
2ÏRROLDVS : GOMES
terwìjl het buitenste thans is:
* IR ! OSRIRe i (1) »OSRIRI : RRI : »S I : IíjV i «I (sic).
Reme als voren, N° 15.
Hét laatste stuk der grootere munt van onzen Graaf is een ruitergroot ; hoe-
danige het eerst voorkomt onder de munten van den Vlaamsehen Graaf Robert
van Bethune (1305—1822). Zie g a il l a r d , Monnayes de Flandre, Pl. XIX,
N° 172 en 173.
Op de vz. dan ziet men den Graaf in toumooikleeding op een medie van die
kleeding voorzién paard, met sehild en speer met vaan versierd naar de linker-
zijde rijdende, binnen een pareloirkel. Omschrift:
* 27RROIV GOMES IiOSSSIS.
Dit laatste voor Zossensis.
Op de kz. bevindt zieh weder een Karolingisch kruis,- omringd door twee
rijen omsehriften. De binnenste rij heeft, als op dergelijke ruitermunten (wier
aantal en verscheidenheid zeer menigvnldig is geweestja (2), van binnen:
* SIGRVM GRVGIS
en van bniten :
MORSEDS : ROV2S : 2ÎSSSIIÔOTSR3IS.
Afgebeeld-in de Reme als voren, N° 13.
Wij gaan over tot de kleinere munten van onzen Graaf.
N° 8 en 9 zijn zilveren penningen of deniers, geslagen naar het voorbeeld
der Brabandsche munten van Hertog Jan I (1261—1294); (zie onze Munten
van Braband en Limburg, Pl. V, N° 5—14), of nog liever naar die van
Herstal; zie boven Pl. I, N° 3 en 4, en Pl. XXXI.
Op de vz. vindt men thans het wapenschild van Loon ; rondom’t welk op
N° 8 (op- N° 9 duidelijker) :
aoM SS (oe> lo (S)
(1) Sic voor ROSRIRS.
(2) Zae ze vermeld in onze Munten der Meeren en Steden van Overiy'ssel, bl. 167
en 168.
En op de kz. een geopend kruis met dubbele banden, aan de einden met
omgebogene punten of kuoppen. Omschrift:
(25 *)» | SI | G I R2ÏS I (125)
en op N° 9 :
25*» I QI * I <3(R)2S I TO2S.
Tusschen de beenen van het kruis staat op hT.8: -
P S U B (Petrus)
eo op F 9: G S O R (Georgius)
waarschijnlijk hier als de namen van patronen of schutsheiligen; eenvondig eene
slaafsche navolging der boven vermelde munten van Herstal.
Wij ontleenden de N° _ 8 aan de Revue, IX, Pl. IV, N° 4, en de N0 9
als voren, Pl. IV, N° 5.
De N° 10—13 (onze Pl. XX en XXI) zijn dusgenaamde Sterlingen of deniers
inet hoofdon, gevolgd naar de Brabandsche van Hertog Jan I, afgebeeld
op onze Pl. V der Munten van Braband en Limburg.
Op de vz. ziet men thans het hoofd van den Loonschen Graaf met lang haar
binnen een parelcirkel. Omsebrift:
jg* SROHH1E25 (XOSRim ö S LO.
Op de N° 11, 12 en 13 staat:
* GOMES ; 25RROLOVS
. doch met verscheidenheid van afseheidingsteekens tussehen deze beide woorden.
Op de kz. van alle ziet men een gevoet, vierbeenig kruis, dat tot aan de
einden der munt reikt; op N° 10, 11 en 13 bevinden zieh tusschen de beenen
van dat kruis twaalf bolletjes; op N° 12 echter slechts neyen, terwijl daar in
plaatSi.der. drie overige zieh drie vijfpuntige bloempjes yertopnen. Het omschrift
van N° 10 is :
GOSß I S S 25 I RHO | IiDVS
van de drie overige:
M,OR I SV25 I OEOM | OTIS,.
N° 10 is door ons ontleend aan de Revue, II, Pl. .IV.
N° 11 bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet te ’s Hage (aldaar 1,3 w.
wegende),, alsmede in de Verzamelingen van de Heeren v a n d e r m e e e te