Verkiagting van Holland. Kz.: Gravure. Gezicht aan den Buiten-
Amstel op de beide blokhuizen, daarboven twee engeltjes; inscriptie:
God heeft ons bewaert. Z. ƒ 51.
1170*. Bij den heer P. H. van Gelder met kleine variatiën.
Kz.: te lieff had voor sich seljf, in plaats van te lief had voor.
sich selfs. Verder met: dees heeft het land behoet door sijn sterven
6 Novemb. en heeft het door 't swaert behoet voor rampen en bederven.
Onder aan: Verkrachting van Hollandt (Uiterst zeldzaam).
1171. 1650. v. L. II, 352. Ter eere van Willem II en zijne
gemalin. Kz. = v. L. II, 387. Door P. van Abeele, Revue 1853,
p. 156, IV. In Cat. Arti 1880, n°. 1201, schijnen vz. en kz. verwisseld
te zijn. Bij Salm, n°. 1061. Z 45, en P. H. van Gelder
zonder 1650 onder het b.b. van den prins.
1172. 1650 (6 Novb.). Overl. van Willem II en 14 Novb, (Zie
v. L. II, 352. a) geboorte van Willem III. Uitmuntend gegrav
zeer groote, verg. ziiv. penning. Vz.: Wilhelmus bij der Gratiën
Godts Prince van Orangien, Grave van Nassau, Catssenellebogen,
Vyanden, Piest, Lingen, Mewrs, Buren, Leerdam. De prins gehar-
nasd, met gepluimden hoed, den bevelhebbersstaf in de rechterhand,
te paard gezeten. Op den voorgrond een zuigeling in de wieg,
waarboven Orangien Spruyt en daaronder 1650 July 29 (had
moeten zijn 30), de dag van het voorgenomen beleg van Amsterdam.
Kz: Godt en Nassau en 't Vaderlandt getrou. Tot den Boot
toe strijt altijt voor de Waerheit. De geregtigheid als eene vrouw
met zwaard in de regter- en weegschaal in de linkerhand in een
landschap met heuvelen en gebouwen. Kon. Kab. Aanw. 1856,
blz. 2, uit de verz. v. d. Noorda, n°. 1005. f 135'. 57 w. De heer
Meijer zegt t. a. p.: In geene verzameling is mij van dit zeldzaam
stuk een tweede exemplaar voorgekomen.
.^1173. 1650. v. L. II, 353, Spotpenning, het hollend paard. Cat.
Hist. Tent. Amst. 1876, n°. 4009, van Jhr. H. J. Bicker te Amsterdam
van goud in ebbenhouten doos met de origineele drukken
van de verzen Overval en Afval door Vondel op dezen penniDg
gemaakt. Uitg. Westerman X, 347,' ook in de Navorscher XX^
blz. 396—397. Hoogst waarschijnlijk door Jurriaan (George) Pool
van Amsterdam (vgl. v. L. II, 376(2) gemaakt. Zie Cat. Arti
1880, n°. 1224.
_-1174. 1650 2 Febr. Overlijden van Bescartes v. L. II blz. 355.
Ook afgebeeld bij H. Kluyskens Bes hommes célebres dans les Sciences
et les arts et des Médailles qui cohsacrent leur souvenir. Gand 1859
T. I p. 246. Zie ald. p. 248—249 en bij Rudolphi Ed. 1829 p.
31—32 nog vier stuks van lateren tijd. Een daarvan bij Voute,
n°. 403 f 3. Anderen bij den heer P. H. van Gelder. '
-^1175. 1650. Op het huwelijk van Philips IV door A. Waterloos
y. L. II, 356 (1). Med. Betaelt aen Adrian ende Ghysbrecht
Waterloos, segelsnijders van sijne Majesteit, de somme van ijcxij g.
x st. in mindernisse van iiijc xxv guld., hun geaccordeert soo voor
het fatson van eene medaillie representerend sijne Magesteyt, als
voor veerthien gelijcke medailliën met eene doose gesonden uaer
Spai<miën, volgende eenen brieff van deschargie in dato des xxiij
December 1652. (Pinchart in de Révue 1855 p. 262 (4) Hist.
p. 43/46.
Deze penning (1) draagt geen jaartal doch de legpenningen
v. L. II 356 (2—3) hebben het jaartal 1650. Volgens Piot Coins et
Poinçons etc. p, 31 n°. 311 — 313 zijn de poinçons des bustes van de
drie pennirgen nog voorhanden.
-—1776. 1650. V. L. II 358. Ontzet van Guise. Bij van Cleeff I
n°. 1603 K ƒ 1. Andere Kz. dan bij Goerêe blz. 30 en bij van
Loon volg. wijlen Mr. Jer. de Vries Jrz als spotpenning voorkomende
bij hem.
- - 1777. 1650. 3 Sept. v. L. 368 op 1652. Cromwel en de slag van
Drtmbar. »Verschillende, altoos ovaal, met en zonder jaartal; somtijds
met dubbele omschriften en afbeelding van de beide kamers
van het Parlement,” zegt v. Orden II 689. Zie H. W. Henfrey
Numismata Cromwelliuna or the medallic history of Olivier Cromwell
illustrated by his Coins, Medals and Seals. London 1873. Part
I titel en pl. I n°. 1—3 p. 1—7 ook kleiner dan v. L.
1178. Z. j. gesneden door Adriaan Waterloos omstreeks 1650 (?)
Vz. Bb. van een man naar de rechterzijde gewend. Kz. Een
wapenschild beladen met een -»sautoir” en gedekt met een phénix.
Movrir povr vivre. In 1855 in het kabinet van Prof. C. P. Serrure.
In de Revue 1855 p. 264 n°. XXVIII medegedeeld door den heer
A. Pinchart. Wiens wapen is dit?
1179. 1650. Ben 19 Juni Huwelijksp. van? Zie Cat. Arti 1880