
twintig ruiters van goede geboorte. Bijaldien hij persoonlijk verhinderd mogt
worden, zoude hij een Ridder aan.het hoofd zijner manschapperi plaatsen (l)i.
Op den 10 April daaraan volgende beloofde de Heer van Hoorne' aan den
Graaf van Kleef om aan de ingezetenen van het land van Altena hunne onde
regten en vrijheden te zullen laten behouden.
N ijh o ep vermeldt (2) een stuk, waarbij onze Gerard voorkomt als getuige
in eene verklaring van den Hertog van Braband aangaande de in zijn land
plaats hebbende gewoonte ten aanzien der keus van voogden en derzelver borg-
stelling. Dit stuk draagt de dagteekening van 12 November 1310.
Ten jare 1307 had Gerard eenen hardnekkigen oorlog gevoerd met Heer Jan
van Arkel. Deze was in het volgende jaar geëindigd door tusschenkomst van
Graaf Willem III van Holland.
In September 1312 was Heer Gerard een der medebezegelaars van het Charter
van Kortenberg, dat belangrijke staatsstuk der regering van den Braband-
schen Hertog Jan II, die daardoor de belangen van adel en burgerij wist
overeen te brengen (3).
Onze Gerard bleef in 1315 borg voor den Graaf vàn Henègouwen bij Floren»
Berthout wegens den aankoop van de heerlijkheid Mechelen (4).
In de rekening, die Willem III, Graaf van Holland, in Augustus 1315
liet opmaken van de uitgaven, veroorzaakt door zijnen oorlog tegen Robert,
Graaf van Vlaanderen, komt de Heer van Hoorne voor als hebbende ontvan-
gen 58 ponden, 5 schellingen en 8 deniers wegens verleenden bijstand gedu-
rende acht dagen met 250 mannen. Aarnoud, Heer van Stein, is daarin vermeld
ten bedrage van 16 ponden en 5 deniers; de Heer van Brederode voor 61
ponden en 11 schellingen. Deze laatste had 249 man geleverd (5).
In 1318 bezegelde Gerard mede den brief, waarin Schepenen van ’s Herto(
1) Zie het oorspronkelijke Nedeiduitsche sink bij w oltebs, Notice, p. 221—224,
(2) Gedenbo. uit de Gesch. van Gelderland, I, N° 118.
(3) Zie het stak, onder anderen, bij h ib a e u s , Oper. Diplom., I . 446.
(4) Ook dit in het Nederduitsch opgestelde stnk is medegedeeid door w o l t e b s t. a. p.
bl. 226 , 227.
(5) Mr. E. ph. c. v. D. bekgh, Gedenhslutclcen, enz., I, N” 68.
genbosch verklaarden, dat de Graaf van Kleef in hunne tegenwoordigheid verze-
kerd had, dat hij en zijne voorouders het land van Heusden van den Hertog
van Braband in leen hadden.
Nadat Gerard, volgens sommigen den 3 Mei 1333, doch volgens e r n s t (in
zijne Histoire du Limburg, III, 423) omstreeks 1327 gestorven was, werd hij
in de kerk der Karmeliten te Brussel onder eene graftombe bijgezet.
Van de vijf zoons van Heer Gerard vermelden wij alieen Willem V, die volgt,
en Otto van Hoorne, Heer-van Baucignies, die Admiraal was in Fransche dienst.
Willem V, door geboorte Heer van Hoorne, Áltena, Weert, Nederweert,
Wessemy Hees, Beende en Cortessem, ; onder-voogd van Thorü, erfde de
schoone en rijke landen van Gaasbeek, Leeuw, Herstal en Monteomet van zijne
nicht Beatrijs van Leuven, die omstreeks 1339 overleed, en later nog de heerlijkheid
Saffenbêrg van Jan van Hoorne, zoon van Willem en Sophia van Heusden.
In 1322 was hij met een aantal Bdelen uit Braband, Vlaanderen en Henegouwen
■ een der bezegelaars van het huwelijksverdrag der Vorstin Johanna
van Braband, dochter van Hertog Jan III van dat land, met Willem, later IV
geheeten, oudsten zoon van den Graaf van Holland en'Henegouwen, Willem III.
In het volgende jaar was hij een der medebezegelaars bij het huwelijksverdrag
vam Johanna’s broeder, Jan van Braband, met Elizabeth, dochter van den Hol-
lawdschen Graaf, zoo even vermeld.
Ten jare 1381 was hij een der scheidsregters (met Bisschop Adolf van Luik,
Graaf Lodewijk van Loon en Chiny, Hendrik van Leeuwenberg en Aarnoud van
Stein) in den twist tusschen Diederik II en Jan f van Heinsberg over hun va-
derlijk erfgoed.
Twee jaren later droeg Willem van Hoorne zijne leenen van Hees en Beende
aan Jan III, Hertog van Braband, op, die er hem zelve weder mede beleende.
Het oorspronkelijk in het Nederduitsch te Brussel daarvan, in tegenwoordigheid
der Heeren ‘Otto van Kuik en Jan van Raatshoven, opgemaakte stnk komt
voor bij w o l t e r s , Notice, enz., bl. 227 en 228.
Weldra moest hij ten gevolge dezer beleening deelen in eenen oorlog, die er
over de heerlijkheid Mechelen ontstond, en moest Heer Willem met de leenman-
nen van den Hertog van Braband strijden tegen den Graaf van Vlaanderen.
16*