659. v. L. Î, 390 (1 ). Bij de Roye no. 723, Z. ƒ 6.75, zonder
binnenschrift op de vz. en zonder jaartal op de kz. Ook bij den
beer P. H. van Gelder in gewone en dubbele zwaarte.
660. 1588. In den Navorscher X blz. 282 deelt J. v. H. het volgende
mede. »Tot aandenken van het vernielen der Spaansche armada”
»zegt Camden, zijn er penningen geslagen met de volgende voor-
» stellingen en opschriften, als: Venit, vidit, fvgit en Dvx foemina
»facti. De grootste onder deze penningen stelde aan de eene zijde
»de Spaansche vloot voor met het Umschrift : Flavit Jehovah et
»dissipati svnt (van Loon I, 392 (1), terwijl op de kz. een kerk
» was afgebeeld staande op eene rots gelegen midden in de golven
met het opschrift Allidor non laedor (v. L. I, 392). ’) D ’ Argaud
in zijne Histoire d'Elisabeth d’Angleterre, Paris 1866, p. 212 ver-
»meldt ze ook. »Deux médailles furent frappées sous les auspices du
»gouvernement. La première représentait une flotte courant à pleines
»voiles avec ces mots venit, vidit, fvgit. La seconde médaille repre-
»sentait aussi une flotte dispersée par des brûlots avec cette devise
»Dvx foemina facti, chevaleresque adulation, qui rejouit à leur
»bord Charles Howard, Drake, Hawkins, Forbisher et les autres.
661. 1588, v. L. I. 393 (2). Op de vernieling der-Spaansche vloot.
v. Orden zegt, (II, blz. 188), met den naam van den vervaardiger
Jac. Trici f(ecit) dit is Jac, da Trezzo zie Pinchart Hist. p. 18.
662. 1588. Vierkante gedenkpenningen dikwijls als noodmunten
aangezien (nog door den heer Malliet pl. XIV 1—2) ofschoon
aldaar van goud, op de verlossing van Bergen op Zoom. Soms ook
in zilver zooals bij de Smeth no. 768 ( 1 lood, 9% eng. ƒ3.70).
Deze volgens het gesneden randschrift, een geschenk Franc, Mon-
taeo (d. i. van Bergen) et Pet. Zuytlandio Cos. Zie ons antwoord
in den Navorscher XXII, blz. 278 naar aanleiding der vraag van
den heer F. Caland ald. XXII, blz. 122, waaruit blijkt dat nog
later deze penningen van 1588 als vereeringspenningen geschonken
werden. In Junij 1596 aan den heer Trésorier Valcke in Zeeland,
ter waarde van f 36.75 en den 22 Nov. 1600 aan den zoon van
‘) Vgl. F r. von Schiller 1786. Gott der Allmächtige blies, und die Arinada
flog nach allen Winden, aangehaald door mr. J . de Vries Jm ., in den N a vorscher
XVI, blz. 167: de beschrijving van den aanteekenaar heeft onnauw-
kenrig Afflavit Devs etc.
den tresorier Kinschot ter waarde van ƒ.48.25, omdat hij Bergen
op Zoom beschonken had met een latijnsch gedicht op de overwinning
bij Nieuwpoort. De makers der penningen waren Jan de
Clerck (1596) en Jan de Glerck de jonge, (1600) (vader en zoon?)
of dezelfde persoon (?)
663. 1588. v. L. I, 397. Inhaling van graaf Maurits als heer
van Monster. Bij P . Smidt van Gelder no. 1241, Z. 17% w. was
ook bij van Duren (L86ó) no. 598, Z. met Mar. co. nass enz
664. Aldaar is ook ook op 1588 misplaatst onder no. 597 een
gedenkp. van Christiaan Maler een stempelsnijder van Neurenberg
(1604—1652) ter eere van Prins Maurits, zie Revue Beige 1862,
pl. V (9) p. 114, beter op het jaar 1604 te plaatsen als bij P. Smidt
van Gelder n°. 1583,
665. 1589. v. L. I, 399. Legpenning, kz. als in Revue 1863, pl.
V. no. 30, p. 27 en 1868 pl. X # J (4), vz. als in Revue 1863,
pl. V, no. 37, kz. en 1868 pl. XIII (4), vz. en p. 306.
-f, 666, v’ L. I, 403. Is munt van verschillende jaren van
Alexander hertog van Parma. Zie van Orden II, blz. 191 en bij
P. Smidt van Gelder no. 1253 veel grooter en van dubbele zwaarte
Z. 63 W. Omschrift: Alexander Farn, Dvx l II, Plac. Par. etc.
Placentia Romanor. Colonia A 1590 0. zoodat de aanvulling van
v. Loon die leest: Alex. Farn. Dvx I I I pla. p. ec(clesiam)plac.{avit)
romanfo) Colon{iensem) en de daarop gegronde toepassing verkeerd is.
667. Z. j. Gedenkp. van Alexander Parnèse, vz. Borstb. Alexander
Farnesius Plac. et Par. Dvx III. Kz. De vorst' te paard, op een
groot voetstuk. Plac(entiae) Civ(es). Optimo Principi Fran(cis)cvs '
Mochivs f. (Gr. 36 K.) P. Smidt van Gelder no. 1254.
668. 1589. v. L. I, 404. Legp. op de geslotene vereeniging van
Engeland en Frankrijk zegt v. Orden, II, blz. 191, lees: van
Spanje en Frankrijk.
669. 1589. v. L. 1, 405. Op de bereidvaardigheid van den hertog
van Parma tot oorlog en vrede. Volgens Pinchart, Revue 1851,
p. 394 395. Hist. p. 31 (2) door Jul. Giannini gesneden.
670. 1589. Schuttersp. van Antwerpen van S. Sebastiaan, afgebeeld
bij fc Orden, Bijdr. pl. XXIV (lj blz. 1 1 1 . De Vigne Moeurs,
Pl* X X X I 1 (10) P- m Rae pl- I, (3) p. 9. Zie ook Revue
1866' p. 109—110,. n°. 26' van twee schutters. Deze kwam mij later