
Tongeren, s e r r u r e te Gend, enz.; N° 12 ontleenden w ij aan de Herme, VIII,
PL II, N° 3, en N° 13 aan de Berne, II, PI. IV, N° 12.
N° 14 is een zilveren pennmg of denier, geslagen volgens de type van den
Brabandschen Hertog Jan II; zie onze Mmten van Brab. en Limburg, PI. VI,
N° 3, te weten de twee klimmende leeuwen van Braband en Limburg op een
gedeeld wapensckild. Het am schrift:
MOHS | RVM | 0HSIS
oi Munt van Rummen, wijst ons op den tijd toen Rummen nog onder Loon
behoorde.
Op de kz. deelt een gevoet kruis het veld der munt in vier gelijke deelen,
terwijl tussehen de beenen vier roosjes gezien worden. Omschrift:
2SRH | OLD | VS S a | OM0.
Ontleend aan de Herne, PI. V, N° 21.
N° 15 en 16 hebben beide op de vz. het gedeelde wapenschild van Loon en
Chiny; het eerate zeer versierd in de balken. Omschrift:
* GOffiSS D • LOS.
Op de kz. van N° 15 worden de roosjes, die zieh tussehen de beenen van
het gevoete kruis bevinden, door lijntjes aan het hart van het kruis gehecht.
Het omschrift is:
TfRH | OLD | VS a | OM0S.
Op die van N° 16, waarvan een exemplaar, op het Kon. Kabinet te ’s Hage
voorhanden, 1,1 w. weegt, zijn de roosjes los, en heeft de letter M in COST20
den vorm ilä.
N° 15 komt voor in de Revue als voren onder N° 16.
N° 17 heeft op de vz. het gedeelde wapenschild van Loon en Chiny; de
balken in het eerste deel niet versierd. Omschrift:
etosues d l o s .
Op de kz. ziet men tussehen de beenen van het gevoete kruis drie roosjes en
een sterretje. Omschrift:
GOSR | 0S2S | RHO [ LDVS.
Afgebeeld in de Revue als voren, N° 17:
N° 18 heeft op de vz. de zelfde afbeelding als de vorige munt, doch op de
kz. vier roosjes tussehen de beenen van het kruis. De omschriften zijn-de zelfde.-
Afgebeeld als voren, N° 18.-. Een .exemplaar in het Kouinklijk Kabinet te
’s Hage weegt 1,5 w.;. een ander dito in het Kab. der Leidsche Hoogeschool,-
dat lang in het water had gelegen, weegt slechts 0,95 w.
Op onze Supplementplaat XXXII deelen wij onder N° 1 een. in type eenig-
zins afwijkend exemplaar mede. Het weegt 1,2 w. en bevindt zieh in het
Koninklijk Kabinet- te ’s Hage.
N° 19 heeft op de vz. weder een wapenschild als op de N° 17 en 18,- doch
het omschrift is aldus geplaatst:
M et* I OM0S* I * DLOS.
Op de kz. bevinden zieh tussehen de beenen van het kruis vier klaverblaad-
jes, die met hunne steeltjes in den parelrand gehecht zijn, Omschrift:
D V #\| BR2E. | B2SI3 j D I0 :
Een bewijs van slaafsche navolging der Brabandsche munt (zie PI. VI, N° 3,
onzer Munten van ' Rraband en. IAmbwrg), en een bewijs dat men oudtijds ook
Braband schreef.
Afgebeeld als .voren onder N° 22. Een .exemplaar in de Verzameling van
wijlen den Heer k e e r woog 1,2 w.
N° 20 heeft op de vz. weder de type van de twee klimmende leeuwen op
het .schild. Omschrift:
DV# | LISIiB | VRGIS.
Deze munt is de eenige ons hekende, waarop de titel van Hertog van Limburg
in dezer voege voorkomt.
Op de kz. ziet men andermaal tussehen de beenen van het gevoete kruis vier
roosjes, die door steeltjes aan het hart van het kruis gehecht zijn. Omschrift:
aom | e s * 2i | r h o \ ld v s .
Afgebeeld als voren onder N° 23.
N° 21 heeft op de vz. het gedeelde wapenschild van Loon-Chiny. Het omschrift
is, na een roosje:
. GO | iüS | D : LO.
Afgebeeld in de Revue, Deel VIII, PI. II, N° 4.
Tot de kleinere zilveren munt behooren de Nos 22—26. Zij schijnen alle
30