friesland gevoerd, zie n°. 920). Stuttgart 1861. Zwei Theilen XXVIII
und 1050 S. In de Publications de la Société Archéologique de Lim-
bourg V, p. 1—2 zegt »A. M. . A. Monsieur Klopp revient l’honneur
»d’avoir prouvé a 1’évidence que Tilly est devenu le victime du
»fanatisme, qui inspirait la politique du roi de Suède”, p. 7.
922. (Nav. 1880, blz. 552) te lezen Mo{ntigni).
924*. 1628. Nacht- of Avondmaalsloodje der Evang. Luthersche
gemeente te Leiden. Tessera communican{tium) eccllesiae) augusta{e)
Augsburgae (icae?) confessionis quae est Lug{duni) Batavorum. De
figuren op de andere zijde zijn eenigzins afgesleten. (Aanw. Leidsch
Penn. K. 27 Oct. 1865).
938*. Volgens Cat. Posthumus 1882, n°. 320 een gedenkp. op
het verrassen van Wesel, met het gezicht op dien strijd. Mm 49.
Door S. D. (Seb. Dadler) (1619—1653).
938**. Als 938*. Doch zonder jaartal en andere stempel. Cat.
Posthumus, n°. 405. Z. 87.
944. Achter pruden eene punt in plaats van een komma.
944*. Vergelijk v. L. II, 193(1). (In de Verz. P. H. v. Gelder).
Met de goed en de verkeerd geplaatste 2 in het jaartal 1629 op
de vz. De laatste heeft op de kz. de jaartallen bij Grol en Wesel
onder dé stadsgezichten en zonder 16-31.
960. {Nav. 1880, blz. 594) staat: bij Keer? lees: bij Esdré, n°. 9.
961. (Aid.) Serviesmeestersamgt te Deventer in 1773 opengevallen
door het, overlijden van den Burgemeester en Servies meester Hage-
doorn {Bijdr. tot de Geschiedenis van Overijssel, 1881, VII, blz. 11).
962. Is in het bezit van Jhr. M. A. Snoeck te Hintham bij ’s Her-
togenbosch.
966. {Nav. 1880, blz. 595^ staat: K zijn lees K. zijn.
—- 968*. 1634. Otto Venius, schilder, door Simon.
'969*. 1635. v. L. 11,225. Dq Meiboom ’s Gravenhage- Vz. zonder
de letters FLVW bij den heer P. H. v. Gelder, ten bewijze dat
het ingesneden initialen van een naam zijn.
973—976 in te vullen blz. 597 reg. 6 achter tot Dhet eerste
eeuwfeest'' en reg. 9 achter 1836 bij het tweede eeuwfeest. Deze laatste
penning is afgebeeld in de Revue 1882, pl. XIV D en aldaar beschreven
p. 348—349 door Graaf N ahuys.
981. v. L. II, 244. Met Dupré f. op de vz. (Kab. P. H. v. Gelder).
988*. 1639. I L. II, 252(2), slag bij Duins. Het opschrift der
Kz geheel anders verkort. (Variant) (Kab. P. H. v. Gelder).
988**. Kon. Kab. Aanw. 1880, blz. 11, zeldzame vierkante zilveren
gegraveerde verlovingspenning uit de eerste helft der zeventiende
eeuw met Hovt d a e r J o n ckprov enz. Op de Kz.: Daer
t'een in t'ander Hert; doch daarboven de volgende regels:
Quand l'vn et l'autre Coeur
Par vn Amour se Serre,
Grand icye s'en ensuit
Nul ennvy nul rancoeur
Rien que la Mort desserre
Ces lags car tout destruit.
De vier hoeken zijn versierd met harten, een phénix, een pelikaan,
fakkels, vereenigde handen, enz.