Jhr. J. E. Hooft van IddeMnge, t. a. p. onder n°. 2 en 3. Zie
n°. 4—7, blz. 11.
630. 1583. Godsdienstige draagpmning. Vz. Christus aangebeden
door de drie raagi. In de afsnede Anno MDLXXXIII. Kz.
Christus onder het kruis bezwijkende. Daar boven de kruistee-
kenen. Omschrift XRS. PACT. EST. PRO. NOB. OBED. YSQ. AD.
Christvs factvs est pro nobis obediens vsque ad (mortem). Dit laatste
woord is door een doodshoofd aangeduid). Medeged. door Hooft
v. Iddekinge, 18-^79.
631. 1584. Zoo algemeen de legp. v. L. I, 344, op het vermoorden
van Prins Willem I (v. L. I, 344) is, zoo zeldzaam is
de gedenkpenning daarop. Zie van Orden II, 167 en verder Cat.
de Vries, (Jan. 1854) n°. 680 als groote Gedenkp. Z. 4 :1 , iets
kleiner dan bij Bizot blz. 46, Meijer, Aanwinsten 1855, blz. 2,
»hebbende dezelfde figuren en omschriften als de aangehaalde
legpenning.”
632. v. L. I, 353 op 1584 is van 1559, volgens het omschrift:
Hans van de Broeck aet. 37, a°. 1559. (Zie ónze n°. 264.) Aldaar
bij te voegen achter Pinchart, Revue 1854, p. 235. Hist. p. 23.
De heer E. Chalon deelt nog in de Revue 1852 p. 240 mede, dat
Hans van de Broech, generaal-aalmoesenier of administrateur der
höspices (liefdadige instellingen) te Antwerpen in 1572 en schepen
aldaar in 1577 was.
633. Kz. als v. L. I, 353. Z. 24% W. Yz. met Artibvs
qvisita gloria. Roem door de kunsten verkregen. Dus geheel een
zinnebeeldige penning. P. Smidt van Gelder, n°. 1169 (1846).
Munnichs van Cleeff I, 1861, n°. 798 f 13.
634. (1584,) Bijzonder fraaie met graveerwerk versierde, ovale,
gouden draagpenning. Voorz. Bb. van Prins Willem I. Omschrift:
Gvill. d. g. pr. Avriac. Co. Nassav. Kz.: Een ijsvogeltje in zinnebeeldig
bijwerk. Omschrift: Saevis tranquillvs in vndis. (Vergelijk van
Loon I, 109, 241, 284 en 346) in gouden geëmailleerden rand
met oogje. Z. 29,9. Volgens Cat. Westhoff, n°. 706, eenig exemplaar.
Vroeger bij de Smeth, n°. 704, 19 Eng., 16 Azen ƒ41.15. Later
bij de Roye n°. 667. W. 30 w. goud ƒ 125.
635. 1584. Gedenkp. Vz. Regtsgewend bb. in krijgsgewaad.
Omschrift Hidde. Sybrens Hopman Aeta(tis) svae 32. A°. 1584.
Links van het bb. BE, reRs AG. (Bij Edel Achtbare Gedeputeerden
(geschonkenZie Vrije Fries, IV, blz. 61 (38) Kz. wapen
(Fogelsang ?) Omschrift: Godt oprecht maecht van een meester (e)en
knecht. Afgebeeld t a. p. blz. 52. De stempelsnijder was C. L.,
te lezen in den geknotten arm. Als uniek verkocht, Goud 41.5
onder n°. 387, 5 Septb. 1877 bij Bom, f 275, aan Nederl. Rijks-
Museum ’)• Er bestaat echter nog een zilveren. Zie Vrije Fries,
IV, blz. 52(21).
636. 1584. Gest. penningje ter eere van Maximiliaan van Crui-
ningen, bevelhebber der artillerie. (Cat. van de Poll-Bonn, 1867,
7 oetb., n°. 251. K. = Aanw. K. Pennk. 1876, blz. 19). In zilver
in kon. PK. van België. (Bibl. Royale) Revue 1862, pl. XV. (2)
p. (347—349 par M. Camille Picqué. Vz. Links gewend bb. Max.
a Crvninghen tor. (mentormri) ad bel(vm) cene(orvm) dvx. In de
afsnede; EE. 29. Kz. De naam van Jebovah, stralende van licht,
boven een obelisk met een bol gekroond. Omschrift: Esperance et
constance 15—84. Maximiliaan van Cruiningen, geb. in 1555, werd
met Bossu, den 11 october 1573, in den zeeslag voor Enkhuizen
gevangen genomen. Willem Prins van Oranje schonk hem in
1576 de vrijheid. In 1577 verliet hij de Spaansche zijde en ging
in dienst der Staten over. In 1584 was hij veldtuigmeester, doch
als katholiek, moest hij die betrekking bij de komst van Leicester
(1586) nederleggen. Nog andeie betrekkingen bekleedde hij korten
tijd, totdat hij in 1596 Eva, barones van Inn- und Kniphausen
huwende, van de Staten f 1500 ten geschenke ontving en zijne
benoeming als gouverneur van Ostende. Later tot aan zijnen
dood in 1612, was hij lid van den staatsraad voor Zeeland, enz.
Zie den heer R. Chalon in de Revue 1862, p. 347 — 349.
637. 1585. v. L. I, 356 (1—2). Tot lof van den hertog van
Parma, bij de belegering van Antwerpen. Penningplaat, Alexander
Farnesisvs P. et P. Princeps, (P. Smidt van Gelder, n°. 1174) (Lood),
’t Hooft, n°. 360. Z. 24, met het bb. ook iets anders. Deze zal zijn
van Orden II. blz. 171. Vz van n». 2, »met verschil nfiomschrift en
zonder het jaar zijns ouderdoms.” ,
’) Yoor Prov. Friesch Museum bood ik tot ƒ 270 na no. 380 de O v an’
1581 (n°. 380) mede van den fenrich S id . Sitrrants v o o ï f 300 te hebben
gekocht. Zie over dezen ook ons n°. 597.