
met dier helmteekens. Binnen den parelrand, die het een en ander omgeeft,
ziet men een lelievormig versiersel, met klaverblaadjes aan de beide zijden.
Wederom vertoont zieh voor het omschrift de granaatappel (?) als muntteeken,
terwijl men verder leest:
MONE * NO * ARGEN * LIBERI * BARONA * GRONSEEL
d. i. Nieuwe munt van de vrije ■ heerlijkheid Groneveld.
Van deze munt, die ook afgebeeld is in den Antwerpschen Beeldenaar van
1627, bl. N, 6 verso, alsmede op page 362 der Monnoy es en Argent de S. M.
fEmpereur, Vienne 1769, en beschreven in h a d a i’s Thaler- Cabinet onder
N° 4196; ook in die Meichelsche Münzeammlung, N° 368 [bij dezen laatsten
komt onder N° 369 eene ook door leitzm an n onder N° 11 zijner beschrijving
vermelde verscheidenheid dezer munt voor, te weten met: LIBERI * BARON *
GRONi], vonden wij een exemplaar, wegende 28,25 w., in het Kon. Kabinet
te ’s Hage; een ander, dat 28,7 w. woog, in de Verzameling van den Heer
STRICKER.
N° 9 is een halve der vorige munt.
De afbeeldingen op voor- en keerzijde zijn de zelfde, alleen met dat ondel-
scheicL, dat het helmteeken boven het wapen van Gronsveld thans een bezant
schijnt te zijn, terwijl dat op den heelen veel van een hoorn heeft. Het munt*
teeken is thans zoo op voor- als keerzijde een dusgenaamd Geldersch kruis.
Omschrift:
IOES « D * BRONCHORST * BARO * IN * GRONSFELD.
Dat op de kz. luidt:
MONE * NO * ARGEN * LIBERI * BARONA * GRONSF
Van deze munt vonden wij nergens eenige afbeelding. Slechts een exemplaar
hebben wij er van aangetroffen (een blijk hoe zeldzaam zij is); dat exemplaar be-
rust in het Munt- en Penningkabinet der Leidsche Hoogeschool, waarin het o verging
uit dat van wijlen den Heer j. v an dam dwz. te Rotterdam. Het weegt
13,4 w. (1). -
(1) Later vonden wij eene vermelding van dezen halven Daalder bij l e it z m a n n onder
N“ 12 (zie Revue Beige, 1851, page 370).
Onder N° 10 geven wij op PI. X de afbeelding van eenen anderen Daalder.
Daarop vertoont zieh Heer Jan blootshoofds, naar de regterzijde gekeerd, ten
halven lijve. Hij heeft een kleedingstuk over het harnas. ln den rand ziet men
na het muntteeken van den granaatappel:
IOES • D : BRONO • I ■ BARO : IN ■ GRONSFEL'
Op de kz. ligt een vierveldig wapensehild op een örnament. Dat wapenschild
heeft in 1 en 4 het zaamgestelde ßronkhorst-Gronsveldsche wapen, en in 2 en
3 Batenburg. Omschrift, na den granaatappel:
MONE * NO * ARGEN V L1B * BARO * GRONS
Deze' munt is ons nimmer in het oorspronkelijke voorgekomen, maar wij ont-
leenden haar aan de afbeelding in den Antwerpschen Beeldenaar van 1627, fol.
N, 6 verso. Zij wordt ook vermeld door leitzm a n n -onder N° 8 ; door h a d a i
onder-N° 1647, en komt ook voor in het werkje: Thaler, Güldene, etc.,
fol. 40.
Op N° 11 (die de zelfde kz. als de vorige munt heeft) is het borstbeeld van
Heer Jan naar de linkerzijde gekeerd, en is het opschrift aldus:
IOES * D * BRONCHORST * BARO * IN * GRONSFELDT.
N 12 is een Daalder (of-halve Daalder?) van kleiner vorm dan de beide vo-
rige. Op de vz. ziet men Heer Jan weder als op N° 8 en 9 ten halven lijve
blootshoofds in het harnas staande en ziende naar de stralen der zon, die even
als op N- 8 en 9 geplaatst zijn. Omschrift, weder na een granaatappel als
muntteeken:
IOES * D * BRONCHORST * BARO * IN * GRONSFELT.
De kz. verschilt daarin van die der voorgaande N° 10 en 1 1 , dat het versiersel,
waarop het wapenschild rust, thans een bovenmatig gebloemd kruis is , het-
welk tot aan den rand der munt reikt, en dat er zieh op het wapenschild nog
een opperschildje of surtout (het wapen van Gronsveld) bevindt. Het om-
sohtift luidt:
MO ■ NOV - ARGENT • LIB • BAR • GRONSE
Wij ontleenen de munt, die ons tpt dus verre in -het oorspronkelijke niet is
voorgekomen, aan den Antwerpschen Beeldenaar van 1627, fol. P , 4 verso,
N° 13 heeft de zelfde voorzijde als N° 1 2 ; de kz. verschilt daarin van die
14*