venblad en vijfpuntige ster,) kz. Psal 56. !) Svbditvs esto deo e{t)
ora evm anno (M. D. XLIII.) Brons. (Berliner Blätter IV. S. 250 (3).
204. Bij van Mieris III, blz. 309 reg. 4 v. b. is het woordje
et op den legpenning voorkomende ovèrgeslagen.
205. 1552, v. Mieris III, blz. 314. (1-3). Bij deze gedenkpenningen
op den voorspoed der Fransche wapenen worden de keerzijden
wel eens verwisseld. Zie v. Hoogstraten Cat. 1827, n°. 195,
alwaar v. M. III, blz. 314, n°. 1 met kz. van n°. 2. Aldaar
n°. 196 met vz. van n°. 3.
206. 1552. v. Mieris III, blz. 325. Pinchart Histoire p. 27 (11),
rangschikt ook dit stnk als »médaille” onder »le groupe d’oeuvres
dues a un artiste flamand ou allemand dn XVIe siècle.” Wij betwijfelen
of deze Savooische munt daar onder wel behoort. Zeker
is zulks van den penning bij v. Mieris III, blz. 330 afgebeeld.
207. 155o. v. Mieris III, blz. 341, (1—2). Legpenningen met
afbeeldingen van een kaars, uil en bril en de omschriften
Wat iaat heers of bril,
Dien niet sien en wil.
Dit een en ander plaatste een Dortenaar in de Voorstraat,
aldaar op zijn luifel. Zie v. Lennep en ter Gouw. De Uiihangteehens,
II, blz. 354.
208. In het Verslag over de aanwinsten van het Leidsche Penning-
kabinet in het jaar 1859 {Konst- en Letterbode 1860, blz. 55) komt
voor een looden penningplaat met het borstbeeld van Cornelis a
Weid am .\ 53. {Aetatis) of 15 (53) ? zijnde een met doctorale barret
gedekte, bejaarde man der 16e eeuw. Daarbij werd opgemerkt,
dat Weldam een aanzienlijk Zeeuwsch geslacht is en dat dit stuk
oorspronkelijk tot de verzameling van C. J. Hellingwerf te Alkmaar
behoorde. (Deze verzameling is Septb.-Octb. 1857 verkocht,
doch in den Cat. daarvan komt deze penningplaat niet voor.)
1 | 209- De prachtige penning ter eere van den ütrechtschen schilder
Antonivs Mor{us) {Moor) bij van Mieris, III, blz. 348 afgebeeld, kent
Pinchart in de Revue 1880, p. 181 aan Steven van Holland doch
in zijne Histoire 1870, p. 18 aan J. da Trezzo toe. Het laatste
te regt, want de signatur Ste. h. f. ontbreekt.
') Psal. 56. v. Mieris heeft Ps. XXXVI.
210. In een Catalogue van F. Verhuist (24/25 Augt. 1864 te
Gent) vindt men als n°. 144 (tusschen twee penningen van 1554
en 1559) een verguld bronzen uitstekend bewerkt stuk opgenomen,
aldus omschreven. S(ans) D(ate) : Médaille à chainettes et à
belière, s’ouvrant en forme de boite pour perpétuer le souvenir du
mariage de Jean de Montmorency avec Marie De Haene : elfe répre-
sente les bustes des époux.
211. Van Mieris, III, blz. 246, geeft twee gedenkpenningen ter
eere van Paulus Pfintzing (vergelijk ons n°. 199). Volgens Pinchart
Revue, 1854 p. 334, beschrijft Nagier in zijn N'eues allgemeines
Kunstler-Lexicon, Th. XXII, S. 176 (München 1852), een penning
door een stempelsnijder Jacob Zagar met het borstbeeld en het
opschrift of de inscriptie, Sigfrido Pjintzingo J.Zag. Amic{us) fee. 1554.
Deze broeder van Paul Pfintzing woonde in Brussel alwaar hij,
14 October 1555, oud 25 jaren, door een toeval omkwam. Pinchart
berigt nog dat Sigfrieds broeder aan hem een grafschrift wijdde,
te vinden bij Sweertius in zijne Monumenta sepulcralia, p. 281.
Eerst hield Pinchart den stempelsnijder voor een fortuinzoekenden
Spanjaard,, naar de Nederlanden, als zoovele andere in de 16de
eeuw afgezakt {Revue 1854, p. 334), doch latere nasporingen deden
hem in Zeeland eene familie Zagar kennen: »une personne de ce
nom fut d’abord fonctionaire de la ville de Middelbourg, puis, en
1575, Conseiller du Conseil de Hollande”. Jacob Zagar werkte in
België in 1554, 1566 en 1571 zooals wij later zullen zien.
212. v. Mieris, III, blz. 378 (1) blz. 408 (2), van Loon, I, blz.
8 (2). Voorzijde, borstbeeld van den keizer, volgens Pinchart,
Revue 1854, p. 233, Histoire p. 22, door Jonghelinck gesneden.
213. Aan J . da Trezzo kent Pinchart, Histoire p. 11, den penning
van Philips en Maria van v. Mieris, III, blz. 378 (2) toe.
214. Z. J. Vz. Regts gewend borstbeeld: Carolvs a Berlaymont
Baro. Kz. (vergelijk van Loon I. blz. 212 Vz.) de standvastigheid
bij een gebroken kolom op een door een woedende zee besprongen
rots geplant. Omschrift In adversis constans. Graaf Nahuys, dezen
penning in de Revue 1872 p. 357, (pl. d. (20) mededeelende merkt
teregt op dat hij vóór 1574 (toen de baronij van Berlaimont tot
een graafschap werd verheven) is geslagen en wel waarschijnlijk
in 1555 toen (27 Jan.) Karei baron van Berlaimont ridder van