  
 sche  v rijd o rp en .  D e   o v erig e  p la a tse n   sto n d e n   re g tstre e k s  o n d e r  H o m e .  Z ij  
 lig g e n   a llen   in   N e d e rla n d so h   L im b u rg ,  b eh alv e  K e s s e n ic h ,  O p h o v en   e n   G e y stin 
 g e n  ,  d ie  to t  -B elgië  b eh o o ren . 
 D e   v o o rn aam ste  b r o n n e n ,  w a a riiit  m e n   d e   G esch ie d e n is d e r G ra v e n  v an H o o m e   
 en  v an  h u n n e   m u n te n   k a n   p u tte n ,  zijn   e r n s t  ,  Histoire  des  Ducs  de  IAm-  
 bourg,  d e   w e rk en   van  a u i x ,  l a c o m b l e t   en   d e   c o r s w a r e m ’s  Circonscriptions du  
 Limbourg i  v e rd e r  (d o ch   d eze  is  m in d e r  n a a u w k e u rig ,  ja   d ik w e rf  z eer  fa u tie f)  
 w o l t e k s ,   Notice  sur l’anden  Comté de  Homes, p i o t   in   d e   Revue'de la Numismatique  
 Belge,  1856,  p a g e   87—90,  g o e t h a e s  ,  Dictionnaire généalogique  op  
 h é t  w oo rd  Homes. 
 W ij  w ille n ,  a lv o ren s  h u n n e   m u n te n   te   b e sc h rijv e n ,  in   h e t  k o rt  d e   rij  d e r  
 G rav e n   v an  H o o rn e   d o o rlo o p e n ,  d ie   in   h u n   w ap e n   o p   e en   g o u d   v eld   v o e rd en   
 d rie   ro n d e   h o o rn en   m e t  zilveren  n a a r  d e  lin k e rz ijd e   g e k e e rd e   m o n d stu k k e n  ;  d e   
 h o o rn en   m e d e   van   zilveren  b a n d e n   voorzien. 
 De eerste Heer van Hoorne, die in de nog voorhandene Charters voorkomt ( 1 ),  
 is Engelbert,  die  op het jaar  1146.onder den  naam  van Engelbertus de Horain  
 vermeld  wordt  (2);  in  1166 heet hij  Engelbertus  de Humen (3).  Deze Heer,  
 die  met Margaretha  van Altena  [in het tegenwoordige  Noord-Braband  gelegen,  
 hoofdplaats  Woudrichem]  gehuwd  was ,  moet nog  omstreeks  het jaar  1203  ge-  
 leefd  hebben  (4);  in  dat jaar komen  toch  de  Heeren  Engelbert  en  Diederik van  
 Hoorne  voor  met  Hendrik,  Graaf  van  Kessel,  Diederik  van  Altena,  Diederik  
 van  Roermond,  en  Diederik,  Voogd  van  Echt,  in  het  verdrag,  dat  toen ge-  
 sloten  werd  tusschen  Hendrik I ,  Hertog van Braband,  en  Otto  II ,  Graaf van 
 (1)  Eenige  vroegeie  worden  vermeld  door  w o l t e r s  ,  bl.  9—18,  màar  ï i o t   schijnt  aan  
 de juistheid  dèr  opgaven  te  twijfelen;  zie  Revue  Belge,  1857,  page  87.  Zij hebben stel-  
 lig  geene  munten  nagelaten. 
 (2)  L a c o m b l e t ,  Urhindenbuch  des  Niederrheins,  I,  248. 
 (8)  K RE.ME H,  Academische  Beiträge,  II,  266. 
 (4)  Piot  in  de  Revue  Belge,  1857,  nage  88,  doch  zie  later  op  IVillem .11,  Heer van  
 Hoorne. 
 15*