ning, toen (23 Ang. 1843) bij den heer Stricker en v, cl. Cliijs,
Tijdschrift, II, 954—955. Kon. Kab. 1853/54, blz. 5. Cat. Stricker
19 Decb. 1859, n°. 3751 voor f 50.— ingehouden, want komt
weder voor bij Stricker II, (16 Septb. 1861, n°. 479). Ook in
Verz. van wijlen Mr. Jer. de Vries Jzn., Cat. ’t Hooft, n°. 742,
Mm. 84, Z. 69, f 63.—, Cat. Arti 1880, n°. 1245 bij den heer
P. II. van Gelder te Velp.
— 1404. 1G65. 13 Junij. Op de overwinning ter zee door Jacob
hertog van York op de Nederlanders behaald, v. L. II, 527 (1).
Gemerkt Roetti(ers). Cat. Arti 1880, n°. 1343 (P. H. v. Gelder)
v. Orden II, 747, Pinchart, p. 58 (3).
1405. 1665. Als n«. 1484, v. L. II, 527 (2) gemerkt (Jan)
B(oettiers). Deze, geh. te Antwerpen, vestigde zich in 1661 in
Engeland. Vandaar deze prachtige en zeldzame penningen beiden
in het kabinet van den heer P. II. v. Gelder met nog een derden.
1406. Vz.: Als 1405. v. L. II, 527 (2), maar de buste met lang
haar en met het omschrift: Jacobus I I dei gra. ang. scot. fran. et
hib. rex. gemerkt B(oetliers. Kz.: = v. L. II, 527 (2). Deze moet
dus tusschen 1685—1688 gesneden zijn, toen Jacob I I die titels
kon voeren.
1407. 1665. 10 Augustus. Op het afslaan der Engelsche vloot
te Bergen in Noorwegen, v. L. I, 531 (1) door G. Pool, doch
zonder de takken bij de Roye, n°. 1667. ƒ 10,
1408. 1665. 10 Aug. v. L. 11, 531 (2) door G. Pool, doch het
opschrift niet in zeventien, maar in zestien regels bij v. Duren
(21 Aug. 1865) n°. 1281 Z. aldus:
Anno 1665
den 10 Augustn
ge’naakte d’Engelsche Graaf va
Zandwigh met 15 oorloghs-schepS
4 kitzen, 2 branders, tot voor de hav^
van Bergen in Noorwegen, alwaar de 10
Oost-Indische schepen waren ingelopen;
waarop hij den Commandant van de Deens
Kroon niet konnende ontzetten '), zigh met de
') Ontzetten = verschrikken. Ik ontzette mij = lk verschrok.
genoemde Stuarts vloot in een halve maë
gingh zetten en de Nederlantsche met
huyt en haar meenden in te slicken;
waar op de van d’Kasteden als haer
schepen vuur gaven, en d’EngS
hair Ankers kappen, en met scha
de vlugt namen.
Was ook bij de Roye in 1863, n°. 1668 Z. f 10.
1409. 1665. Pieter de Bitter als Commandeur der retourvloot
vereerd met een medaille in goud en een keten van ƒ 500, alsmede
met een tweede in goud en keten van f 1500. Ook de
Deensche admiraal Claes van Alsfelt en de commandeur. Cicignon
werden met keten en medaille van ƒ 1500, waarop liet conflict te
Bergen gegraveerd stond, beschonken. Zie Bijdr. tot de kennis van
Ned lndië XIV, Bat. 1863. Leupe in de Nieuwe Reeks daarvan
XIII, §98. (Over de Bitter II, 378). J. S. van Coevorden, Lijst
n°. 13. Nav. VIII, 78.
H 1410. 1665. Gedenkp. op de vier banken van Europa te Hamburg
Amsterdam, Weenen en Venetië. Z. Esdré, n°. 46. ƒ 17.50.
Cat” Tent. Amst. 1876, n°. 2104, aldus: 1665—1689. Vier gouden
Banco Portugdaers of gedenkp. op enz. Met de wapens. Kohier,
Ducalenkab. II, n’. 2881, 2891, 2894 en 2901 bij Jhr. Mr. W.
E. J. Berg van Dussen-Muilkerk.
1411. 1665. (5-April). Zie van Loon II, blz. 519 op het einde.
Op het overlijden toegepast van Karei van den Bosch, bisschop
van Gent. Vz.: Bb. III. mvs. ac. Rrnvs. dnvs. Carolvs. van. Bosch,
epvs. Gunden. Onder den arm D. Waterloos) 1665. Zie Pinchart,
Hist. p. 49 (3) ook met 1660. Kz.: Wapenschild (vgl. v. L. II,
520) met dezen wapenspreuk: Crocier ne erveier, (het kruis is
geen kruis). Omschrift: Dnvs. territ: (om) &: Bavonis. Comes.
Devergkem (Graaf van Everghem).
1412. 1665. Groote penning (Mm. 45) aan de Curatoren der
Nijmeegsche Hoogeschool, zijnde destijds Theodorus (Dirl) van
Welderen, Pontianus Singendonck, Jacobus Leeuwens en Johan van
Lennep door de stad Nijmegen geschonken. Afgeb. en beschreven
door Graaf Nahugs in de Revue 1873, pl. j. p. 67—69. (In den
tekst ontbreken vele punten en voor monvmento leze men: monvmentvm.