ideaal voorkomen: »die Körperfülle,” zegt von Sallet, »ist die ein-
zige A e h n lic h k e it— Daar in eene dochter van Hendrik VIII
(1509—1547) (lees dus: Hendrik VII (1485—1509) te zien, noemt
von Sallet »eine thörichte Deutung’’. Onzeker is ook de meening,
dat Durer hier eenen Madonnakop heeft willen afbeelden. Wij
voegen hierbij, dat de gelaatstrekken'veel te oud zijn voor de in
1508 twaalfjarige Prinses Maria. — von Sallet gewaagt alleen van
dit stuk, als Penningplaat, zonder keerzijde, daar hem de afbeelding
hij v. d. Chijs onbekend schijnt te zijn ; zijne fraaie autotype
afbeelding op Taf. VII is genomen naar een oud, voortreffelijk
geslaagd afgietsel, ongeciseleerd in het Berlijusche Museum voorhanden.
57. v. Mieris, I, blz. 413. Het prachtige als penning t. a. p.
door v. M. beschreven stuk van keizer Maximiliaan van het jaar
1509, schijnt een gouden munt te zijn, afgebeeld als zoodanig bij
van Alkemade en aan het hoofd van te Antwerpen in de 16e eeuw
gedrukte Muntordonnantie ; zoo als aangestipt wordt door van Orden
blz. 151 en in den Catalogus F. Verhuist, (Goud 12 Avril 1866
n". 101) met de opmerking: »C’est la première fois que cette médaille
se presente en vente, en or\
58. Een penning ter eere van Philippe de Commines als tot Brugge
betrekkelijk, werd door Jonnaert onder n°. j 18 op 1509 opgenomen.
59. 1509 (vergelijk 1501) Gedenkplaat met het borstbeeld van
Jacobus de Moor, oud 30 jaren; keerzijde, Uien sans arnour, zilver
28 wigtjes, zeldzaam, Cat. Westhoff n°. 55. Cat. B. J. de Groot
Sept. 1874, n°. 7.
60. v. Mieris, I, blz. 418 (1 — 2). De t. a. p. afgebeelde stukken
zÜn geene penningen van Alfonsus den derden hertog van Ferrara,
maar munten van Alfonsus 1 1505—1534. Alfonsus III regeerde
1628—1629. De op deze stukken voorkomende III. is aanduiding
van muntwaarde,
61. v. Mieris, I, blz. 424, plaatst op het sterfjaar (1509) den penning
ter eere van Niklaas Ruter, geheimschrijver van keizer Maxi-
miiiaan. Pinchart p. 4 betoogt dat deze penning op 1488 moet
geplaatst worden en dus in de 15e eeuw is gesneden, even als de
penningen bij van Mieris afgebeeld I, 147, 167 en 204.
62. In den Cat. I, Munnicks van Cleeff (Febr. 1861) komt onder
n°, 64 voor een zilveren penning, aldus beschreven : 1510 {Aanvang
der regeering van Maximiliaan van Oostenrijk) Borstb. regts.
Maximil. II, Bom. Imp. Semp. Aug. Kz., een arend met uitgebreide
vleugels, eenen band om den wereldbol werpende. Omschrift:
Dominus Providebit, — H- Grote in de Stamtafel opgenomen in zijne
Münzstudien (IX, Leipzig 1877) vermeldt Maximilian I, 1493—1519
als Hertog van Oostenrijk, II Keizer 1508, zie v. Mieris I, blz.
403. Deze penning is dus niet op 1510, maar op 1508 te plaatsen,
tenzij het een munt van 1510 is.
63. v. Mieris I, blz. 445 (1—2). Deze penningen of munten
van 1512 komen ook iets grooter voor.
GESCHIEDENIS DER LETTERKUNDE,
Een flaamsch liederboek. Dezer dagen (Januari 1879) verscheen
der by Desclée, de Brouwer & C°. te Brugge, ’n zeer belangrijk
werk, getiteld Chants populaires flamands, avec les airs notés, et
poésies populaires diverses, reeueillis a,Bruges, par Adolphe Lootens
et J. M. E. Feys; en dit werk wil ik by dezen den lezers van
dit tijdschrift nader voorstellen en aanbevelen.
Genoemd boek, waarvan slechts titel en voorbericht fransch zijn,
benevens enkele aanmerkingen, in den tekst verstrooid, bevat een
ryke, en naar myne meening, zeer merkweerdige en hoochst be-
langryke verzameling van allerlei oude, grootendeels onmiskenbaar
zeer oude flaamsche volksliederen, zooals die thans nog in den mond
des volks van d’aloude westfiaamsche hoofdstad Brugge, leven. Die
volksliederen, »geestelick ende wereldlick” beide, en ten getale van
honderd en een stuks, zijn allen voorzien van de, in notenschrift
afgebeelde wyzen, waarop ze gezongen worden. Ware juweeltjes
van echte, eenvoudige en ongekunstelde, maar zeer dichterlike
volks-poësie zijn daar by, en wy moeten het flaamsche volk dat
nocr zulke liedjes kent en zingt, en behagen daarin vindt, roemen
en gelukkig pryzen tegenover ons noord-nederlandsch volk, dat in
z’n jeneverzwymel allerlei walchelik vuile of zinnelooze straatdeunen
uitgalmt.