4 OUDHEID-, MUNT- EN PENNINGKUNDE,
Noodmunt van Groningen zijnde de geheele rijksdaalder met gegraveerd
opschrift, (y L. 1230. 1) 1579 Groningen weest gedachtich,
Laet niet meer Knechten in A Is du bist Machtich. Vernieuwt Anno
1657 den 18 Marty. In het ChronyTcje van Groningen ende Ommelanden
(Gron. 1727) leest men: (1657?) »Den 28 Maart was te Groningen
»zekere onlust waardoor eenige Huisen wierden geplondert, doch
»door deStadthouder Prins Willem wederom gestild volg. Smits Chron.”
1290. 1657. 15 Decb. Zilv. gegr. gedkp. op het leggen van den
eersten steen van het Diakonie Weeshuis te Amsterdam door
Jr. J ■ van Vlooswijk, 20 April 1656 en op de inwijding van het
gesticht op 15 December 1657, met 400 in^ebragte kinderen door
Ds. jP. Wittewrongel. Luk. X V l i l vs. 16. Cat. Tent. Amst. 1876
no. 1873. Cat. Schetsberg no. 478 als zeldz. Cat. H. G. Bom,
26 Jan. 1880 no. 487, 16 gr. Hierbij no. 1874 »Oprigting van het
Diaconie-Weeshuis voor de Gereform. Nederl. Weeskindet en te Amst."
In plano gedrukte verzen, met de afbeelding van het gesticht, uitg.
bij M. Doornick.
1291. 1657. Leidsche Schutterspenning. Dirks Essai, n°. 111.
1292. 1657. Volg JVav. VIII, blz. 248. Opgave van C.G.Boon-
zajer, gouden bruiloftp. van Gerrit Hooft en Hester Hinlopen.
1293. 1658. v. L. II, 431. Op het slaan der Spanjaarden bij
Duinkerken. Ook met Christianissimus (voluit).
1293*. 1658. v. L II, 432, Duinkerken 23 Junij genomen. Ook
met capt. in plaats van capta.
1294. 1658. v. L. II, 433 (1—3). Munten van Olivier Cromwell.
Volg. Hawkins p. 210 n°. 2. exceedirigly rare; doch blijkens de
prijzen bij v. Orden II, 714—715 is zulks niet zoo sterk het geval.
1295. 3 Septt. 1658. v. L. II, 435 1—3. Op het overlijden van
Cromwell. Een vierde met Kz. Olivar Cromwell 1658 bij 't Hooft
n°. 703. Vgb. Een vijfde van J. Dassier Z. 31 ald. n°. 704.
1296. De door ons op grond van Cat. Arti 1880 n°. 1239 op
1653 geplaatste Cromwell-Mas-Aniello penning komt bij P. Smidt
van Gelder n°. 2249 met 1658, (47 G. Z. 66 W.) voor, met gelijke
onderschriften. Zie de beschrijving aldaar, ter aanvulling alhier
herhaald. Vz.: b.b. ter zijde twee Ridders, eenen lauwerkrans boven
het hoofd van O. C. houdende. Kz.: B.b. ter zijde twee Visschers,
eene kroon boven het hoofd van M. A. houdende.
1297. 1658. 25 Sept. v. L. II, 436. Yperen ingenomen enz. Ook
bij Alp. van den Peereboom. Essai de Numismatique Yproise. Brnx.
1877, pl. R (2) p- 148—149. (Overdruk uit de Revue Beige met
het vignet op den titel »Een peereboom met het omschrift: Als
riet buygt niet maer blijft vroom Peereboom.”)
1298. Den 28 Novb. 1657 werd Philip-Prosper, de Spaansche
erfprins geboren (Zie y. L. II, 428 en den penning blz. 429 aldaar.)
De stad Doornik herdacht in 1658 deze heuglijke gebeurtenis
op een legp. als n0. 2251 bij P. Smidt van Gelder voorkomende
en aldus (door ons verbeterd) beschreven. Vz.= De kleine
prins, bijna naakt, staande in een weide; in de regter opgeheven
hand houdt hij een scepter, in de linker een vredekrans Omschrift:
Terrae DeLlCIVM {De weïlu- t der aarde). Kz.: Het wapen
van Doornik: Omschrift. Dablt pACeM popVLIs 1658 {zal devolken
de vrede geven). Vgl. v. L. II, 437 met de bede »Da nobis pacem
Domine. 1658.” Geef ons vrede, o Heer! (De kapitale letters geven
1657) Afgeb. in de Revue 1855. pl. II, no. 7 p. 122 bij Dug-
niolle no. 4136.
1299. 1658. Roemruchtige togt van Karei Gustaaf Koning van
Zweden over de Belt.
a) v. L. II, 439 (1) door Karlsteen. V. Orden II, 711 zegt:
»Iets over den graveur geven wij in de bijlagen.’ (Niet gedrukt.)
Hij was stempelsnijder in Stockholm, 1670—1718 en teekentzijn
werk ook .4. K.
b) V. L. II, '439 (2) door Pieter van Abeele ook bij E. Brenner
Thesaurus Numorum Sueo-Gothicorum etc. Stockholm 1691. 4o.
pl. IV n0. 1.
c) v. L. II, 439 (3) gem. A. K{arlsteen).
d) v. L. II, 439 (4) bij den heer P. H. van Gelder ook met
1658 in de afsnede.
e) v. L. II, 441 (1) gemerkt: breuer fec{it) Cat. Arti 1880,
n°. 1333, Z. (Verz. P. H. v. Gelder). Breuer was later muntmeester
in Brunswijk (1675—1685) Sign. I. G. B. Ook van zijne
hand is de penning ter eere van Rabenhaupt, v. L. lil, 111, (zie
Tent. Arti 1880, n°. 1334.
f) Veel kleiner: Carol Gust. d.g. Rex. Sue. Kz. met jaartal
1658. G. 17. K. (P. Smidt van Gelder, n°. 2257.