heeft gegeven. Ook Pisano’s opvolgers Francisco Laurana, Andrea
Guaccialotti, Antonio Marescotti, Pietro di Milano, Jacopo da
Lisignuolo, Petruccini van Florence sloegen hunne eerste gedenkpenningen
Aussehen 1450 en 1461.
14—17. Pinchart t. a. p., p. 2, voegt de drie penningen, een ter
eere van Hertog Karei den Stouten (v. Mieris I, blz. 100) en de
heide andere van Antoni den grooten, bastaard van Bourgondië,
v. Mieris I, blz. 78 en 127, bijeen als door denzelfdeu Vlaamschen
graveur uitstekend gesneden. Jammer dat zij zonder monogram
zijn,- te meer omdat J. Friedlaender In het Numismatische Zeitschrift
(II, 1870, S. 545) ook het vermoeden opperde, dat zij door
eenen Italiaanschen stémpelsnijder in 1468 aan het hof van Karei
den Stouten werkende, (Revue 1860, p. 186—189) kunnen gesneden
zijn.
18. Derde penning ter eere van Antoni van Bourgondië, bastaardzoon
van Philips van Bourgondië en Maria de Thieffry (geb.
1421, f 1504) Num. Zeitung II, S. 539/540(1) voorhanden in het
Berlijnsch Muntkabinet. Afgebeeld Num. Zeitung II,'Taf. X. Yz.
Het links gewendde borstbeeld van Antoni voornoemd. Omschrift:
nrli ne si frota (Provemjaalsch dialect) voor het nvl ne si f rotte
bij v. Mieris. Keerzijde. De (vuur)kast die met brandstoffen opgevuld,
aan bedreigde muren aan strikken werd opgehangen, om
aangestoken, op de stormende aanvallers te worden geworpen.
Omschritt: als boven. J. Friedländer meent dat dit groote gegoten
Italiaansch medaillon te Rome na de legitimatie van den bastaard
Antoni (25 Mei 1475) door Andreas Guazzolotti van Prato is gesneden.
II, S. 543.
GESCHIEDENIS DEK LETTERKUNDE,
Pape van Calenberghe. (XXVIII, blz. 354 en 522.) Calembour.
Op bladz. 522 wordt gezegd, dat het «zeer. licht mogelijk, vrij
waarschijnlijk zelfs”, is dat het fransche woord calembourg uit
den plaatsnaam Kalenbefg (in Oostenrijk) te verklaren is, »berg
en burg worden dikwijls verward.” Verder wordt daarbij opgemerkt,
dat van het bedoelde fransche woord geene afleiding bekend of te
vinden is. Wat dit laatste^betreft, vind ik evenmin in den Dictionnaire.
des inventions, des origines et des découvertes van Noël,
Carpentier et Puissant fils (Bruxelles, 1839), als in den Dictionnaire
des dictionnaires (Bruxelles, 1837) eene afleiding gegeven;
’t woord in qnestie wordt in beide woordenboeken echter calembour
gespeld. Laatstbedoeld woordenboek laat nogtans de spelling ca-
lernbourg, als variante d’orthographe ou d’expression, toe, en geeft
verder de woorden : calembourdier (ook wel : calembouriste) in de
beteekenis van een faiseur de calembours, benevens calembredaine,
dat evenwel bourde, vains propos, faux-fuyants (loopje, ijdel praatje,
uitvlucht) betaekent. Kan nu calembour van dit calembredaine zijn
afgeleid, of hebben beide woorden den zelfden oorsprong? Bestaat
er welligt verband met bourde? (Dus: calembourde.)
De Geïllustreerde Encyclopaedie van A. Winkler Prins, die de
spelling calembourg bezigt, geeft — in deel V, blz. 47 — daaraan
de volgende toelichting betreffende den oorsprong van het woord :
»Volgens sommigen is die benaming afkomstig van zekeren
Calembourg, een apotheker, die in den aanvang der vorige eeuw
te Parijs leefde, en volgens anderen, heeft een Westfaalsche graaf
van Calemberg daartoe aanleiding gegeven, doordien hij aan het hof
van Lodewijk XV of van Stanislaus van Polen het Fransch zoo
zonderling verhaspelde, dat hij vaak geheel iets anders te kennen
gaf dan hij wilde zeggen. Men zegt, dat de minnares van laatstgenoemden
vorst, de hertogin de Boufflers of welligt de markies de
Bièvre die woordspelingen verzameld heeft, om er eerst het hof
en vervolgens het publiek mede te vermaken. Bij ons is deze
soort van juist niet altijd zeer kiesche bon mots bekend onder
den naam van ‘kwinkslagen.”
Wat nu het zoo even genoemde Calemberg betreft (de naam wordt
ook aldus in den Vocabulaire de géographie ancienne et moderne
van den reeds genoemden Dictionnaire des dictionnaires gespeld),
dat is een vorstendom in het voormalige koningrijk Hannover.
De Dictionnaire géographique, par Vosgien (Bruxelles, 1792)»
noemt het Caleîîberg, »dont le château de même nom, ruiné, est
à 4 lieues de Hanovre.” Verder gewaagt die dictionnaire van eene