Gulden Vlies benoemd, en niet lang dsarna tot Nederlandsch Admiraal en Be-
velhebber eener bende van ordonnantie verheven. Toen Filips II de Nedjerlan-
den verliet, om ze nimmer terug te zien, werd hij door den Admiraal Montmo-
reney, Graaf van Hoome, vergezeld. Wanneer deze:laatste in het vaderland te-
ragkwam, vond hij zijn ambt in Gelderland aan een 8nder gegeven, ietsdat.hem
geweldig hinderde. Hij had zijn aandeel aan de in het werk gestelde pogingen
tot vexwijdering van Granveile.
Het is hier de plaats niet om ai de verdere Ibtgevallen van den Graaf van
Hoome te vermelden ; genoeg zij het dat hij , als slagtoffer van den haat van
Alva. en der Spanjaarden, op den 4 Junij 1568 te Brussel werd oathoofd. Zijn
vonnis vindt men in het Nederduitseh bij woi.tkrs t. a. p. bl. 96—98 (1).
Filips van Montmorency heeft alleen ééne dochter gehad,. die jong gestorven
was. Zijne weduwe, Walburg van Nieuwenaar, volgde hem op in het bezit
zijner landen ; doch wij zijn genaderd tot den tijd der Paeificatie van Gend, en
verder dan deze behoeven wij de geschiedenis van het Graafsehap Hoorne niet
tß vermelden. Het wordt dus tijd dat wij de munten vwn dit landje gaan be-
sehouwen , die de tijd ons. gespaard heeft, en welke wij nu, achtereenvolgens,
naar mate wij ze op Pl. XI en XII afgebeeld hebben, zullen beschrijven,,
In de eerste plaats dan deelen wij een denier ©f sterling mede van een Wilt-
lem, Heer van Hoome, waarschijnMjk van Willem I of II (zie boven bi. 115).
Deze munt, eene navolging derEngelschesterlingsche deniers uit de 13e eeuw, is
ons in geene Verzameling op bet vaste land voorgekomen. Zij werd in Ierland gevon-
den en is medegedeeld in T. VII * 2e Serie der Berne de la Numismatique Belge.
Op de vz. ziet men een met een bloemkrans. getooid vorstelijk hoofd van vo-
ren. Het omscbrift is:
(W)IIJliSSBVS D a I^ORß ?
Het veld der kz. wordt door een gelijkbeenig, vierkant kruis gedeeld. Twaalf
bolletjes bevinden zieh tusschen de beenen van dat kruis. Qmsehrift : nsoß | ©uw | pa w | exm
H e t g e w ig t zal w el on g ev eer b e t zelfde als d a t v a n a n d ere S terlin gen zijn.
(1) Het vonnis vindt men in het Fransch in het ‘Supplantent de STRADA, T. 1, p. 255,
Op onze Supplement N° XXX deelen wij onder N° I eene Hoornsehe munt
mede, die wij aan Heer Willem IV meenen te mögen toeschrijven (overleden
in 1343) , omdat de type der munten van Hertog Jan III van Braband (1312-—
135’5) nagevolgd is. 'Op de vz. heeft men het dusgenaamde portaal met ge-
créneleerde torens, in een rand van ttvaalf bloemsohildjes. Omsehrift:
q? MOBSUW meRTSVD©
d. i. ihunt, geslagen te Poilvaehe.
Kz. In het rnidden der munt een breed, vierfeeenig krais met twee rijen
omschriften. Het (binnenste luidt:
DOSBIß' D a • b,ORßa.
Het buitenste:
s a x x a m iöiib i ß o sn a • d b i i o e n *
Verzilv. koper, in de Verzameling van den Heer de robiano te Brussel.
N° 2, een botdrager, van hoedanige muntsoort wij een aantal exemplaren in
onze Mmten van ¡Bmband en Jüimburg, van de Neidersehe Graven en Hertogen,
die der Heeren en Steden, der Graven van Holland, der Munten van
Frieskmd, Groningen en Drenthe en ook in dit deel beschreven.
Wij behoeven düs van de type van dezen botdrager geene besehrijving te ge-
ven, en alleen de omschriften te vermelden.
Op de vz. dan leest men:
BOVB3VS ? D ai t ©R5SGHE i *t@RE: V308 lyOB : € t: JEMBS8 .
Op de kz. luidt het binnenste omsohrift:
MOHEWS'fDEfliViaRDEß.
In den buitenrand:
^ BEHED1GWVS, enz.
Het gewigt is 4,2 w.
Met zeer veel regt wordt deze munt, die zieh in de Verzameling van Professor
s e r r u r e te ¡Gend bevindt , door den Heer chaeon op bl 149 der Bevue
Num. Beige van 1851 toegeschreven aan Dirk Loef van Hoorne, vijfden zoon
van Heer Willem V, over wien wij böven, bl. 125, handelden. Zij dag-
teekent dus uit het laatste vierde gedeelte der 14e eeuw.
Zeer juist merkt de Heer chaloh aan, (dat de naam Aoe/fwaarschijnlijk oor