dens etc., n°. 29. Met Leyden in Bollandt. Zie aldaar de mededeling
van graaf Nahuys, p. 362—363, vgl. Cal. Ondb. te Leiden
1824 blz. 23, n°, 55, 5 stuks a- d.
530. (1574). 3 October. Ontzet van Leiden. Duit met inscriptie,
Revue 1872 p, 3Ö3./6&.
531. v. L. [, 199. Vereeringspenning van Leiden. Twee stempels
(met I S) Johan Smeltzing van Nijmegen, stempelsnijder in Leiden
omstreeks 1686 f 1703. Zie v. L. 1, 199; de andere van M. B(olt.zhey),
geb, in Uhn 1697, Stempelsnijder 1717—1764.
532. (1574,8 April). De hoogst merkwaardige en even zeldzame
penning op den toestand vap Amsterdam en de verbouwing der
Bagijnenkerk aldaar (?) in 1574, besphreven enz. bij de Jonge en
de Vries I, blz. 16—22. Afgeb. pl. I (1).
533. (1574), Looden pennjngplaat maar gekleurd. (In het Musée
royul de 1 Ktat te Brussel, 5 Julij 1873 geziep). Gekleurd borstbeeld.
Omschrift: Joannes Celossq (of Colossef) aetatis svqe LYI
an(no 1574. Hij moet V. D. M. te Ridderkerk zijn gefeest. Wie
weet meer van dezen evangeliedienaar? Het stuk werd door den
heer Camille Ricqué van een portier te Brussel gekocht.
XIII.
Het twaalfde nummer van onze aanteekeningen op en aanvullingen
van de werken van van Mieris en van Loon bragt ons tot in
het jaar 1575 of tot het einde van het tweede boek van van Loons
Beschrijving der Neder landsche historiepenningen. Yooral in de laatste
nummers hebben wij een aantal penningen hij elkander gevoegd,
(gegroepeerd zouden wij bijna zeggen) zooals de Spotpenningen(W),
die van den kardinaal van Granvelle (VIII) die van Wigle Aytta
(IX), de Geuzen- en antigeuzen draaqpenning en (X) en die van
Frederik Perrenot (XII). — Het op den voorgrond treden van
hoofdpersonen en feiten gaf hiertoe aanleiding.-- Na 1575 bestaat
daartoe minder aanleiding. Foor het overige verwijzen wij nogmaals
naar van Ordens aanteekeningen in het tweede deel van v. d. Chys
Tijdschrift ter aanvulling.
§34 (1575) v. Loon I, 206. Op.dragt van het Hooge Staatsbewind
aäb P rus Willem L — p, y. A. ƒ (geit) d. i. Rietyr um
Abeele, Volgens Schlickeysen Erklärung, S. 213 zijnjjzijne stempelmerken
PVA, PVAF en PV. AB. F. en werkte hij in Amsterdam van
164;0—1677, alwaar hjj volgens Van der Aa was geboren. De heer
Alex. Pinchart bespreekt hem en 17 penningen van zijne kunstenaarshand
tusschen 1622—1677 gesneden in de Revue 1853 p.
185—190. Tusschen 1822 (Jan Loon II, 149 (1) en 1646 (v. L. II
298) dus gedurende 24 jaren komt bij van Loon het PVA niet
voor. Pinchart, hierop wijzende, zegt dat zijne lijst zeker onvolledig
is, daar men niet kan annemen dat P.V.A« geene penningen
in dat lange tijdsverloop zal gesneden hebben. P. gist ook dat
PVA in Zweden, in 1658, was, om den penning van dat jaar door
hem (F. Loon II, 439 (2) ter eere van Karei Gustaaf, Koning van
Zweden, gesneden. — Het kan echter ook wel lestelwerk geweest zijn,
gevolg van een verblijf 1622—1646 ? Of was de penning van 1622 van
eenen anderen PVA? Zijnen vader? (Vragen voor den Navorscher).
534*. Gedenkplaat op het derde huweljjk van den prins van Oranje
(1575) met Charlotta van Bourbon. Westhoff n°. 534. Z. 2. op
1576 (Van Loon vermeldt dit huwelijk Dl. I, bl. 205 op 1575.)
535. 1575 v. L. 1, 207. Noodmunten van Oudewater. Zie Gedenkboek
van Oudewater's beleg en moord in 1575 door J. van Heerde en
E. C. Rahms (Nov. 1876, Klein f°. f 1-25) volgens prospectus zullende
verschijnen met afdrukken »van de vier (v. Loon heeft twee) noodmunten
gedurende het beleg in gebruik.”
536.1558 v. L. I, 211. Den t. a. p. beschreven gedenkpenning
ter eere van Jeronimus van Serooskerken kent de heer Pinchart in
de Revue 1854 p. 235 en de Histoire^0 p. 22 (1) aan Jonghelinck toe.
537. 1575. v. L., 1. 212 »Legp. op de standvastigheid der
Spaanschgezinden” zegt v. Orden, II blz. 101 om de voorstelling
der standvastigheid enz. door eene beroerde zee besprongen en het
omschrift in adversis constans. — Deze spreuk was het devies der
fam’lie Berlaimont, geplaatst in 1576 rondom hun wapen op een
legpenning bij van Loon 1,121, alsmede op een penning van Karei
vm Berlaimont (Vz. als Vz. v, L., I, 212) beschreven door Graaf
Nahuys in de Revue 1879 p. 357 en afgebeeld pl. d, n°. 20. Onder
de titels en ambten van Charles de Berlaimont vermeld t. a. p. ')
’) Baron (en in 1574 Graaf) van Berlaimont, heer van Floyon, Hierges, H aute-
penne, Kermpt, Peruwelz en Engis op de Maas, ridder van het gulden vlies