
11
1 Hlii !t:
j fillip
Bit
11
N0 19 en 20 dan, blijkbaar geslagen naar het voorbeeld van en bestemd om
loop te hebben onder de muntjes der drie Overijsselsche hoofdsteden, dooi ona
afgebeeld in onze Munten der Heeren .en Steden van Overijssel, PI. IX ,
N° 62—66 (1).
Gelijk op de vermelde Overijsselsche munten, zoo vindt men ook op de vz.
van onze N° 19 en 20 drie naar elkander gekeerde wapenschildjes, en wel op
N° 20 die van Megen, Brimeu (drie arenden, geplaatst twee en een) en een
waarop een arend voorkomt.' Te midden der drie wapenschildjes ziet men
een roosje. Omschrift:
if, BENBD ■ QVIVENIT • IN • NOM ■ DOM.
Op de kz. vertoont zieh een door bloemsieraden onkenbaar geworden kruis,
tusschen welks vier beenen even zoo vele roösjes te zien zijn. Omschrift buiten
een parelrand:
MONB DOMI MAGIENS.
d. i. Munt van den Heer (of de heerlijkheid) van Megen.
Het stukje, dat van K. is en 0,8 w. weegt, bevindt zieh in het Kabinet
der Leidsche Hoogeschool, waarin het overging uit de Verzameling van wijlen
den Heer EsDite.
N° 20 heeft op de vz. de naar elkander gekeerde wapenschildjes van Brimeu,
een waarop een leeuw en een ander waarop een arend voorkomt, mede
met een roosje tusschen de schildjes. Het omschrift is het zelfde als op N 19.
De kz., die in type mede niet van N° 19 verschilt, heeft in den rand:
MONB DOMI MAGI ENS1.
K. weegt mede 0,8 w. en bevindt zieh in onze Verzameling.
gekomen, hellen wij meer over tot het denkbeeid dat de volgende munten na de Pacificatie
van Gend öp bevel van Maria van Brimeu, en waarschijnlijk wel te Gorinchem, geslagen
zijn geworden, waar nog een der Stempels ten raadhuize voorhanden is.
(1) Het is Jnisschien juist om de nabootsingen, die er van deze muntjes gemaakt werden,
dat de steden Deventer, Kämpen en Zwolle de echte met den Stempel hunner stad
lieten voorzien. Zie deze onder N° 64, 65 en 66 op onze voormelde Plaat IX. Uit de
Archieven der drie gemelde steden is ons echter geene opheldering omtrent deze zaak
Onder N° 21, eindelijk, geven wij den rozenobel, dien ons de Heer cuypers
bekend maakte uit hei Cabinet de Vamateur et de l antiquaire van het jaar 1844,
waarin de Heer chabouillet dit en het volgende N“ 22 uitgaf met eene be-
schrijving, die de Heer ctjypeks te regt niet ten volle kon goedkeuren. De
munt is, wat de type betreft, eene slaafsche navolging van den sovereign van
Koningin Maria van Engeland (1653'—1558).
Op de vz. ziet men eene gekroonde Vorstin op een troon gezeten, houdende
in de regterhand een sehepter en in de linker eene aardglobe; aan hare voeten
staat het wapenschild van Brimeu. Het omschrift is :
MARIA • A • B R I: D ■ G PRINC D • €111 MAY CONT D MABG
(NB. de A en B aan .elkander verbonden.)
d. i. Maria a Brimeu, Dei Gratia Principissa de Chimay, Comitissa de Magen.
Op de kz. ligt op eene geopende roos het gedeelde wapenschld van Brimeu
en Chimay (het laatste bestaande uit drie horizontaal geplaatste foalken). Omschrift:
NON • VIDI ■ VNQVAM • IVSTVM DKRELICTVM
Nimmer heb ik den regtvaardigen vertaten gezien; eene spreuk ontleend aan den
Psalmdiehter-, in ons werk vindt men die het eerst op eene gouden munt van Kämpen;
zie onze Munten der Heeren en Steden van Overijssel, PI. XIV, N° 3.
Misschien plaatste de Megensche Gravin deze spreuk op hare munt om aan te
toonen, dat zij aan hare zaak niet wanhoopte,, of nog waarsehijnlijker bootste zij
de Kamper rozenobels na, afgebeeld in onze Munten von Overijssel, PI. XIV, N° 3.
Op de munt van Koningin Maria van Engeland, Hier door de Gravin Maria
van Brimeu nagebootst, is het opschrift (bij verkorting): a Domino factum est
istud et est mirabile m oculis wosfois.
Ofider N° 22 geven wij de afbeelding van eenen rozenobel, dien Maria van
Brimeu, op het voorbeeld der Engelsche uit hare dagen, heeft laten vervaardi-
gen. De type dezer muntsoort is aan alle Numismatiei zoo bekend,,dat wij hier
alken behoeven te vermelden, dat het wapenschild, hetgeen de Vorstin in de
kogge in de hand houdt, thans dat van Brimeu is; terwijl de letter in de vlag
eene omgekeerde B is (aldus veel naar eene B gelijkende). Het omschrift iuidt:
SHKP • A ■ a • PR1 * ö i GW * ■GOÖMHÜKXJ U€C SÜD WARD J G *
RKG * KRG.
7 *