1330. 1660. r. L. II, 465. Strooipenning bij het huwelijk van
Lod. XIV en Maria Theresia. Variëteiten. Zie v. Orden, II, blz. 726
en A. Prevx, Révue 1865, p. 130—131 no- XVIII = v. L. 465,
Module de Om., 027 Verv = XIX = Om., 025, dans la forme
des nuages et de la terre en bij Renesse, Mes Loisirs, no. 10859
met het jaartal 1661.
1331. 1660. v. L. II, 466(2). Als boven op het huwelijk, doch
bij 't Hooft no. 718 grooter. Z. 159.
1332. 1660. v. L. II, 466(3). = Verg. Z. 26 W., no. 2293,
bij P. Smidt van Gelder en P. H. v. Gelder. Vz. met het omschrift
Lud. X IV gall. Heg. et Marice Ter. Hisp. Inf. Conjugium
MDCLX. Op de dikte van den rand: Prid. non. dun. = bij Salm
no. 1168.
1333. 1660. v. L. II, 466(4). Als boven, bij 't Hooft, n°. 720.
Z. 18 met Foecundis ignibus ardet. Bij Salm r>°. 1169, met klein
verschil in de plaatsing van het randschrift op de Kz.
1334. 1660. 26 Aug. Intogt der koningin te Parijs, v. L. II,
469 (2—4.) Legp. De heer A. Preux (Revue 1865, p. 434—136)
deelt onder n°. XXX—XXXV zes stuks varianten hiervan mede.
Zie ook P. Smidt van Gelder n°. 2301.
- 1335. 1660. 12 Febr. v. L. II, 472. Op het overlijden van
Karei Gustaaf, koning van Zweden. Kz.: Opschrift in zeven regels.
Carolvs Gvs
tams rex sveci
natvs VT1I novemb.
MDCXXll corona
tvs V I Jvnii MDC
L IV , denatvs X II
febrva MDCLX.
Spotpenning op Napoleon I (XXXI, 500). De graveur van dezen
Nederd. penning is niet DAA, maar de uitgevers er van zijn
D & AA. Wie zijn dat? vraag ik ten behoeve van een werk over
de Ned. penningen van 1813—1881. J- dirks.
p p . ikJI
Penningkundig Repertorium. Mededeelingen door Mr. j . dirks.
1660—1662, n°. 1336—1386.
__JL336. 1660. 27 Mei. Vrede tusschen Zweden en Denemarken.
v. L. II, 474 (1—2). Ook met bb. en profil, met een lauwerkrans
om het hoofd en zonder olifantsorde door Hilt. v. Orden. II, 730.
1337. Vz. — v. L. II, 474 (1) Kz.: Bb. der gemalin van Fre-
derik III: Sophia Amalia Reg. Dan. Omschr.: Dominus providebit—
Spes mea Deo. Bij P. Smidt v. Gelder, n°. 2310. K.
1338. Kz. = v. L. Vz. Bb. Christianvs V d. g. rex da. no-va-got.
(aldaar no. 2311). Zie Museum Daniae, enz.
1339. v. L. II, 474 (2) maar met 15 kleine wapen schildjes
rondom het groote wapenschild en tot omschrift: Dvx SI Ho.
Sl—Di. Com. Ol. e. Delm. (v. Orden, II, 750.)
^— 1340. 1660. v. L. II, 478. Ter eere van Trewleben. Iets grooter
bij Bom, 9 Jnnij 1879, no. 73. Mm. 70. Vgl. v. Orden, II, 731.
1341. 1660. v. L. II, 480. Op de verheffing van Karei II tot
koning van Engeland. V. Orden, II, 731 zegt: »Omtrent het graveurs
naamcijfer, G. B., kunnen wij niet wel bepalen, wie daardoor
aangeduid wordt.” Zonder twijfel Georg Bowers, stempelsnijder
in Londen, 1650—1690.