648. 1586. Schnttersp. van Antwerpen. Revue 1866, p. 108 — 109 ’).
Dirks, Essai, p. 7 - 8 , n°. 25, Bij De Vigne, Recherches Historiques,
Gand 1847, pl. XXXV, n \ 17, p. 79 ten onregte aan Brussel toegekend.
In Cat. Verhuist 1878, n°. 329 met den naam Andries v.
Stappen.
649. 1586. Goltzius. Drukker te Brugge (Simon).
650. 1586. Abraham Bloemaert. Schilder. Vz.: B.b. Kz.: natvs
antverpiae an. MDXXI. Obiit an. MDLXXXVI. (Simon) Renesse
n°. 28644.
651. (1586). Bij Westhof is op dit jaar geplaatst n°. 740 een
koperen penningplaatje met gehelmd B.b., waaronder M.S., opgegraven
bij de hernieuwing van Schenkenschans, eerst gesticht door
den overste Maarten Schenk (mihi apocryf).
652. 1587. v. L. I, blz. 376. Op het gedrag van Leicester in
Nederland met betrekking tot kerkelijke zaken. In Cat. Luzac
1873, blz. 15, n°. 343. Z. 46. Kleiner en zonder omschrift.
653. (1587) Vergelijk u. L. I, blz. 377 (2), als Gedenkp. bij Bizot
p. 34. Vz.: De ploeg door twee jukossen getrokken naar de reg-
terzijde. 'jrahite ceqvo jvgo. Kz.: De stad Hoorn: daarvoor twee
groote schepen, digt bij elkander. Frangimvr si collidimvr. Z.
1072 w- P- Smidt van Gelder, n°. 985.
653*. 1587. Philips II van Spanje en Alexander Farnèse van
Parma. Vz.: B.b. Philippvs d. g. hisp. rex zc. Kz.: B.b. Alexander
Farnes.' Par. Pla. Dvx Z. 1587 onder het armstuk. Z. 13V2 w,
P. Smidt van Gelder, n°. 1298. Bij Bom, Maart 1860, n°. 416,
Salm, n°. 616. Vgl. v. L. I, blz. 434.
654. 1587. v. L. I, blz. 378. Legp. van Artois behoort op 1588.
Deze is ook afgebeeld in de Revue 1863, pl. V 29, p. 27, n°. 31
in de Notice van L. Deschamps de Pas sur les Jetons d’Artois.
) Aldaar p. 109, regel 8 v. b. te lezen in plaats van 10: 11.
XVI.
1588—1595.
Penningkundig Repertorium. Mededeelingen door Mr. J. Dirks.
655. Op 1588 plaatst v. L. I. 384 een penning, Vz. ter eere van
Prins Willem I, jaartal 1577, stempelsnijder, volg. het onderschrift
CoN. Bloc. Kz. Ter eere van Prins Maurits, 1589, zonder onderschrift.
Pinchart Eist. p. 33 zegt, dat men den naam CoK. Bloc
ook op meer dan een exemplaar op de kz. leest. Hij vraagt:
»Comment expliquer que Bloc, sujet de la monarchie espagnolle, ait
fait a cette époque une médaille en 1’honneur du plus rédoutable
ennemi d’Ernest? Deze gebruikte stellig, in 1594, Conrad Bloc.
Zie Revue 1851, p. 395, alwaar hij (in de huishoudelijke rekeningen
van Ernest) Blockh en Plockh genoemd wordt. Zou Bloc niet
Gent hebben verlaten nadat die stad, 20 Mei 1.584, bq verdrag
aan Parma overging en zich, althans tot in 1589, in Holland hebben
opgehouden om later in 1593 naar Brussel te trekken? Kunstenaars
nemen het gewoonlijk, politiek, zoo nauw niet voor wien zij werken.
656. 1588. v. L. 385 (1—4). Op de oneenigheden van de stad
Hoorn met de staten van Holland. Vgl. no. 49 en v. Orden, II,
blz. 183—184. Bij Munnicks van Cleeff,, I, 1861, n°. 834 Z. ƒ 3.25.
No. 1 met de beelden van no. 2 . Zonder ornament in de afsnede
en met de omschriften van no. 1 . bij P. H. van Gelder, vz. no. 2.
kz. no. 1 . Ook Koper Bizot p. 53 8 n0. 1.
657. Als no. 656, maar bij Salm no. 580 is n o . 1 , vz. zonder
leeuw en roos op de ossen. Op de kz. stralen uit de wolken. Z. 18.
''’’'658. 1588. v. L. I, blz. 390. Op het vernielen van dé zoogenaamde
onoverwinnelijke vloot. In het Niederlänndisch Museum II,
3. S. 97 vindt men eene Beschreibung der auf den sieg über die
Armada in den Niederlanden geschlagenen Denkmünzen.