trokken huwelijk van Philips II met Anna van Oostenrijk, v. Orden,
II, blz. 57. »In eene verzameling te Rotterda,m, iets kleiner dan
n°. 3: het b.b. omhangen met de vliesorde. Omschrift: Philippvs 11
Hispan Rex Cathol. Arch. Avstriae en onder het voorstuk J. Pavl
Pog(gini) f(ecit). Yerk. Cat. J. v. Dam DWz. 1858 n°. 622 f 20,
(Kab. van Prinses Marianne der Nederlanden). Yan dezen graveur
is ook n°. 2. Zie v. Orden, bl, 57. Pinchart p. 20. Ygl. over Poggini
n°. 256, en Pinchart p. 19—20, die zegt: waarschijnlijk verliet hij in
1559 de Nederlanden met andere dienaren, die de koning naar
Spanje wilde medenemen. Zijn sterfjaar is onbekend maar hij
leefde nog in 1580, want er bestaat (bij van Loon Ed. fr. I, p. 283)
een penning van dat jaar met zijne onderteekening. {Hall. Ed. 288 (2).
476.1576. Penningplaat beschreven in de Verslagen en Mededeelingen
der K .A . v. Wet. 2e Reeks I, Amst. 1871, blz. 99—100, doch deze met
het jaartal 1570. Beide met de voorstelling der waarheid als eene
vrouw, van den tijd als een gevleugelden man met een zand-
looper enz. en de verklaring: Veritas filia temporis. (De waarheid
/is) de dochter van den tijd.) (Leidsch Penningkabinet en bis aldaar
in bewerkten, breeden rand). Gezien 18tV71). Zonder jaartal
in 1871 bij den heer F. D. O. Obreen te Rotterdam. Zie over
der gelijke penningen, alle bovendien met de spreuk: Abtrvsam
tenebris tempus me educ.it in auras. De tijd brengt mij, die in
duisternis verborgen was, in het licht, gesneden door Huibert Goltz,
Dr. C. Leemans. Yersl. 2e Reeks I, bl. 98—112. (In te vullen in
n°. 149 van ons Repertorium, bij den penning op Paracelsus bij
v. Mieris III, blz. 44. Zie Verslagen'. N. R. I, blz. 100—102). Men
vond in 1871 op Nova Zembla onder de voorwerpen door de
nederlandsche zeevaarders aldaar in 1597 achtergelaten zulk een
penning met de twee bovenvermelde spreuken. In den Navorscher
1872, blz. 552 b. en 552 c. (zie aldaar noot I, blz. 545) vestigden wij
daarop de aandacht, ook ten bewijze dat Huibert Goltz (geb. 1526 f
1583) en niet Hendrik Goltz geb. 1558 den penning van 1570 sneed.
[Bij 449. Dorothea van Dorp verzegelde hare brieven aan Huy-
gens met een gevierendeeld wapen: 1 en 4 drie leeuwenkoppen,
2 en 3 een gouden dwarsbalk. Dit zal dus wel het wapen zijn
van het geslacht van Dorp.]
Penningkundig Repertorium. Mededeelingen door Mr. J. Dirks.
— 477. 1570. v. L. I, blz. 134. Op het voltrokken huwelijk van
Philips II met Anna van Oostenrijk. Kz.: onder het armstuk:
A(nno) 70. (Verz. van den heer P. H. van Gelder te Velp.)
1571. v. L, I, blz. 136 (1—2). Ter eere van den Hertog van
Alva. Hiervan zijn varianten, zooals:
478. 136 (2). Met Belgiae in plaats van Belg. (Verz. als boven.)
479. 136(2). Geen omschrift op de vz. en op de kz. alleen het
opschrift en geen jaartal. F. Orden, II, blz. 59. Cat. v. Orden,
n°. 524. K. ƒ-.80.
480. Kleiner dan n°. 1. Vz,: Omschrift: Ferd. Alb. dvx castror.
praef. Z. 9V2 W. Becker comp. n°. 160. f 14.50. Gr. (30) in plaats
van Gr. (41).
481. Vz. v. L. I, 136(1) met kz. v. L. I, 173. (K.) (Aant. van
H. van Gelder.)
482. (K.) Vz. v. L. I, 136 (1) met kz. v. L. I, 121 (1) (K.) (Id.)
^ .4 8 3 . 1571. v. L. I, 137. Oprigting van het standbeeld van den
hertog van Alva. Jvngelingi opvs. Zie over Jacobus Jonghelinck
(1550_1606), zijne bronswerken, zegels en gedenkpenningen den
heer Alexandre Pinchart in de Revue, 1854, p. 209—239 (tiré a part).
Hist. p. 21. Recherches sur les graveurs de médailles, etc. T. I,
p. 312. Over het standbeeld Revue, 1854, p. 224—227.
Deze penning komt ook voor met vz. v. L. I, blz. 522.
484. v. L. 1, 139. Ter eere van Benedictus Arias Montams in 1569
door Jonghelinck volgens Pinchart, Revue, 1854, p. 236, Hist. p. 24
(11) gesneden.
^ 485. Vergelijk v. L., I, 140, Pivs F enz. Vz.: Bb. regts zonder
mijter. Pivs V pontifex Maximvs An(no) V. Jo. Ant. R. f{ecit,
d. i.: Joannes Antonius Rubeus of Gnovanni Antomo Rossi, stem