![](./pubData/source/images/pages/page20.jpg)
75. 1520. Zeer fraai medaillon in hout, medegedeeld door M.in
Revue 1855, p. 319, pl. X, voorstellende de beeltenis van Keizer
Karei V met het omschrift in zoogenaamd monnikenschrift:
Charles par la grage de Diev, Emperevr des Romains 1520.
76. 1520. (Duitsche penning?) (Koper. Muntm. 38) (Catalogus
Jamieson-Feijens 1870 n \ 69) v.z. Borstbeeld, omschr.: Herr Hans
Walhart vitter zc. Kz. wapen, omschr.: Got hehvet m. alle menschen.
77. 1521. (Kon. Kab. Aanwinsten 1857, bl. 2.) Groote gedenkpenning
ter eere van Keizer Karei V in lood gestempeld, hetwelk
door eene soort van verguldsel of vernis voor bederf bewaard is.
Op dezen zeer verheven penning ziet men op de vz. het gekroond
en geharnast baardeloos borstbeeld des jeugdigen Keizers, binnen dit
eenvoudig omschrift: Carolus“ V; Ro° Imper0° bovendien op een
verheven rand 14 wapenschilden en ’s Keizers zinnebeeld, de beide
zuilen met plus-ultk. De Kz. heeft geen omschrift, maar den twee-
hoofdigen arend met gedeeld Oostenrijksch-Bourgondisch wapenschild
op de borst, én tusschen de vleugels 15—21, terwijl dit alles door
een verheven rand omgeven is, waarin 13 wapenschilden in een
kring, waarin de letter N.
Dit zeldzame stuk werd afgebeeld door den geleerden Benedictijner
Marquard Herrgott in het tweede deel zijner Monumenta
Aug. Domus Austriacae (Friburgi Brisgoviae 1752, f°. Tab. XIX,
n°. VII), die daarvan zegt: »Exemplum argenteum quod manibus
versamus, fusum non cusum esse.” Welligt was het bij de toenmalige
mindere vorderingen der werktuigkunde niet mogelijk een
zoo verheven en zwaar stuk in zilver, wel in lood te slaan (J. F. G.
Meijer).
Zie ook Bom, Cat. 19 Juni 1876 n°. 22, bl. 34. Mm. 70. K.
78. 1521. Renesse (in zijne Loisirs III, n°. 28766) geeft een
penning in^ tin, die waarschijnlijk in de 19de eeuw zal geslagen
zijn, v.z. Borstbeeld: Guillelmus—de Croij. K.z. natus an (no)
MCCCCLVIII obiit an (no) MDXXI.
schrift van L . G. Visscher, bl. 1—1). Hij haalt aan Epistolarum Desidern Erasmi
Roterodamensis, Lib. XXXI in Lib. XIX, Bp. 43, Lond. 1642. Zie ook A dm. Gren-
zius, De deo termina et nummo D. Erasmi (Dresdae et Lipsiae, 1752 4°.). G. Lipsii
Bibl. numaria, 1801, (p. 159 in Grenzius en Grenzen), alsmede von Haller I. Mus.
Mazz. I, 46 n4. 1 en de belangrijke uitlegging in den Trésor Num. et Glyptique.
79. 1522. 1 Aug.) zilveren penningje ter eere van Keizer Karel V.
V.z. Imp. Carolus QN p .f. avg. MDX—XII. K.z. Si oblitvs fvero tvi
hiervsalem oblivioni detvr dextra mea. Kl (kalendis) Avg (vsti).
80. v. Mieris geeft (III, blz 148) een gedenkpenning, op welks
keerzijde Victoria Colonna, de vermaarde Italiaansche dichteres is
afgebeeld (zie over haar Rosçoe, Vie et Pontificat de Leon X,
Paris 1808, III, p. 231—238), alwaar een andere penning van
haar (vis-à-vis III. p. 1) is te zien.
81. De gedenkp. op Anthonie, hertog van Lotharingen en zijne
gemalin Renata van Bourbon, te vinden bij van Mieris II, bl, 153,
komt ook voor met de omschriften van onderen beginnende (Cat.
Noot-Nagel 1868, n°. 45 in brons).
82. De groote penningplaat bij ». Mieris II, blz. 155 met het borstbeeld
van Hendrik VIII, Koning van Engeland, is waarschijnlijk
gesneden door Michiel Mercator van Venloo, gedurende zijn verblijf
in Engeland. Zie C. P. Serrure, Revue, T. V, p. 117 en
p. 120. Pinchart, t. a. p. 9.
83. De groote penningplaat met het borstbeeld van \)a.us Adriaan
v. Mieris II, 158) wordt ook om het Nederduitsch rijmpje daarop
te lezen door Pinchart, hoewel niet stellig, als het werk beschouwd
van den stempelsnijder Steven van Holland (1548—1562 vermeld).
Zie Revue 1860, p. 178—182 en Pinchart, p. 12. Hij zegt echter
teregt aldaar: »Si elle est vraiment d’Etienne van Hollant, on
peut la considérer comme son oeuvre la plus ancienne.”
84. Penning door de stad Parma bij gelegenheid der verkiezing
van Paus Adriaan in 1522 geslagen. V.z. Borstbeeld in pausselijk
gewaad, regts gewend, omschr. : Hadrianvs, Elect. Pont. Max.
K.z. zijn wapen, waarboven de pauselijke kroon, dekkende de
kruiseling geplaatste St. Pietersleutels, omschrift: Secvritas vrbis
Parmae. Zie graaf Nahuys, Revue 1872, p. 223^230, pl. b. XII.
85. Bronzen penning ter eere van Margaretha van Oostenrijk,
Landvoogdes der Nederlanden, 1515—1530. V.z. Borstbeeld blootshoofds;
achter het hoofd een gekroonde vuurslag, daarvoor een
madeliefje of marguerite, omschr. : Margarefa Caesaris Maximi-
liani filia. K.z. eene staande vrouw, leunende op een zuil, omschr. :
Victrix fortvnae fortissimo vjirtvs (fraai en echt stuk). Cat. du char