à cause de sou influence et de son élévation. Ces faits expliquent
les couleurs odieuses sous lesquelles l'ont dépeint les auteurs flamands
ou hollandais. Perrenot défendait les intérêts de son maître ;
et il eut été autrement repréhensible, s’il eut profité de la con-
^ance de Charles Y et de son successeur, pour les trahir. La publication
citée venge dignement cet homme célèbre des calomnies
qui ont été déversées sur lui à pleines mains.” Wij gelooven dat
dit een en ander ook ten opzigte van Wigle Aytta ( VigUus ab
Aytta) wel eens uit het oog is verloren, doch het is hier de plaats
niet om hierover uit te weiden.
De penningen ter eere van Antonius Perrenot bij van Mieris
III, blz. 249, en v. Loon I, blz. 48 en 59 vcorkomende( zijn 14
in getal. Vijf daarvan (v. L. I, blz. 48) zijn geslagen gedurende
den tijd, dat hij bisschop van Arras of Atrecht (1539—1561) was;
blijkens den titel van Episcopus Atrebatensis. Een daarvan (v. Loon
I, blz. 59 (5)) heeft Perrenots wapenschild onder eenen aartsbis-
schoppelijken hoed, zoo als v. L. I, blz. 61. zegt1). Zeven geven
ons den kardinaalstitel (1561 —1586), terwijl één penning (v. L. 1,
blz. 48 (6) j alleen zijn zinnebeeld, het door de golven geteisterde
schip van Aeneas, en zijne zinspreuk Durate ( Volhardt) vertoont.
{Deschamps 1.1. p. 228 zegt: »van Loon en donne quatorze (lees:
v. Mieris et ». Loon), dont cinq en qualité d’Evêqne d’Anvers
(lees: Arras)] p. 239 herhaalt hij zulks nog eens en noemt 1540
(lees: 1539) als het jaar van aanstelling.)
268. De penning door den heer Deschamps de Pas {Revue 1857
pl. XV) afgebeeld was door den heer Dewismes te Sint-Omer aan
hem verstrekt. In den catalogus van diens Collection, 1875, p. 433
n°. 2830. (Lood, Diam. 80 mill.) Kz. Links gewend borstbeeld
van een krachtig man met scherpen blik. Omschrift: Antonivs Perre-
notvs Lpisc. Atrebatensis. Kz. Ulysses en zijne lotgenooten in een
schip, ter regter zijde in de nabijheid van eene 'steile rots
waarop drie Sirenen, waarvan de eene zingt en de andere het gezang
met een lier en dubbele trompet accompagneren. Ulysses,
(kenbaar Perrenot zelf) aan den mast gebonden (Odyss. L. XII) geeft
1 ) Kenbaar aan den staf met de afhangende 20 kwasten. De bisschopshoed had
er 12 (zie van Loon I, blz. 48 (5). Ook wel 6 {o, L . I, blz. 46). De proost van
St. Bavo had er 12 {v. L . 1, blz. 233),
last aan Eurylochus (en Perimedes) om hem verlokt door het
Sirenengezang, los te maken, maar een hunner bindt hem nog
steviger en drie andere zetten meer zeil bij of halen het groote
zeil op om de verleiding te ontvlieden. Onder deze fraaie voorstelling
staat ’s bisschop zinspreuk : Dorate, ontleend aan Virgilius
Aeneid, I, 207,
Durate, et vosmet rebus servate secundis.
Deze penning valt tusschen 1539 en 1560 toen Perrenot aartsbisschop
van Mechelen werd (Publ. 8 Jan. 1560) (V. L. I. blz.
46). Deschamps bepaalt dien nader op den tijd der onderhan-
delingen over het huwelijk van Philips met Maria van Engeland
(1553/o4). Il faut parcourir les correspondances à ce
sujet pour se convaincre des voies détournées et des moyens en
apparence insignifiants que l’ambassadeur de Charles Quint, Simon
Renard (een gepaste naain voor zulk eene missie), digne elève en
tous points de Perrenot, et que celui-ci dirigeait d’ailleurs, employa
pour parvenir a son but. L’on avait à faire à trois concurrents,
Edouard, fils de Henri Courtenay, comte de Devonshire et marquis
d’Exeter, i»su de sang royal, l’infant de Portugal, et le fils du
loi des Romains, Ferdinand, frère de Charles V. L’évèque d’Arras
a tout conduit: il a soin de le rappeler dans une lettre à Charles
Quint, et datée du 23 Septembre 1554. La médaille a été frappée
a l’occasion du succès de ces négotiations, à 1 habileté, avec la
quelle elles ont été conduites et les difficultés de tout genre
qu avait eu à surmonter l’évèque d’Arras. Peut-être même pourrait
on voir dans le matelot, qui attache Ulysse au mât de son
vaisseau la représentation de Simon Renard, la créature de Perrenot,
suivant l’expression mise par Victor Hugo dans la bouche de
Marie Tudor, si bien dépeinte par lui.
369-378 Nog andere Penningen ter eere van Ant. Perrenot.
369. Cat. Salm n°. 390. Vergelijk van Loon 1 blz. 48 n°. 2,
zilver 41 (w) zonder muts en Antoni. Perrenot. Epi. Atrebat.
370. Cat. Stricker (II, Novb. 1860) n°. 19, zilver Mm. 3 9 /4 8 , als
van Loon I, blz. 48 (2) doch het borstbeeld binnen het randschrift.
Kz. vau v. L. I 59 (1) doch grooter in Cat. Oudh. Leiden n°. 32
met eenige verandering.
371. Collection Dewismes n°. 2832 Vz, Regts gewend b. b. in