
Monnoy es en Or de S. M. VEmperew, 291,
Mo2n9t2b.éliard. Zie Mumpelgard.
Montcomet (Land van), 123.
Montenaken (Ylakte van Steppes bij), 224;
slag van M ., 128.
MOßWEVIi (DRS D E ), d. i. Dominus
de monte valconis, 216.
MòMnt.fe, rrant (Geslacht), 250; W ill em van A d am van M ., Heeren van M ., 262.
Montfoort (Land van), 189.
MMdonnttijgoniey, „(2I7sa1b; eldlea H veaenrl)i,j k1h2e5id. M. , 298,
299 ; Heer van M.| 208, 209 ; het kas-
teel van M .% 212,
Montmorency (F ilips van), 138; zijne munten,
aldaar, enz.; wapen beschreven, 142.
Moza/ike vloer te Thorn, 190.
MMuügngtzeslbtaenekd e(, D1e9)3, .243.
Münzbuch. Z ie S t u rm e r . Mimz-Probationstag, 193.
Mulrepas (De Heer van), 187.
Mumpelgard of Montbéliard, 1 3 1 . Munsterbilsen (Abdis van), 152, 171, 220,
Mu2n2t5b.ussen (Thornsche), 193.
Munten der Hertogdommen Braband en Limburg
, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 17, 29, 34,
36, 40, 56, 58, 66, 67, 75, 77, 135,
136, 187, 138, 163, 172, 177, 179,
180, 214, 226, 280, 231, 232, 238,
234 , 240 , 258 , 260 , 261- 264, 269,
Mw2iy7t8en, d3e0r7 .Heeren en Steden van Gelderland,
31, 42, 48, 97, 98, 100, 103,
108, 109, 119, 135, 141, 185, 193,
198, 199, 214, 261, 294, 296, twee
malen.
Munten van Holland en Zeeland, 7, 9, 39,
40, 46, 135, 172, 198, 223,225,227,
229, 261, 273, 277.
Munten’ van Friesland, Groningen en Dren-
the, 20 noot, 89, 135, 261.
Munten (ler Bisschoppen, enz. van Utrecht,
4, 17, 21, 31, 40 noot, 89, 111, 125,
137, 186, 213, 261, 273.
Munten der Graven en Hertogen van Gelderland,
28, 29, 42, 47, 64, 70, 97,
98, 105, 108, 110, 185, 261.
Munten der Heeren en Steden van Overijs-
sel, 21, 50, 51, 172, 199, 280, 261.
Munt ers (Straf van valsche), 46.
Munthuizen (Waar de eerste) opgerigt, 1;
wie bij opvolging deze bezaten, aldaar.
MMuunnttrselaggaelire nt o(tS cMheogrseinn,g 4d9e.r), 193.
Munt-, toi- en marktregt, 147.
Muntvervalsching, 198.
Muts op eene munt (Afbeelding met eene), 4.
N.
NA. LYTIC. BETZL. SCHROT. Y . KOR,
opschrift op munten, 205.
Namen (Graafschap), 210; W il l em , Graaf
• van N., 124; J a n , Graaf van N ., 178.
op nagemaakte munten,
148, 149.
Nassau (H e n d r ik van), 180.
Navolgingen van munten, schooner dan de
originelen, 258.
. Neder-Maasland (Pagas), 188.
Neder-Sticht, 273.
Neef (De) volgde zijn Grootvader gewoönlijk
op, 27.
N et t e sh e im (De Numismaticus E.) te GelNeduefmr,
o u8s0t3ie.r (Abt van), 258.
Neureriberg, 288.
Nevele (Heer van), 129.
Nieuwenaar (A n n a van), 196; E liz a b e t h Nievuanw sNta.d, i2n8 8L.imburg, 304.
Ny decken (Het slot), 210.
N ijh o f f , Bij (tragen, enz., 193; Gedenkwaar-
digheden uit de Geschiedenis van Gelder-
land, 31, 63, 64, 91, 122, 124, 158,
N' ij3rn1e1g.en (De munten van) verboden, 192,
193; muntteeken op sommige munten van
N ., 199; N. oproerig tegen A a r n o u d van
NijGveelh e(D, e2 8A8b. dij), 52; vroeger een klooster,
aldaar ; oudste naamspelling, aldaar ; door
aWldieana rg ;e.s wticieh t,l at5e3r;, walidea adre ; eelrosttgee Avabldleins,,
aldaar; landen der kerk van N ., aldaar;
amlduanater ng edselra gMene, ro5v4in; gemrsu netenn Kdaerro Alinbgdeirjs,
aldaar; J o la n te van Stein, Abdis van
Nijyel, 171; Keizer A do lf laat N.
alleen van het Rijk afhangen, aldaar.
NNiinvoevll.ee s( H(Deeer svtaadn)),, 5536., 112.
Nivviinaglcishc,h en amamu nvt an(? )N, iv5e2l.les op eene Mero-
NS.o bNilIiYaiIrEe LdLe AB,e logpisqcuher.i ft op eene munt, 55. ,Z ie v . D. H e y d e n .
HOva nI OLoVO2n5, I2, 26o.pschrift op oude rauntjes
HOH IlIOTCGCRISß, zonderling en on-
verklaard opschrift, 178.
NNooonr dv-iBdri ambaqnuda, m1 8ju4s.tum dereUdum, 51.
Noord-BrabandscA GenootscAap vau Künsten
en Welenschappen, 18; deszelfs Muntka-
b14in3e.t, 85, 86, 87, 40, 44, 45, 138
Noormmmen (De), 92, 219; de N. in Heus-
den, 18; door de Heeren van Wassenaar
Nen. Eligempeonn dO towk eeL omoanl eanf ,b e2s1tr9e.den, 24; de
Normandie (Hertog van), 124.
Nötaris (Keizerlijk), 173.
N o1t8g7e.r , Bisschop van Tonoeren of Lmk.
Noviomagvm of Nijmegen, 114. '
Noyon (Steekspel te), 25.
NNuueisn a(rT oouf rnNoioeuiswpeeln atea)r, (2A2s5re.ri van), 196.
Numismatique du moyen age. Zie L kt,ew el. Nunhem (Klooster te), 114.
O.
Obool of halve denier, 7; obool (?), 170.
Obbicht , 804; Obieht of ObbicAt, 90.
Observations sur le type du moyen age des
Pays-Bas par L elew ei,, 800.
OdenUrc/ien, 192; O d il ia van 0., 290.
Oo il ia van Salm, 78.
OaiEB de Been, 218, 258.
Oipjelna a(tsD, e 4H0.eerlijkheid), 65, 66 ; 0. munt-
OOiisjeen ( Oenv eBrwieidnennin g( Laeaenn edne )v, an2)9,. 98.
O it of Otto van Blsloo, 92.
Ol4ie6 .(De straf van den ketel met ziedende),
Ondervoogd, 115. , ,
Oogen uilstehen, 189.
Oord, 111, 112, 113 , 276.
OoGrdeeledlehrinlmdidg,e I1n6l.eiding tot de Historié van
OOooërdieern- eenn dWueitsetner g(oToh, or2n2s.che), 196. Oosterloo, 159.
Oostervant (W il l e m , Heer van), 126.
OOpohsolfvreiens l(aKndlo o(Dstee r)G, r6aà8f. van), 108.
OpperbescAermAeerscAap, 117.
Opper- G elder land (Baad van), 190.
Opperschildje of surtout), 82, 111.
Orde (Bidders der Doitsohe), 152; wapens1c5h6i.
ld dier orde, 153; kruis diet orde,
Ordmgen bij St. Truyen, 270.
Ordonnantie (Bende van), 134.
O. rldaoanrnsa, nt1ie0 4e, n1 0in9s.tructie voor de Hisse-
Oraeyld a(War.ill em van), 245; A rno ld van O.,
OOrrlseeayn, s 6(3H. ertog van), 289.
Orthen, 116.
Osnabrug (Bisschop van), 126.
O tto I (De Duitsche Keizer) of de Groote,
2, 185, 186; schenkt het muntregt aan
ABenAsAeeriime,d ,2 7129.1; bevestigt de gift van
O tto II (De Duitsche Keizer), 187.
O tto I, Graaf van Gelre, 57, 59, 171-
O tto II, 68, 157.
O tto van Ariel, 68, twee malen.
O tto van Loon (?), 219.