516. Z. j. Bb. regts gewend, geharnasd met halskraag (colerette).
Omschrift: Frederic Perrenot, Che(va)l(ier) S(eigneur) de Rovst ’).
Kz.: Wapen van Perrenot in loofwerk. Omschrift: Virtvtis fortvna
soror. De fortuin is de zuster der deugd (virtvs).
Al deze penningen, bepaaldelijk die met het jaartal 1574 schijnen
betrekking te hebben tot, zoo als v. Loon 1, blz. 184 het zeer juist
uitdrukt, »het zonderlinge gedrag van Perrenot, waarin hij noch
»zijnen landvoogd (Don Louis de Requesens) is ongehoorzaam
»geweest, noch het aanbetrouwde goed zijner Antwerpsche burgers
»lafhartig ten roof der gewapende muitelingen in 1574 heeft willen
»laten.” Toen, in 1574 (wel te onderscheiden van de zoogenaamde
Spaansche furie te Antwerpen in 1576) werden de oproerlingen,
reeds meesters der stad, op Pinksterdag (1574 (30 Mei), nog
bevredigd.
Wat n°. 570 betreft, zoo heeft men daarmede, volgens De Jonge
c. s. I, blz. 77—78, de hoop op betere tijden willen uitdrukken, en
met het randschrift van n°. 515 »dat deugd en braafheid niet altijd
doen zegevieren, maar dat het geluk moet medewerken. Per-
renots pogingen om Antwerpen (in 1574 en 1576) tegen de
muitelingen te bewaren waren edel en op deugd gegrond, maar niet
door het fortuin bekroond, schoten zij te kort.” (De Jonge c. s.).
Zie verder Memoires de F. Perrenot,publiés par M. de Robaulx de Sou-
moy Bruxelles 1860, een der bronnen van de interessante Iconographie
de la furie Espagnolle par M.Camille Picquê. Revue 1879, p. 288—303.
517. 1574. v. L. I, 186. Ter gedachtenis van Igram van Achelen.
Ook afgebeeld op een koperen plaat in de Vrije Fries IV. Zie
aldaar onze levensschets van I. van Achelen, blz. 364 - 377. Aldaar
blz. 376, reg. 6 v. o. te verbeteren supmemi in supremi.
518. 1574. Zilveren penning door den Magistraat van Leiden
vereerd. Ruitvormige noodmunt, v. L. I, 182(1). Kz.: Verdient bij
Willem Aelbrechisz, Berkhey. Zie Cat. Oudh. te Leiden 1824, blz. 15,
n®. 39, toen bij Joh. v. d. Post te Leiden.
519. 1574. Zilv. penning ruitvormig met kabelrand. Vz.: een
’) Eene der heerlijkheden van de Champagny’s. Bij de Vries en de Jongt
I, blz. 78, v. Orden II„ n°. 139, Dugniolle n°. 2620 volgens Catalogue, Benaut
n». 238.
gegraveerd scheepje, onder zeil, bemand met twee schepelingen.
Op het roer zit een duif. (Vereerd aan Willem Cornelisz. (Duiven-
bode). Kz. als kz, noodmunt van Leiden, v. L. I, 182(1). Afgebeeld
bij Adr. Severinus, Ontzet van Leiden, 5e druk, Leiden z. j. (toen
bij H. A. Dibbetz) Cat. Oudh., Leiden 1824, 'bl. 1 1 1 , n°. 36 Afb.).
Thans in het kabinet van mr. K. J. P. C. Kneppelhout van Sterkenburg
te Utrecht. Zie ook Malliet, Suppl. pl. 51.
520. Ter eere van Pieter Adriaansz, Vermeer, genaamd Van der
Werf, door A. Bemme te Rotterdam in 1821 vervaardigd. (Verg.
van Loon I, 190 (1—2) ook later dan 1574 geslagen. Cat. Oudh.,
Leiden 1824, blz. 19—20 n°. 48—49.
521. 1574, Halve Maantjes, Cat. Bom 1867, n°- 193. De omschriften
omgekeerd en aan beide zijden een ster Z. 10.
522. = Veel grooter, gegraveerd: Liever Turx dan Paus 1574.
Spijt al haer Misse 1574. Vgl. van Orden 11, blz. 90—91. P.Smidt
v. Gelder n° 842/843. Cat. Oudh., Leiden 1824, blz. 20—21, n°. 50.
Van Cleeff I, 603—604, enz.
523. Halve maan = Als boven gegraveerd met 1573 en Ghi
Staten vest (weest) die Prins getrou. Z. Wesihoff n°. 505.
524. Halve maan veel grooter (63V2) en met den naani van
Blaukerck van Bockum en Ghi Staten Vest den Prins trou. Becker,
n?. 244. Zilver verguld 19, 65. ƒ20.
525. = Grooter, geheel anders dan v. L. I, 192(1) en met het
jaartal 1580. Cat. Stricker II, 19 Novb. 1860, n°. 61 ƒ 16.
Jhr. Steengracht v. Duivenvoorde. Over de leus Liever Turksch dan
Paapsch. Zie Algem. Letterlievend Maandschrift 1847, n°. 1, blz. 52.
■— 526. (1574). 3 October. Ontzet van Leiden, v. L. I, 194 en 195.
Met drie ketens mede afgebeeld bij Severinus, t. a. p. 5e druk, blz. 134-
Zie Cat. Oudh. te Leiden 1824, blz. 9, n°. 2 2 , over de drie gouden
ketenen (en penningen) den Heer Admiraal, Vice-Admiraal en den
Admiraal van Zierikzee vereerd, blz. 21, n°. 52—54. Doch de
stad aan de andere zijde te zien, eene andere ligging der schansen,
mitsgaders op den voorgrond de brand van Souterwoude. (Toen
in verz. Luzac).
527 — 529. (Vgl. v. Loon 1,196). Vroedschapsp. van Leiden (1—3),
4-5-6 in de Revue 1872 (4) pl. f. n°. 27—29 met: n°. 27 Vroet-
schap X Loon. Kz. Leeuw. n°. 28. Met Vroetschap X Loon en Pru